Erotisch megacentrum in Amsterdam wankelt: zelfs D66 keert zich af

Het plan was al absurd vanaf dag één. Een sekscentrum van groteske proporties, pal naast de A10, waar de hoofdstad zijn Wallen-probleem zogenaamd naartoe zou exporteren. Niet door criminaliteit en overlast aan te pakken, maar door het simpelweg te verplaatsen. Alsof je rotte appels niet weggooit, maar onder een mooi doekje legt en dan doet alsof alles beter is.

Halsema, de GroenLinks-burgemeester die zichzelf graag profileert als progressieve bestuurder met “hart voor mensenrechten”, wilde koste wat het kost haar prestigeproject doordrukken. Sekswerk moest “gewoon werk” worden, en een sekspaleis met 100 werkplekken zou hét voorbeeld zijn van haar moderne, diverse en inclusieve visie op de stad.

Maar de werkelijkheid is anders: bewoners zijn woedend, sekswerkers willen het niet, ondernemers vrezen overlast en zelfs lokale politici zeggen nu “nee”.

Het verzet komt deze keer uit een onverwachte hoek: D66 in stadsdeel Zuid. Unaniem spraken de leden zich uit tegen het plan. Niet uit morele overtuiging (hoewel dat natuurlijk zou moeten), maar vanwege de praktische onzin: “De locatie is onlogisch, de verkeersdruk te groot, en het risico op negatieve impact enorm.”

Wat een verademing dat zelfs bij D66 eindelijk het verstand lijkt terug te keren.

De lokale D66-fractieleider Dirk van Leeuwen formuleerde het treffend: “Wij zien de problemen op de Wallen ook, maar kiezen voor kleinschalige oplossingen, zoals nu al in Zuid.” En dat is een klap in het gezicht van Halsema, die nog steeds doet alsof het erotisch centrum de enige manier is om de overlast in het centrum aan te pakken.

Alsof dat allemaal nog niet genoeg zegt, spreken ook sekswerkers zich uit tégen het erotisch centrum. Ze voelen zich een speelbal van politieke experimenten, zonder dat er naar hun werkelijke wensen wordt geluisterd. Het plan wordt door velen gezien als onveilig, onpersoonlijk en onvrij. In plaats van meer bescherming, krijgen zij een bordeel waar zij voor de show mogen verschijnen, met camera’s, regelgeving en bezoekersaantallen alsof het een publiek museum betreft.

Het hele project is gebaseerd op een elitaire wensdroom, niet op de werkelijkheid van de mensen die ermee moeten leven of werken.

De gedachte dat een stad zichzelf serieus kan nemen terwijl het een sekspaleis naast een snelweg wil bouwen als “oplossing” voor overlast, is een signaal van moreel en bestuurlijk verval. Het gaat hier niet alleen om verkeersdrukte of overlast. Het gaat om de vraag: wat voor samenleving willen wij zijn?

Een samenleving die zichzelf respecteert, bouwt geen staatsbordeel als visitekaartje. Die kiest voor bescherming van kwetsbaren, voor het herstel van publieke moraal en voor het aanpakken van criminaliteit – niet het faciliteren ervan onder een glimmend dak.

Op 18 oktober moet de ledenvergadering van D66 zich nog uitspreken over het definitieve verkiezingsprogramma. Laat deze uitkomst het begin zijn van het einde voor Halsema’s seksbunker. En laat andere partijen – de VVD voorop – hun rug recht houden en een duidelijk signaal afgeven: deze waanzin hoort niet thuis in Nederland.

Wat er nu nodig is, is geen centrum voor seksuele “diversiteit”, maar een centrum voor gezond verstand.