Provinciale Staten en Kiescolleges bepalen vandaag de Samenstelling van de Eerste Kamer

Op basis van de uitslag van de provinciale verkiezingen op 15 maart is reeds gebleken dat de BoerBurgerBeweging (BBB) uit het niets de grootste partij wordt in de Eerste Kamer. De regeringscoalitie bestaande uit VVD, D66, CDA en ChristenUnie heeft aanzienlijk verloren bij de verkiezingen, waardoor de invloed van oppositiepartijen op het beleid alleen maar groter wordt. Ook nu heeft de regerende coalitie geen meerderheid in de Eerste Kamer. Om wetgeving door het parlement te krijgen, zijn de kabinetten van Mark Rutte al jarenlang afhankelijk van steun vanuit de oppositiepartijen.

Wat er vandaag gebeurt, kan een aanzienlijke invloed hebben op de politieke besluitvorming. Dit geldt met name vanwege de verdeling van de acht restzetels. De onderhandelingen over deze restzetels zijn de afgelopen tijd intensief gevoerd. Door middel van afspraken tussen verschillende partijen is het mogelijk om extra zetels te verwerven voor zowel de coalitie als de oppositie. Dit proces staat traditioneel bekend als een vorm van politieke handjeklap. Sommige leden van Provinciale Staten moeten vandaag wellicht niet op hun eigen partij stemmen, maar op een kandidaat van een andere partij.

Afhankelijk van de gemaakte afspraken zou BBB mogelijk niet met 17, maar met 18 zetels kunnen binnenkomen in de Eerste Kamer. Er bestaat echter ook een reële mogelijkheid dat de coalitiepartijen door middel van onderlinge afspraken een extra zetel verkrijgen.

In de komende maanden zal de nieuwe Eerste Kamer diverse wetten behandelen met betrekking tot belangrijke onderwerpen voor de regering. Hierbij valt te denken aan het stikstofbeleid en de opvang van asielzoekers, waarbij de regering gemeenten wil kunnen verplichten om voor opvang te zorgen. Het is echter nog lang niet zeker of deze wetsvoorstellen voldoende steun zullen krijgen om aangenomen te worden.