Sommige fragmenten zijn zo misselijkmakend dat je ze liever niet zou geloven. Maar ze bestaan. Gisteren gaf de vader van de Palestijnse terrorist die twee Israëliërs vermoordde in Gush Etzion een interview. En wat zei hij — zichtbaar trots, met een glimlach? “Mijn allergrootste wens in het leven was om vader te zijn van een shahid. Dat is het mooiste wat een ouder kan overkomen.”
Niet dat zijn zoon arts zou worden. Niet dat hij een gezin zou stichten. Niet dat hij iets zou opbouwen, creëren of bijdragen aan de samenleving. Nee — dat hij zichzelf zou opofferen voor een ideologie die moord verheerlijkt.
Dit fragment is schokkend, maar helaas geen incident. Het past in een bredere cultuur waarin geweld niet alleen wordt goedgepraat, maar verheerlijkt. Waarin scholen worden vernoemd naar terroristen. Waar op jeugdtelevisie kinderfiguren oproepen tot
jihad en martelaarschap. Waar moeders snoep uitdelen aan de buurt als hun zoon zichzelf opblies tussen burgers.
Je hoeft geen expert te zijn om te zien: dit is niet zomaar een conflict. Dit is niet ‘weerstand tegen onderdrukking’. Dit is een ideologisch systeem dat kinderen leert dat het hoogste doel in het leven niet is om iets op te bouwen — maar om jezelf op te offeren terwijl je een ander vernietigt.
Een cultuur die leven niet beschermt, maar verheerlijkt dat het wordt vernietigd.
En juist dát maakt het verschil tussen verzet en doodscultus.
Het dubbele beeld
Het is wrang om te zien hoe een deel van deze ideologie vervolgens naar het Westen kijkt — waaronder Nederland — en daar moeiteloos het narratief weet om te draaien. In talkshows, op universiteiten en op straat worden plots daders slachtoffers, en slachtoffers daders.
Er wordt geroepen dat Israël “kinderen vermoordt”, terwijl diezelfde kinderen in sommige Palestijnse kringen worden opgevoed met speelgoedpistolen, jihadliederen en posters van martelaren aan de muur.
Een kind dat wordt opgevoed met glorie voor de dood, verliest nooit alleen zijn toekomst.
Wij verliezen ermee ook de waarheid.
Als politici zich gedragen alsof de helft van het land niet bestaat, moeten burgers vasthouden aan wat wél telt: overtuiging, principes en waarheid. Daarom is het belangrijk te blijven zeggen dat abortus geen mensenrecht is - een grens die niet mag worden overschreden door dezelfde elite die de democratie ondermijnt. Teken hier. Willen we dit wel zien?
Te lang heeft het Westen weggekeken van deze ideologische realiteit, uit angst voor het oordeel: islamofoob, xenofoob, extreem. Maar feiten zijn geen haat — feiten zijn feiten.
En de harde waarheid is dit:
Zolang een cultuur dood verheerlijkt, kan er geen vrede groeien.
Zolang martelaarschap hoger wordt gewaardeerd dan menselijk leven, blijft dialoog zinloos.
Zolang ouders trots zijn op daden van vernietiging, zullen kinderen geen bouwers maar soldaten worden.
Tijd om helder te spreken
Niemand zegt dat ieder kind in Gaza zo wordt opgevoed. Niemand zegt dat er geen
Palestijnen zijn die vrede willen, werken, bouwen, dromen, net als ieder ander. Die zijn er — en verdienen juist steun.
Maar zij worden niet vertegenwoordigd door vaders die glunderen bij het woord martelaar.
Zij worden niet beschermd door regimes die geweld subsidiëren.
En zij worden niet bevrijd door bewegingen die hun zonen als wapen gebruiken.
De keuze is simpel — maar moeilijk
Wie écht medemenselijkheid wil, kiest niet de kant van de ideologie die het leven offert, maar van de mensen die het leven willen opbouwen.
Wie écht vrede wil, moet eerst eerlijk durven zeggen waar het probleem ligt.
Niet bij Israël.
Niet bij ‘de bezetting’.
Maar bij een cultuur die kinderen leert dat het mooiste in het leven is om te sterven.
Voor wie dan ook.
Dit is geen verzet. Dit is een doodscultus.
En hoe eerder we dat erkennen, hoe eerder vrede een kans krijgt.