Wilfred Genee laat Ingrid Coenradie (JA21) zweten met scherpe vraag over Geert Wilders

Coenradie was in het vorige kabinet staatssecretaris van Justitie namens de PVV, maar haar relatie met Wilders liep bepaald niet op rolletjes. Ze botsten stevig over diens nogal discutabele idee om het cellentekort op te lossen door acht gevangenen in één cel te proppen. “Totaal idioot, ronduit gevaarlijk,” noemt ze dat plan.

Sinds de kabinetsval is Coenradie op zoek gegaan naar een nieuw politiek onderkomen. Er gingen geruchten over een overstap naar de VVD, BBB of NSC, maar ze koos uiteindelijk voor JA21. “Wat me aanspreekt, is dat de partij rechts is, maar ook realistisch en pragmatisch,” zegt ze in het AD. Ze treft daar een oude bekende aan: Joost Eerdmans, met wie ze eerder actief was bij Leefbaar Rotterdam.

Tijdens het interview met Genee ging het al snel over haar moeizame communicatie met Wilders. “Ik kon eigenlijk met iedereen goed communiceren in Den Haag,” zei ze. “Misschien met uitzondering van Geert.” Dat was natuurlijk het sein voor Genee om gas te geven. “Vind je het een lul eigenlijk, Geert, of niet?” vroeg hij. Coenradie, hoorbaar overvallen: “Nee. Nee. Nee.” Maar Genee gaf niet op: “Ik kan me best voorstellen dat je het een lul vindt, met alles wat hij gedaan heeft.” “Ja, ja…” stamelde ze.

Hoe lang het geleden is dat ze Wilders überhaupt gesproken heeft? “Echt heel lang geleden. Maanden. Maar wanneer precies? Geen idee. Moet ik opzoeken.” Als ze hem nu weer zou tegenkomen? “Ja, nou… niet gezellig in ieder geval. Nee.”

Hoewel haar breuk met Wilders duidelijk is, sluit Coenradie samenwerking met de PVV in de toekomst niet uit. “JA21 is een democratische partij en sluit niemand uit. Daar sluit ik me bij aan,” zei ze eerder op televisie.

Op de kandidatenlijst van JA21 staat ze nog niet definitief; de selectiecommissie moet haar nog aanwijzen. Lijsttrekker worden ziet ze sowieso niet zitten. “Ik ben misschien een stemmentrekker, maar geen lijsttrekker,” zei ze. “Die debatten gaan alleen maar over wie de beste sneer uitdeelt. Het is hard, het is persoonlijk. Ik zou dan de prooi zijn tussen de haaien.”