Zowel Frans
Timmermans (GroenLinks/PvdA) als Dylan Yeşilgöz (VVD) weten alleen nog onder
hun eigen achterban te scoren, zo blijkt uit een nieuwe analyse van Maurice de
Hond. Daarbuiten? Nauwelijks enthousiasme. Dat kan zomaar betekenen dat bij de
aankomende Tweede Kamerverkiezingen het diepterecord van 31 zetels voor de
grootste partij — ooit neergezet in 2010 — rücksichtslos verbroken
wordt. Met alle politieke ellende van dien: nóg meer versplintering, nóg
moeilijkere formaties, en een parlement dat nog lastiger bestuurbaar is dan het
al was. Timmermans overtuigt alleen de eigen club
Laten we met Timmermans beginnen. Onder de eigen achterban
doet hij het prima: 55% van de GroenLinks/PvdA-kiezers vindt hem een goede
lijsttrekker — vooral de
PvdA-stemmers van 2021. Maar zodra je buiten dat
clubje kijkt, wordt het al snel magertjes. D66’ers, SP-stemmers, Volt-fans en
zelfs ChristenUnie-aanhangers blijken liever Ahmed Aboutaleb als leider van
GroenLinks/PvdA te zien. Onder
CDA-kiezers geeft 53% de voorkeur aan Aboutaleb,
terwijl Timmermans daar blijft steken op een schamele 16%.
Timmermans weet buiten zijn bubbel nauwelijks mensen te
overtuigen. Als je geen stemmers weet los te peuteren bij verwante partijen
zoals D66, SP of Partij voor de Dieren, dan zit er simpelweg weinig groei in.
Dat belooft niet veel goeds.
Yeşilgöz doet het niet veel beter
Aan de rechterkant is het beeld niet veel rooskleuriger.
Yeşilgöz haalt bij
VVD-kiezers nog nette cijfers (67% ziet haar als een goede
lijsttrekker), maar zodra je kijkt naar CDA’ers, JA21-aanhangers of
PVV-stemmers, zakt het enthousiasme als een plumpudding in elkaar. Onder
CDA’ers scoort ze slechts 15%, terwijl VVD’ers als Eelco Heinen en Vincent
Karremans daar aanzienlijk beter uit de bus komen.
Terwijl Yeşilgöz moeite heeft om mensen te trekken, springt
Caroline van der Plas van BBB eruit. Zij is razend populair onder haar eigen
achterban (76%) én doet het opvallend goed bij aanhangers van andere rechtse
partijen (rond de 50%). Zelfs Mona Keijzer scoort beter dan Yeşilgöz of
Timmermans.
Dreigt het diepterecord te sneuvelen?
De peiling laat één ding pijnlijk duidelijk zien: de
traditionele grote partijen zijn hun magie kwijt. Kiezers worden niet meer warm
of koud van de gevestigde lijsttrekkers. Dat voedt precies datgene waar Den
Haag al jaren op leegloopt: versnippering. Kleine partijen schieten als
paddenstoelen uit de grond en coalities worden haast onmogelijk.
Het is dan ook geen gekke gedachte dat we dit najaar een
uitslag gaan zien waarbij geen enkele partij boven de 30 zetels komt. Zelfs de
PVV, die in 2023 uit het niets 37 zetels binnensleepte, lijkt die prestatie
voorlopig niet te herhalen. Het scenario van 2012 — Rutte versus Samsom, een
klassieke tweestrijd die beide partijen richting de 40 zetels duwde — lijkt in
de verste verte onhaalbaar. Het politieke landschap is daarvoor simpelweg te
verbrokkeld, en de lijsttrekkers missen de flair om daar verandering in te
brengen.
👉 Geen linkse intimidatie aan Nederlandse universiteiten. Stop de Hamasprotesten! Academici ondersteunen terreursympathisanten en joodse studenten worden gejaagd. De maat is vol. ✍️ Teken vandaag nog deze petitie en laat je stem horen. Dan moet de formatie nog beginnen...
Als straks niemand boven de 30 zetels eindigt, wordt de
kabinetsformatie helemaal een puzzel van duizend stukjes zonder
voorbeeldplaatje. Wie mag dan het voortouw nemen? Wie krijgt het vertrouwen van
anderen om premier te worden? Wie weet überhaupt nog iets voor elkaar te
krijgen in een Eerste Kamer waar iedere stem telt en ieder wetsvoorstel
riskeert te verzuipen in compromissen?
Politieke spaghetti
Wat
Maurice de Hond hier eigenlijk blootlegt, is dat de
grote partijen allang niet meer de locomotieven van het Nederlandse politieke
landschap zijn. Timmermans en Yeşilgöz hebben amper aantrekkingskracht buiten
hun eigen clubje, de PVV staat stil, en er is geen duidelijke tweestrijd om
mensen op te zwepen. De kans dat we straks een Kamer krijgen waarin niemand
écht de leiding pakt, is levensgroot.
Ja, dat maakt regeren nóg ingewikkelder dan het al is. Een
chaos van kleine partijen, onmogelijke meerderheden en eindeloze formaties
dreigt het nieuwe normaal te worden. Alleen een onverwachte politieke
aardverschuiving, een schandaal, een genie of een megastunt in de campagne kan
dat tij nog keren. Maar voorlopig ziet het ernaar uit dat we het record van
2010 gaan breken... en dat het land daarna nóg verder vast komt te zitten in
een formatiefuik zonder uitgang.