In een tijd waarin de overheid steeds vaker op afstand komt te staan van de burger, is het goed om kritisch te kijken naar de instituties die invloed uitoefenen op beleid zonder democratische legitimatie. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is zo’n orgaan dat zich in toenemende mate manifesteert als een politieke actor, terwijl het dat niet is – en ook niet behoort te zijn. De VNG is in de kern een lobbyclub. Ze vertegenwoordigt Nederlandse gemeenten, maar wordt feitelijk geleid door een bestuur van – zonder uitzondering – ongekozen burgemeesters. Dat is op zichzelf al problematisch. In geen enkel ander democratisch systeem zouden ongekozen bestuurders collectief optreden als
politiek woordvoerder van 342 gemeenten. Toch is dat precies wat de VNG doet.
Recent zagen we daarvan een pijnlijk voorbeeld, toen de VNG-woordvoerder in het tv-programma Nieuwsuur de aanval opende op minister Marjolein Faber (Asielzaken) en zelfs het kabinet en de minister-president de maat nam. Aanleiding was de terechte maatschappelijke discussie over de uitstapjes voor alleenreizende minderjarige asielzoekers – een groep die in toenemende mate voor overlast zorgt in opvanglocaties en binnen gemeenten.
In plaats van bestuurlijke terughoudendheid of solidariteit met de getroffen lokale gemeenschappen, koos de VNG voor een activistische toon: belerend, politiek, en gespeend van realiteitszin. Alsof de VNG het morele gelijk in pacht heeft – en het kabinet dankbaar moet luisteren naar de lessen van deze zelfbenoemde morele voorhoede.
Maar namens wie spreekt de VNG eigenlijk? Niet namens de gemeenteraad. Niet namens de kiezer. Niet namens een democratisch mandaat. Nee, de VNG spreekt namens zichzelf – en in de praktijk namens een handvol benoemde burgemeesters die elkaar de bal toespelen. Deze club mist elke vorm van legitimiteit, maar meent zich desondanks regelmatig in het publieke debat te moeten mengen als waren zij een volwaardige politieke speler.
Dat is kwalijk. Want waar burgemeesters traditioneel boven de partijen horen te staan en verbindend zouden moeten opereren, zien we via de VNG een bestuurlijke elite ontstaan die zich partijpolitiek positioneert zonder mandaat. En dat terwijl de gevolgen van het falende asielbeleid – inclusief de ontspoorde opvang van alleenreizende jongeren – gedragen moeten worden door gewone burgers, die wél verantwoording moeten afleggen aan elkaar en aan de stembus.
Het wordt tijd dat de VNG weer weet wat haar plaats is: een ondersteunend orgaan, geen activistische woordvoerder. En het wordt tijd dat wij als samenleving ons afvragen waarom een niet-gekozen lobbyclub zo veel ruimte krijgt om het beleid te beïnvloeden, zonder enige democratische toetsing.
Een toontje lager graag, dames en heren van de VNG. U bent geen regering, geen volksvertegenwoordiging, en zeker geen moreel kompas.