Er waait een ongemakkelijke gedachte door Europa. Steeds meer mensen krijgen het gevoel dat de Europese Unie niet wordt gesloopt door haar tegenstanders, maar door haar eigen handelen. Niet met tanks of revoluties, maar met dossiers, juridische vondsten en een morele zelfverzekerdheid die geen tegenspraak meer duldt.
Het nieuwste voorbeeld komt uit Brussel en is zo onthullend dat het bijna symbolisch is voor de staat van de Unie.
Na de Russische inval in
Oekraïne bevroor de
EU ruim 200 miljard euro aan Russische tegoeden. Dat
geld is juridisch nog steeds van
Rusland, maar staat vastgezet bij financiële instellingen, met Euroclear in Brussel als belangrijkste spil. Tot zover is het een harde, maar juridisch herkenbare sanctie. Bevriezen is iets anders dan onteigenen.
Maar nu wil de Europese Commissie een stap verder gaan. Het plan is om dat bevroren geld te gebruiken als onderpand voor een enorme lening aan Oekraïne. De constructie is slim op papier en gevaarlijk in de praktijk. De EU leent geld van Euroclear, gebruikt dat als garantie en verstrekt vervolgens een lening aan Oekraïne. Terugbetaling hoeft alleen als Rusland ooit de oorlogsschade vergoedt. Zo niet, dan blijven de Russische tegoeden bevroren en draait Moskou impliciet op voor de rekening.
Volgens de Commissie is het logisch. Rusland is verantwoordelijk voor de schade, dus Rusland moet betalen. Extra voordeel: het kost EU-landen zelf geen cent.
Maar precies daar begint het probleem.
Wanneer regels optioneel worden
Professor Glenn Diesen, gespecialiseerd in Russisch buitenlands beleid, Groot-Eurazië en geo-economie, reageerde scherp op X. Zijn woorden zijn rauw, maar raken een gevoelige snaar:
“De EU zal zichzelf vernietigen. Wanneer mensen ervan overtuigd zijn dat ze moreel superieur zijn, vervallen alle regels.”
Dat is de kern. Niet de steun aan Oekraïne staat hier ter discussie, maar de manier waarop. Zodra een politieke entiteit besluit dat haar morele gelijk haar boven het recht verheft, verandert ze van rechtsorde in machtsblok. Regels worden dan geen fundament meer, maar obstakels die creatief moeten worden omzeild.
Het wordt nog zorgwekkender wanneer leiders openlijk zeggen dat niemand binnen de EU “zou mogen blokkeren wat het juiste is om te doen”. Dat zei de Deense premier. Een zin die klinkt als idealisme, maar ruikt naar dwang. Want wie bepaalt wat “het juiste” is, en wie mag daar nog tegenin gaan?
Brussel als kantorencomplex
Ik ga iets verder en stel wat veel mensen fluisterend denken, maar zelden hardop zeggen. België zou het EU-hoofdkantoor in Brussel net zo goed kunnen sluiten en iedereen naar huis sturen. Het is, strikt genomen, niet meer dan een kantorencomplex. Waarom luisteren we eigenlijk nog naar deze ongekozen mensen?
Het is een provocerende gedachte, maar wel een die iets blootlegt. De EU ontleent haar gezag niet aan een leger of een volk, maar aan vertrouwen in regels, procedures en voorspelbaarheid. Juist daarom is het spelen met eigendomsrechten zo riskant. Vandaag gaat het om Russisch geld. Morgen vraagt de rest van de wereld zich af hoe veilig hun tegoeden in Europa nog zijn.
De zelfontbranding van vertrouwen
Wat hier op het spel staat, is meer dan Oekraïne of Rusland. Het gaat om de geloofwaardigheid van Europa als rechtsruimte. Een plek waar eigendom beschermd is, ook als de eigenaar politiek onwelgevallig is. Haal die zekerheid weg en je blaast het fundament onder je eigen financiële systeem op.
Totalitarisme begint zelden met laarzen op straat. Het begint met het idee dat het doel zo nobel is dat middelen er niet meer toe doen. Dat tegenstemmen verdacht zijn. Dat blokkeren niet mag. Dat regels buigzaam zijn zolang wij aan de goede kant van de geschiedenis staan.
De EU hoeft niet vernietigd te worden door vijanden van buitenaf. Ze is uitstekend in staat dat zelf te doen, met morele hoogmoed als brandstof en juridisch drijfzand als ondergrond. Steeds meer mensen zien het. De vraag is niet meer of dit pad gevaarlijk is, maar hoe lang Europa nog denkt dat macht zonder grenzen geen prijs heeft.