Meerdere partijen weigeren openlijk met de PVV samen te
werken. Dat is op zichzelf geen nieuws, maar uit recent onderzoek van Hart van
Nederland onder ruim 3.400 respondenten blijkt hoe diep de kloof inmiddels
is: 49 procent van de Nederlanders vindt het terecht dat de PVV wordt
buitengesloten bij de kabinetsvorming, terwijl 47 procent dat onterecht vindt.
Die bijna gelijke verdeling toont aan dat het debat over politieke uitsluiting
allang niet meer beperkt blijft tot Den Haag, maar het hele land verdeelt. Tijdens
Het Debat van Nederland op SBS6 werd de
afstand tussen de gevestigde partijen en
Geert Wilders’ PVV opnieuw zichtbaar.
CDA-leider Henri Bontenbal, VVD-leider Dilan Yeşilgöz en
GroenLinks-PvdA-voorman Frans Timmermans spraken zich duidelijk uit tegen
samenwerking met de PVV. Timmermans beroept zich op ‘principiële redenen’,
waarbij vooral de PVV-standpunten over islam en immigratie een breekpunt
vormen. Bontenbal en Yeşilgöz verwijzen juist naar het verleden:
Wilders zou
onbetrouwbaar zijn omdat hij eerder steun introk bij kabinetten.
Toch raakt die uitleg steeds minder kiezers. Veel
Nederlanders vragen zich af hoe democratisch het is om een partij met de
grootste of op één na grootste volksvertegenwoordiging systematisch te weren
van regeringsdeelname. Wie principieel weigert te praten met een partij die
miljoenen stemmen vertegenwoordigt, lijkt niet de PVV maar de kiezer zelf uit
te sluiten.
De VVD in spagaat
Vooral binnen de VVD zorgt het uitsluiten van de PVV voor
spanning. Volgens het onderzoek noemt 52 procent van de VVD-kiezers het
onterecht dat Wilders buiten spel wordt gezet. Slechts 46 procent steunt het
standpunt van Yeşilgöz. Dat is opvallend: de liberale achterban lijkt rechtser
te denken dan de partijtop, die onder druk van de media en coalitiepartners een
harde lijn aanhoudt.
Het contrast met de linkse partijen is groot. Binnen
GroenLinks-PvdA vindt maar liefst 93 procent het terecht dat de PVV wordt
uitgesloten. D66 volgt met 81 procent, en ook bij het CDA (72 procent)
overheerst afkeer van samenwerking. Aan de rechterkant is het precies andersom:
99 procent van de PVV- en FVD-stemmers vindt de uitsluiting volstrekt
onterecht, net als 84 procent van de BBB- en 81 procent van de JA21-aanhang.
🟦 Ben jij het ook zat dat partijen mooie woorden hebben over democratie, maar ondertussen miljoenen kiezers buitensluiten? Dat ze stoer doen in debatten, maar na de verkiezingen weer buigen voor Brussel en Timmermans? Laat het niet gebeuren. Laat je stem horen vóór 29 oktober.
👉 Teken de petitie: geen Timmermans in het Torentje! De prijs van uitsluiting
Wilders zelf wijst erop dat hij in het verleden is
tegengewerkt bij het uitvoeren van zijn plannen om immigratie te beperken.
Volgens hem heeft Nederland genoeg van partijen die elkaar blijven uitsluiten.
En hij heeft een punt: politieke stabiliteit ontstaat niet door muren te
bouwen, maar door compromissen te sluiten en verantwoordelijkheid te nemen.
De weigering om met de PVV te regeren ondermijnt niet alleen
het vertrouwen in de politiek, maar versterkt ook het gevoel dat er een elite
is die bepaalt wie er mag meedoen. Dat sentiment, jarenlang genegeerd, is
precies wat de PVV groot heeft gemaakt.
Een democratie die grenzen trekt aan de democratie
Het structureel buitensluiten van de PVV is geen blijk van
principiële kracht, maar van politieke angst. Een democratie die zichzelf
serieus neemt, moet in staat zijn om met elke gekozen partij aan tafel te
zitten — ongeacht haar toon, geschiedenis of standpunten. Door Wilders uit te
sluiten, sluiten partijen niet alleen een politicus uit, maar ook een groot
deel van Nederland dat simpelweg gehoord wil worden.
De vraag is dus niet langer of de PVV te ver gaat, maar of
de gevestigde orde niet te ver is gegaan in haar weigering om de kiezer serieus
te nemen.