mulder1

-Dr. Gert Jan Mulder- De stille symbiose tussen media en macht: hoe de journalistiek haar onafhankelijke ziel verloor

Opinie22 mei , 16:00
In een gezonde democratie behoort de journalistiek de macht te controleren, niet te bevestigen. Maar wie vandaag de berichtgeving van de meeste mainstream media (MSM) bekijkt, zal zich eerder verbazen over de gelijkvormigheid dan over de diversiteit van opvattingen. Van migratiebeleid tot klimaatmaatregelen, van corona-aanpak tot Europese integratie: vrijwel overal klinkt het officiële beleid door als normatief kompas. Kritische geluiden zijn zeldzaam, worden geframed als populistisch of gevaarlijk, of verdwijnen onder het mom van ‘desinformatie’. Hoe heeft het zover kunnen komen?

1. Zelfselectie en ideologische homogeniteit

De oververtegenwoordiging van links-progressieve opvattingen onder journalisten is al jarenlang onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau stemt het merendeel van journalisten in Nederland op D66, GroenLinks of PvdA¹. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, ware het niet dat dit leidt tot een vorm van groepsdenken: de neiging om binnen een redactie een gedeeld wereldbeeld te ontwikkelen waarin afwijkende standpunten als verdacht worden gezien. Journalisten die zich conservatief, klassiek-liberaal of nationalistisch profileren, voelen zich vaak geïsoleerd of worden zelfs uitgesloten.

2. Journalistieke opleidingen als ideologische broedplaatsen

Deze eenzijdigheid begint al op de opleidingen. Journalistieke studies aan hogescholen en universiteiten leggen de nadruk op sociale rechtvaardigheid, klimaatbewustzijn, anti-discriminatie, diversiteit en inclusie. Dit zijn zonder twijfel belangrijke maatschappelijke thema’s, maar het leidt tot een monoculturele vorming waarin de vanzelfsprekendheid van beleidskritiek verdwijnt. Studenten worden niet meer opgeleid tot tegenmacht, maar tot morele gidsen binnen een bepaalde ideologische consensus².

3. De financiële en institutionele verwevenheid

Veel media zijn vandaag de dag economisch afhankelijk van de overheid of aanverwante instellingen. In Nederland ontvangen publieke omroepen honderden miljoenen euro’s per jaar aan belastinggeld, maar ook commerciële platforms maken gebruik van subsidies, fondsen en projectfinanciering. Dit leidt tot een perverse prikkel: media gaan zich conformeren aan de beleidsdoelen van de subsidieverstrekkers³.
Ook de Europese Unie speelt hier een steeds grotere rol in. Via het Creative Europe Programme en andere subsidiekanalen financiert de EU talloze media en ngo’s die zich inzetten voor ‘Europese waarden’, ‘betrouwbare informatievoorziening’, en ‘de strijd tegen desinformatie’⁴. Formeel wordt dit gepresenteerd als steun aan de onafhankelijke pers, maar feitelijk is het een vorm van belangenverstrengeling: wie betaalt, bepaalt. Wie structureel kritisch is over de Europese Unie, maakt eenvoudigweg geen kans op die fondsen. Zo wordt loyaliteit aan het Europese project ongemerkt de nieuwe norm.

4. Ngo-netwerken en de verdwenen rol van USAID

Een onderbelicht element in dit geheel is de rol van internationale netwerken van ngo’s en private donoren. In het verleden speelde de Amerikaanse organisatie USAID hierin een centrale rol. Onder het mom van democratiebevordering financierde USAID wereldwijd journalistieke opleidingen, media-outlets en factcheck-netwerken. In de praktijk leidde dit vaak tot de promotie van een Atlantisch, globalistisch wereldbeeld dat grotendeels samenviel met het beleid van instellingen als de VN, de WHO en de EU⁵.
Onder president Donald Trump is een groot deel van deze financieringslijnen opgedoekt⁶, omdat men terecht vraagtekens zette bij het gebruik van belastinggeld voor ideologisch gemotiveerde beïnvloeding van buitenlandse perssystemen. Maar veel van deze netwerken bestaan voort onder andere namen, of zijn overgenomen door private fondsen zoals die van Soros, Gates of Rockefeller. Organisaties als het inmiddels invloedrijke UnitedAid – een netwerk met wortels in het mondiale ontwikkelings- en gezondheidsbeleid – financieren vandaag de dag nog steeds media-outlets en journalistieke platforms, vaak met een uitgesproken ideologische missie⁷.
Wie zich daarin verdiept, ziet hoe de zogenaamde ‘strijd tegen desinformatie’ vaak in feite een strijd tegen afwijkende opvattingen is. De informatie die wordt beschermd is zelden neutraal, maar representeert eerder een samenloop van belangen tussen supranationale instellingen en bevriende mediapartners.

5. De neergang van de klassieke journalistiek

Al deze factoren leiden tot wat je een ‘functioneel loyale journalistiek’ zou kunnen noemen: media die opereren binnen het bestaande beleidskader, eerder bevestigen dan bekritiseren, en zich presenteren als ‘betrouwbaar’ zolang ze niet te veel afwijken van de officiële lijn. De meeste nieuwsvoorziening in Nederland lijkt vandaag eerder op beleidscommunicatie met een menselijk gezicht dan op onafhankelijke verslaggeving.
Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor het publieke debat. Burgers krijgen eenzijdige informatie, afwijkende stemmen worden gemarginaliseerd, en het vertrouwen in de media daalt – terecht. De ironie is dat precies degenen die zeggen te strijden tegen polarisatie en populisme, via hun eenzijdige berichtgeving juist bijdragen aan de explosieve groei ervan.

6. Een pleidooi voor pluriformiteit en tegenspraak

In deze context is het van groot belang dat er alternatieve platforms blijven bestaan die wél kritisch durven te zijn. Ongehoord Nederland, De Dagelijkse Standaard, Wynia’s Week, en enkele andere onafhankelijke media bieden een broodnodig tegenwicht tegen de eenheidsworst van de reguliere berichtgeving. Zij geven ruimte aan geluiden die elders worden onderdrukt: over migratie, eurokritiek, coronabeleid, klimaatdogma’s en de grensoverschrijdende macht van supranationale instellingen.
Zij zijn de canaries in de kolenmijn van onze democratie. En ze verdienen niet onze afkeuring, maar onze steun. Daarom wordt lid van Ongehoord Nederland en steun De Dagelijkse Standaard!

Voetnoten

1. SCP (2019). Journalistieke Culturen in Nederland. Zie ook: Medialogica (VPRO, 2022) over de politieke oriëntatie van journalisten.
2. Zie bijvoorbeeld: H. Wansink (2023), De nieuwe heilsleer. Ideologie in de klas. Amsterdam University Press.
3. Ministerie van OCW, Mediabegroting 2024.
4. Europese Commissie (2023). Creative Europe Programme – Media Subprogramme. Jaarverslag financiering journalistieke projecten.
5. USAID Media Assistance Overview Report (2016–2018).
6. The New York Times (2020). “Trump Cuts Funding to USAID Media Programs Amid Concerns Over Bias”.
7. UnitedAid Transparency File (2024), gepubliceerd op DocumentCloud. Zie met name de financieringsstromen naar Europese ‘factcheck’-initiatieven.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten