Ik ga op reis en neem mee...

Geen categoriemei 23 2014, 10:14
Koffers door de eeuwen heen.
Met de zomer in aantocht zijn veel mensen bezig met de vraag: waar gaan we dit jaar naartoe met vakantie? Maar of u nu behoort tot de groep die in december de zomervakantie al tot in de puntjes heeft geregeld of die last-minute nog een tripje besluit te boeken, één ding is duidelijk: iedereen gaat op reis tegenwoordig. Gezinnen gaan met de auto naar Frankrijk, (bejaarde) koppels boeken een cruise, vriendengroepen worden massaal dronken in de Spaanse badplaatsen en singles gaan backpacken in Azië. Het kan en mag allemaal. Sterker nog, op vakantie gaan wordt als iets heel vanzelfsprekends beschouwd en haast als een soort recht. We krijgen niet voor niets in mei of juni ons vakantiegeld uitbetaald. Op een kleine minderheid na, denk hierbij aan mensen die ondraaglijke last van heimwee hebben of moeten rondkomen van een bijstandsuitkering, gaan we allemaal regelmatig op reis- en het liefst twee á drie keer per jaar.
Maar of u nu gaat kamperen op Texel of zich gaat wagen aan het beklimmen van de Inca Trail in Peru, het is wel interessant om soms even stil te staan bij het gemak waarmee de moderne mens op reis gaat. Hoe gewoon het allemaal is. Want nog niet zo heel lang geleden was dat niet het geval; ik herinner me de verhalen van mijn moeder, die opgroeide in naoorlogs Zandvoort, nog heel goed. Zij ging als kind nooit op vakantie. Een dagje naar de speeltuin, dat was het wel zo’n beetje. (Nu had ze natuurlijk wel de mazzel dat ze in Zandvoort woonde, met het strand op steenworp afstand, dus dat scheelde weer) Er was gewoon weinig geld en weinig gelegenheid.
Koets, trekschuit of benenwagen
We kunnen nóg verder teruggaan in de tijd. Wist u dat rond 1800 slechts 1% van de wereldbevolking het zich kon veroorloven om de toerist uit te hangen? We hebben het dan natuurlijk over de allerrijksten. Maar zelfs áls je het geld had dan moest je er maar zin in hebben: reizen was toen oncomfortabel en gevaarlijk. Bovendien ging het allemaal niet zo snel. Tot 1850 had je eigenlijk drie opties: de koets, de trekschuit of de benenwagen (= gewoon lopen dus). Een voorbeeldje: van Amsterdam naar Parijs met de postkoets kostte de reiziger ruim een week. Gelukkig bracht de ontdekking van de stoomtrein en stoomboot halverwege de 19e eeuw verbetering; hetzelfde traject Amsterdam-Parijs kon toen met de trein in slechts elf uur afgelegd worden. Dat scheelde dus nogal. Hetzelfde gold voor het vervoer over water: tot 1838 konden oceanen alleen nog per zeilschip worden overgestoken en een tochtje naar Amerika kon zo wel 40 dagen duren. Met een stoomboot kon die tijd worden teruggebracht tot twee en een halve week.
Met deze ontwikkelingen brak er een nieuwe tijd aan voor de (welgestelde) reiziger: luxe trein- en bootreizen, voorzien van alle comfort en gemak, werden erg populair. Denk hierbij aan Oriënt Express en Titanic-achtige taferelen: de rijken der aarde die zich tijdens de reis bezighouden met aangename zaken als dineren, converseren en flaneren. En dit allemaal in stijl natuurlijk, dus ze sleepten soms hun hele hebben en houden mee. Hoeden, jurken, juwelen, schoenen; het moest allemaal mee op reis. De robuuste en onaantrekkelijke koffers die vroeger op het dak van de postkoets werden vastgemaakt voldeden niet meer. Er kwamen moderne koffers op de markt, die er een stuk eleganter uitzagen en qua afmetingen werden aangepast aan de nieuwe manier van reizen.
Pronkstuk
Benieuwd hoe die luxe koffers en reistassen er uitzagen? Ga dan eens kijken in Tassenmuseum Hendrikje, waar momenteel een kleine expositie is ingericht met o.a. een aantal prachtige en opmerkelijke exemplaren uit deze periode. Pronkstuk is toch wel de gigantische Louis Vuitton hutkoffer, die plaats biedt aan 30 paar schoenen. Dit soort exclusieve koffers werd speciaal op bestelling vervaardigd en was–net zoals vandaag de dag- favoriet bij beroemdheden. Ook leuk om te zien is een reiskoffer van Prins Bernhard. Wat opvalt zijn de luxe materialen, de details en vooral de behoorlijke afmetingen van de verschillende koffers. Dat verandert natuurlijk allemaal als de (commerciële) luchtvaart zijn intrede doet.
In 1900 was daar allereerst de zeppelin, die een veelbelovende toekomst leek te hebben, maar na het onfortuinlijke incident met het luchtschip de Hindenburg, dat in 1937 in de fik vloog en neerstortte, bekoelde het enthousiasme over de zeppelin behoorlijk. Gelukkig was daar nog het vliegtuig. Vliegtuigen verongelukten ook wel, zeker in het begin, maar dat schrok de mensen blijkbaar toch niet zo af als bij de zeppelin het geval was geweest. In de begindagen waren de toestellen nog behoorlijk chic ingericht, met mooie tapijten, bedden en veel ruimte om te bewegen, maar toen reisden er wat minder passagiers mee dan nu. Eisen aan bagage veranderden wel al snel: koffers moesten lichter en praktischer worden. Met name de kunststofkoffers van Samsonite werden vanaf 1950 zeer populair. Hetzelfde merk kwam in 1974 ook met de handige koffer op wieltjes, die we vandaag kennen als de trolley.
Vlieguig en auto
Doordat vliegen door allerlei ontwikkelingen goedkoper werd en mensen steeds meer gingen verdienen, werd het vanaf de jaren ’70 steeds toegankelijker voor een groter publiek. Hetzelfde geldt eigenlijk voor dat andere belangrijke vervoersmiddel: de auto. Aan het eind van de 19e eeuw maakte Europa kennis met de automobiel, die toen werd beschouwd als een soort koets- maar dan zonder paarden. Ook autorijden was in het begin voorbehouden aan de rijken. Auto’s hadden toen nog geen bagageruimte en dus werden er speciale autokoffers ontworpen die op en aan de auto konden worden bevestigd- net als vroeger bij de postkoets dus. Vanzelfsprekend moesten ook deze koffers tegen een stootje en een spatje regen kunnen, in ieder geval totdat de afsluitbare bagageruimte werd gerealiseerd. Vanaf 1930 komt de –steeds beter functionerende- automobiel binnen het bereik van de ‘gewone man’, die graag gebruikmaakt van dit transportmiddel. Vandaag de dag is de auto natuurlijk niet meer weg te denken uit het straatbeeld.
Zoals het reizen evolueerde, zo veranderden de koffers en tassen mee. De tentoonstelling ‘Welkom aan boord!’ geeft een overzicht van het reizen van 1850 tot heden, maar legt daarbij dus de nadruk op de bagage van de reizigers. Volgens de samenstellers ‘is de koffer het toonbeeld van mobiliteit en snelheid en een object van moderniteit’. Koffersets, tapijttassen, beautycases en reisneccesaires; ze komen allemaal voorbij. Het is een reis door een interessante geschiedenis, maar men kijkt ook naar de toekomst; als we straks massaal ruimtereisjes gaan maken, wat voor eisen zal dat dan weer stellen aan de koffers? Kortom, de evolutie van reisbenodigdheden is een doorlopend proces. Het is wel jammer dat de expositie vrij klein is, maar in de vaste collectie van het museum kunt u nog vele andere tassen bewonderen.
‘Welkom aan boord!’ is nog t/m 31 augustus te zien in Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam. Meer info? Kijk hier: http://www.tassenmuseum.nl/nl/te-zien-en-te-doen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten