Wybren van Haga (BVNL) verzet zich tegen rehabilitatie deserteur Poncke Princen en pleit voor eerherstel van generaal Spoor en kapitein Westerling

In 1948 deserteerde Poncke Princen uit het Nederlandse politionele leger en sloot zich aan bij de Indonesische opstandelingen, waar hij tegen zijn eigen landgenoten vocht. Van Haga betreurt het dat Princen in 1995 een visum kreeg om Nederland binnen te komen en noemt dit een belediging voor de Indische gemeenschap.

Naast zijn verzet tegen de rehabilitatie van deserteur Poncke Princen, heeft Van Haga ook een motie ingediend om generaal Spoor en kapitein Westerling te rehabiliteren. Hij is van mening dat deze twee militairen ten onrechte worden bestempeld als oorlogsmisdadigers. Volgens Van Haga hebben zij een einde gemaakt aan de Bersiap-periode, waarin grootschalige genocide plaatsvond op (Indische) Nederlanders, Molukkers en Chinezen. Hij benadrukt dat het onderzoek naar het geweld van Nederlandse militairen in voormalig Nederlands-Indië te eenzijdig is en het leed veroorzaakt door Indonesische opstandelingen veronachtzaamt.

Om het geweld tijdens de Bersiap-periode beter te begrijpen, heeft Van Haga ook een motie ingediend om een diepgaand onderzoek te starten naar deze periode. Hij vindt het onacceptabel dat het leed veroorzaakt door Indonesische opstandelingen volgens hem onderbelicht blijft.