Er bestaat een Griekse mythe die ons meer vertelt over onze
huidige tijd dan veel beleidsnota’s of VN-rapporten. Prometheus, de titaan die
het vuur stal van de goden, schonk de mensheid de macht van techniek. Maar dit
geschenk had een prijs. Het maakte de mens zowel vrijer als kwetsbaarder. Vuur
verwarmde, kookte en schonk licht, maar verbrandde, verwoestte en maakte oorlog
destructiever dan ooit tevoren. Nu staan we opnieuw voor een Prometheus dilemma,
namelijk het algoritme.
Wie luistert naar de vooraanstaande AI-onderzoekers van dit
moment, hoort steeds dezelfde ondertoon. We hebben een macht in het leven geroepen
die we niet meer kunnen beteugelen. Het optimisme van twintig jaar geleden,
namelijk dat AI veilig zou zijn als we maar zorgvuldig ontwerpen, is vervangen
door een bijna apocalyptisch realisme. We weten niet hoe we AI veilig maken.
Wetten ontbreken. Toch bouwen we door. Een beschaving die weigert de handrem te
gebruiken, ook al rijdt die recht op de afgrond af.
Intellectuele arbeid verdwijnt
De moderne mens denkt dat alles maar maakbaar en beheersbaar
moet zijn. We geloven dat een ethische commissie, keurmerk of internationale
conventie de storm van de techniek kan beteugelen. Maar AI in huidige en
toekomstige, superintelligente gedaanten ontsnapt aan dit bureaucratische
geloof. Het idee dat we regels kunnen schrijven voor een entiteit die slimmer
is dan mensen, is even absurd als een hond die een gedragscode opstelt voor
zijn baas.
Binnen een paar jaar kan AI het merendeel van de menselijke
arbeid overbodig maken. Niet 10% werkloosheid is het gevolg, maar zeker 90%.
Dit zien we nu al. Juridische teksten worden door AI opgesteld. Diagnoses door
algoritmen verbeterd. Kunstwerken door machines gegenereerd (niet de mijne;
dacht het effe niet). Niet alleen de lopende bandarbeid verdwijnt, maar ook de
intellectuele arbeid die eeuwenlang het privilege was van de elite.
Wat gebeurt er met een samenleving waarin arbeid niet langer
nodig is, maar toch het fundament vormt van waardigheid, identiteit en sociale
cohesie? De klassieke vraag naar zingeving keert terug met een meedogenloze
scherpte. Als we geen werk meer hebben, waar bestaat ons leven dan uit?
De Grieken antwoordden ooit dat vrije tijd (scholè)
de bron is van filosofie en kunst. Maar de moderne mens heeft de ziel verankerd
in productiviteit. Ontneem de mens dat en je krijgt niet een samenleving van
dichters en denkers, maar van leegte en ressentiment. Of erger, waaronder
geweld en destructie.
Verslaving aan vooruitgang
Waarom stoppen we in hemelsnaam dan niet? Waarom bouwen de
slimste ingenieurs en ondernemers, ondanks alle waarschuwingen, verder aan het
ultieme systeem dat ons zou kunnen vervangen? Vooral omdat we verslaafd zijn
aan vooruitgang. Het is een soort religie geworden. AI is de nieuwe Messias.
Zoals de middeleeuwse mens niet kon twijfelen aan God, zo kan de moderne mens
niet twijfelen aan technologische verlossing.
Maar elke religie kent ketters en profeten van onheil. De
stemmen die ons waarschuwen dat vooruitgang ook ondergang kan betekenen, worden
weggewuifd als doemdenkers. Toch bestaat de geschiedenis uit veel beschavingen
die ten onder zijn gegaan aan hun eigen uitvindingen. Rome aan de militaire
machine. Het Sovjetrijk aan de centralistische technologie. Het Westen de
algoritmen. (Natuurlijk ook aan andere zaken, maar we zoomen hier in op
technologie.)
Zonder grenzen stort vrijheid om in chaos
Waar het echt probleem zit? De moderne mens heeft geen enkel
gevoel meer voor begrenzing. We leven in een tijdperk waarin ‘nee’ als obstakel
wordt gezien dat overwonnen moet worden. De natuur mag niet ongetemd blijven. Het
lichaam niet onbewerkt. De geest niet onbeïnvloed. Maar juist
grenzen geven
richting, vormen een ethiek en beschermen ons tegen onszelf. Zonder grenzen
stort
vrijheid om in chaos.
AI confronteert ons met de ultieme grens. Die van de
menselijke beheersbaarheid. Het idee dat we altijd de meest intelligente soort
op aarde zouden blijven, was zo vanzelfsprekend dat niemand het hardop uitsprak.
Nu staan we op het punt om dit monopolie te verliezen. Daarmee volgt een
radicale verschuiving. Niet langer is de mens de maat van dingen, maar een
machine die slimmer, sneller en onvermoeibaar is.
Tragiek van de hoogmoed
Wat we hier zien, is in feite een herhaling van een oud
motief, namelijk de tragiek van de hoogmoed, de hybris. Zoals Icarus te dicht
bij de zon vloog. Zoals de toren van Babel instortte, zo speelt de mens vandaag
met de digitale vleugels. De geschiedenis van de techniek is een geschiedenis
van beloften en catastrofes. Telkens dachten we dat we de voordelen konden
oogsten zonder de risico’s. Telkens bleek dat we slechts half begrepen wat we
ontketenden.
Daar komt bij dat onze politieke instituties hopeloos traag
en incompetent blijken tegenover de snelheid van technologische revoluties.
Waar de politiek debatteert in termijnen van vier jaar, ontwikkelt AI zich in
sprongen van vier maanden. Terwijl politici nog vergaderen over ethische
richtlijnen, als ze dat al doen omdat de meesten geen kaas hebben gegeten van
tech, heeft de volgende generatie modellen al de vorige overstegen.
Democratische controle, het stokpaardje van de moderne westerling, verandert zo
in een illusie.
Cultuurrevolutie die dieper gaat dan welke AI-regulering ook
Hoop ligt niet in de illusie dat we de techniek kunnen
terugdraaien of volledig beheersen, maar in een herwaardering van wat het
betekent om mens te zijn. Als arbeid wegvalt en machines slimmer worden, moeten
we onze waarde in iets anders vinden. Niet in efficiëntie, maar in betekenis.
Niet in productiviteit, maar in wijsheid.
Een cultuurrevolutie die dieper gaat dan welke AI-regulering
ook. Een terugkeer naar de essenties, namelijk vriendschap, liefde, schoonheid
en waarheid. Zaken die niet te automatiseren zijn, omdat ze wortelen in de
menselijke ervaring zelf. Misschien kan juist de dreiging van AI ons dwingen om
te herontdekken dat mens-zijn niet samenvalt met produceren, consumeren en
concurreren. En, verdorie, laten we vaker bewust kiezen om AI niet te
gebruiken. Ook als het kan en de resultaten sneller, goedkoper en beter zijn.
Denk aan journalistiek en de (levens)kunsten…
AI is een spiegel en toont ons de ijdelheid van onze
vooruitgangsdrift, de leegte van het bestaan dat louter draait om arbeid en
consumptie en de gevaren van een politiek die altijd achter de feiten aanloopt.
Kunstmatige intelligentie dwingt ons om opnieuw na te denken over de vraag die
de filosofie al tweeduizend jaar bezighoudt, namelijk wat is het goede leven?
Misschien is dat de enige manier waarop we met dit Prometheus
vuur kunnen dealen. Door onszelf te veranderen, begrenzing te accepteren en te
kiezen en door wijsheid te prefereren boven macht. Door eindelijk te begrijpen
dat vooruitgang zonder bezinning niets anders is dan een snellere weg naar de
afgrond. De laatste vrijheid die ons nog rest is om niet alles doen wat we
kunnen doen.