Er kwamen
veel reacties op mijn opiniestuk in het Parool over
aanvallen op kerken.
Dat betekent dat er iets geactiveerd is. Dat werd tijd. Ik wil dit onderwerp
niet even aanraken, maar agenderen. Na de zomer, als ik hersteld ben van mijn operatie en het politieke seizoen weer op
gang komt, ga ik het begrip culturele genocide op de kaart zetten. Niet als
historisch etiket, maar als actuele realiteit. Als noodzakelijke waarschuwing
voor preventie. Laten we beginnen met het vragenuurtje
Eén van de
eerste vragen die ik kreeg, was waarom ik als Joodse Nederlander (nou ja, van
geboorte) dit thema zo nadrukkelijk naar voren breng. Waarom ik het over kerken
heb en niet over synagogen en andere joodse instellingen die inderdaad absurd
veel bescherming nodig hebben. Het antwoord
is simpel én gelaagd. Ja, er zijn meer kerken dan synagogen. Ja, er zijn meer
christenen dan joden. Maar dat is het punt geeneens. Het punt is dat ik me niet
veranker in het verleden. Dat doet me denken aan één van de drie lijflieden die
ik heb, namelijk
Laat me van Ramses Shaffy, maar dat terzijde. Ik blijf niet
hangen in eeuwenoude pijn. Ik kijk naar het hier en nu. Naar wat nú nodig is om
de toekomst leefbaar te houden.
Dat betekent
opkomen voor de plekken waar ons gezamenlijke erfgoed wordt aangevallen. Want
ook al is de relatie tussen christenen en joden historisch gezien complex
geweest, het zijn juist die beschavingsvormende stromingen die ons
waardenstelsel hebben opgebouwd. Dat mag nooit vanzelfsprekend worden.
Verankerd in
de toekomst is al helemaal niet de bedoeling. Al gauw verandert dat in de
‘heilige oorlog’, waar ik koste wat het kost niet aan mee wil doen. Wie denkt
in termen zoals de eindtijd en wie de Messias zal worden, wil ik niet per se
afschrijven. Ik wil hen alleen beperken tot hun eigen terrein en overdenkingen,
buiten het collectieve bewustzijn.
Want wie zal
het zeggen wat er gaat gebeuren, of welke leider er wel of niet komt. Of geen,
omdat het door de mens geschapen sprookjes zijn. We zijn onze eigen Messiassen.
Dat is pas volwassen denken en verantwoordelijkheid nemen. Autonomie en geen
hegemonie. Daar geloof ik heilig in!
Mijn
verbondenheid met de christelijke mystiek en de schoonheid die daar leeft
voorbij de dogma’s, is bovendien zeer persoonlijk. Ik kom er tot rust. Trouwens,
leuke mensen ook. Vaak leuker dan de joden die ik ken. Maar dat terzijde. Mijn rust
is spiritueel, maar ook rationeel. Je hebt namelijk eeuwen nodig om zo’n beschaving
op te bouwen en minuten om het te verliezen.
Nu ga ik iets
zeggen wat niemand hardop zegt. Dat is de essentie van wie ik ben. Mensen geven
meer om christenen dan om joden. Dat is pijnlijk, maar dat is eenmaal de
realiteit. Joden zijn voor sommigen nog altijd kakkerlakken. Dus als je een
punt wilt maken en een beschaving wilt beschermen, moet je soms strategisch
zijn. Wie niet naar je luistert als je over jezelf spreekt, moet je misschien
wakker schudden door te spreken over henzelf.
Tegen de
joden die begonnen over de tachtigjarige oorlog, eerdere roof door christenen
en ga zo maar door: in het hier en nu lijkt deze manier van denken me een
belemmering voor vooruitgang. Maar zoals ze zeggen: suit yourself.
Dan de tweede
veelgestelde vraag: zou ik ook reageren bij aanvallen op andere gebedshuizen?
Natuurlijk.
Het maakt me niet uit wat voor cultureel erfgoed het is, al helemaal bij de
kunsten en dergelijke, dus voorbij gebedshuizen. Elke
aanval op een plek van
gebed of van historische waarde is een aanval op de ziel van een beschaving.
Maar dat betekent niet dat alles hetzelfde of gelijkwaardig is.
Het Westen is
gevormd door het christendom. Dat maakt het extra pijnlijk als daar nu zoveel
stilte omheen hangt. Er is bovendien een tijdlijn van historische relevantie en
wie de meeste meters gemaakt heeft. Tot slot is er een hiërarchie van
standaarden. Daarover zo meer.
Ik heb de
motieven van de aanvallen niet uitgestippeld. Niet genoemd door wie de
aanvallen precies gepleegd zijn. Geen labels geplakt. Dit kreeg ik ook veel
terug.
Niet om laf
te zijn, maar omdat het niet de slimste aanpak is. Ik wil niet bijdragen aan
angst en polarisatie. Ik kies voor gratie en oplossing. Focus op het positieve en
het liefst lang voordat culturele genocide de pan uit zal reizen.
Dus of een
aanslag nou komt door radicalisme, verwardheid, andere psychiatrische ellende, bekering,
haat of onverschilligheid. Wat telt is dat we het structureel aanpakken. Niet
alleen bestraffen, maar voorkomen. Niet alleen reageren, maar definiëren: dit
is culturele genocide.
Het Parool is
toch oh zo links? Lieve mensen,
allereerst houd toch eens op met die manier van denken. Daarover zo meer. Denk
niet rechts. Denk niet links. Denk na. En Het Parool biedt de ruimte aan
allemaal verschillende soorten stemmen.
Belangrijker
is dat ik twintig jaar credits heb opgebouwd in het volledige medialandschap,
niet alleen in Nederland. Al zo lang omring ik me door de stemmen van de
wereld, zoals ik hen noem: musici, journalisten, filosofen, wetenschappers,
hoogleraren, presentatoren en ga zomaar door. Het is mijn hele leven.
Dus mensen
kennen me persoonlijk. Ze kennen mijn natuur. Ze snappen iets van mijn oprechte
intenties. Ze weten dat ik niet zomaar met iets kom zonder de feiten te kennen,
of vanuit verborgen agenda’s. Die zijn er niet. Ook weten ze hoe graag ik wil
begrijpen.
Dat biedt me
de ruimte om overal heen te gaan, want het maakt niet uit waar ik zit. Ik blijf
mezelf. What you see is what you get. Ik zeg waar het op staat. Ik doe dat met gratie.
Ik houd oprecht van mijn vakgenoten, zelfs wanneer ik het niet met hen eens ben,
of knettergek van hen word. En ja, zelfs als ik inderdaad uiteindelijk toch
echt wel rechts ben.
Co-existentie is
aardig, maar niet genoeg
Tot slot moeten
we als burgers – nationaal én internationaal – opnieuw gaan staan. Niet voor
partijbelangen of identiteitspolitiek, maar voor een gezamenlijk waardensysteem
van het leven en beschaving. Dat klinkt groots, maar het begint klein. Met
gewone mensen. Door loyaal te blijven aan elkaar voorbij landsgrenzen en
leiders. Loyaal aan onze menselijkheid. We kunnen elkaar niet blijven verliezen
in stammenstrijd, historische rekeningen of politieke echokamers.
Mijn eigen
filosofie noem ik humanocratie (gejatte term uit de wetenschap van
organisatiecultuur). Het idee dat we een morele infrastructuur aanleggen tussen
‘alle geuren en smaken’. Geen façade van tolerantie, inclusief
cultuurrelativisme, maar échte verbinding vanuit de allerhoogste standaarden
als winnende principes voor het waardesysteem van de wereld. Want co-existentie
is aardig, maar niet genoeg. Het is pas het begin. Het staat zoals niet eerder
in de afgelopen tien jaar onder druk.
Het
alternatief is immers segregatie en zuilen, waar we eigenlijk al een beetje in
zitten en waar het vooral gaat om kwantiteit in plaats van kwaliteit. Oftewel,
niet om de allerhoogste menselijke standaarden, maar om winnende resultaten aan
de hand van aantallen. Als mensen zeggen dat blanke Nederlanders meer kinderen
moeten krijgen, dan bedoelen ze dat als diepere laag.
We moeten
samen iets willen bouwen. De weg vooruit ligt in wat we toevoegen aan de
hoogste standaarden, niet in waar we vandaan komen, of welke labels er op ons
geplakt worden. Oftewel, zoals ik al eerder liet doorschemeren: wie slim is,
doet niet mee aan de ‘heilige’ oorlog. Dat vraagt om moed om de
tegenovergestelde flanken niet af te schrijven, totdat er reden toe is. Vooral
moed om te rebelleren voor onze langdurige vrijheid.
Zoeken naar de
juiste balans op het juiste moment
Politiek en
media zie ik als volgt: er heerst een bepaalde balans en verschuiving.
Kwesties, ontwikkelingen en keuzes (besluiten, wet- en regelgeving etc.) zitten
allemaal op een schaal. Steeds is het zoeken naar de juiste balans op het
juiste moment.
Soms biedt
links meer ingrediënten aan en soms rechts. Soms is het knokken waard voor een
bepaalde flank (ja uh, echt wel). De vraag is steeds bij al die zaken wat er
wél van waar is, wat er bedoeld wordt vanuit de diepere lagen en vooral wat we
kunnen en nodig hebben. Hoe die laatste twee zaken samenkomen.
Zo kun je
besluiten om de kop in het zand te steken en realiteitszin kwijt te raken, want
‘het gaat om uitersten’. Of je kijkt zaken recht toe recht aan en met
integriteit in het gezicht aan. Je verzamelt aan alle kanten de ingrediënten om
dat algemene waardesysteem verder uit te bouwen. Om het omhoog te duwen, niet
omlaag…
Als je dat
kunt, zal je merken dat we elkaar soms vaker wel dan niet kunnen vinden in het
eindpunt, maar niet in hoe dat het beste bereikt kan worden. Vooral daar zit de
wrijving. Makkelijker (in Jip-en-Janneke-taal) kan ik het niet uitleggen.
Minder bekende denkers
Laat ik met
vijf citaten van minder bekende denkers afsluiten. Ze hadden geen groot podium.
Juist daarom haal ik hen aan.
Simone Weil
zei: “De wortels van een samenleving zijn spiritueel. Snijd je die af, dan
blijft er niets dan honger over.”
Martin Buber zei:
“De relatie tot de ander is de brug naar God. Niet het gelijk.”
Nicolás Gómez
Dávila zei: “Wanneer de samenleving geen heiligheid meer kent, rest alleen nog
ideologie.”
Etty Hillesum
zei: “Het enige dat we van deze tijd mogen verlangen, is dat we mensen blijven
onder mensen.”
Muhammad
Iqbal zei: “Cultuur leeft niet in monumenten, maar in mensen die voor elkaar
staan in moeilijke tijden.”
En Dina-Perla
Portnaar zegt: “Dat is de kern van humanocratie. Geen systeem van bovenaf, maar
een waarde die van onderop groeit. Zonder historisch vandalisme en culturele
genocide graag. In elk mens.”