Wierd Duk verwoordde het treffend op X:
“Toch altijd weer ontluisterend als types, ook in de media, die geacht worden een functionerend brein te hebben je een ‘racist’ noemen omdat je de extreme aspecten van een zekere religie niet zo fijn vindt en niet compatibel met hoe we hier willen leven. Maar ja, dat onderwijs ..” Een rake constatering. Want het
debat in Nederland is op een punt beland waar je niet eens meer inhoudelijk hóeft te discussiëren om iemand de mond te snoeren. Eén woord is tegenwoordig voldoende: racist. Of, als men zich extra moreel wil voelen: fascist, extremist of islamofoob.
Het label is het argument geworden. En wie het label krijgt, verliest — ongeacht de inhoud.
Kritiek op religieuze ideologie is géén racisme
Wie wijst op de gevaarlijke kanten van de politieke islam, op shariarechtspraak, vrouwenonderdrukking, eerwraak, radicalisering of aparte zwemuurtjes — praat niet over ras, maar over ideeën en ideologieën. Dat is precies wat in een vrije samenleving moet kunnen: ideeën bekritiseren, zonder daarvoor tot immoreel persoon verklaard te worden.
Dat heet debat. Of beter: dat héét beschaving.
Maar wat zien we vandaag? Begrippen als ‘racisme’ worden gebruikt als morele wapenstok. Niet om te waarschuwen voor echte discriminatie — maar om kritiek op radicale of antidemocratische ideeën direct verdacht te maken. Een debatversneller is veranderd in een debatstopper.
De selectieve ‘diversiteit’ van de morele elite
Opvallend genoeg komt die verontwaardiging vaak van mensen die zelf nauwelijks in aanraking komen met de maatschappelijke gevolgen van cultuurconflicten — behalve bij hun favoriete ‘authentieke’ bakker of kleermaker om de hoek.
Hun multiculturele ervaring is vaak charmant, smakelijk en Instagram-waardig.
Maar niet de dagelijkse realiteit van de buurten en scholen waar integratie, spanningen, segregatie en culturele wrijving écht voelbaar zijn.
En precies daar ontstaat de kloof:
Tussen mensen die gézien en beleefd hebben wat problematische cultuurimport betekent — en mensen die er alleen over twitteren vanuit de grachtengordel.
De laster-tactiek is oud — en doorzichtig
Fortuyn werd weggezet als 'gevaarlijk'. Ayaan als 'verraadster'. Van Gogh als 'provocateur'. Geert Wilders als ‘racist’ en ‘extremist’. Vandaag richt diezelfde reflex zich op iedereen die vraagt: “Past dit wel bij Nederland?”
Het is geen inhoudelijk debat. Het is reputatiemanagement. Een hedendaags frame-mechanisme: wie het niet eens is met de heersende morele lijn, wordt niet weerlegd, maar weggezet.
De enige remedie: inhoud boven etiketten
Zodra de discussie niet meer gaat over wat iemand zegt, maar wat iemand zou zijn — racist, extremist, fascist — is elk gesprek over. En wie dat bewust inzet, kiest niet voor argumenten, maar voor intimidatie.
De beste manier om dat te doorbreken? Niet meeschreeuwen, maar kalm vasthouden aan feiten, logica en principiële vrijheid van meningsuiting.
Want een idee bestrijd je niet met etiketten, maar met betere ideeën.
Het is tijd dat we het onderscheid weer durven maken tussen
racisme (werkelijk en verwerpelijk) en legitieme kritiek op ideologische, religieuze of culturele opvattingen die ingaan tegen vrijheid, gelijkheid of rechtsstaat.
Zodra dat onderscheid verdwijnt, is niet de vrijheid van minderheden in gevaar — maar de vrijheid van iedereen.
🟥 Ben jij ook zo klaar met dit partijkartel dat baantjes verdeelt en de kiezer negeert? Ze spelen spelletjes met onze democratie en met onze toekomst. En intussen wordt ook de bescherming van het leven verkwanseld in dit soort dealtjes. Kom in verzet. 👉 Teken HIER de petitie tegen de abortusplannen en voor een eerlijk en fatsoenlijk Nederland.