5 vragen over het Europees Begrotingspact

Geen categorieapr 03 2013, 12:44
Zonder veel media-aandacht keurde de Tweede Kamer verleden week dinsdag het zogenaamde “Fiscal Compact” of Europees Begrotingspact goed. Dat werd verleden jaar ondertekend door 25 van de 27 EU-lidstaten en moet er voor zorgen de nationale schulden terug te dringen. De goedkeuring was dan ook niet meer dan een formaliteit, alhoewel de Eerste Kamer er nog haar zegen over moet geven.
Van alle lidstaten van de eurozone zijn het ook enkel België, Nederland, Luxemburg en Malta die de goedkeuring nog niet hebben voltooid. In Duitsland loopt de omzetting van het Verdrag in nationaal recht wel vertraging op. Het loont de moeite om enkele pertinente vragen te stellen bij wat precies werd goedgekeurd, op net dezelfde dag trouwens als wanneer het Burgerforum-EU 56.000 handtekeningen afleverde bij diezelfde Tweede Kamer, met de vraag dat in de toekomst geen machtsoverdracht aan Europa zou gebeuren zonder referendum.
* Waarom een nieuw verdrag voor meer begrotingsdiscipline, na het niet-naleven van het Stabiliteitspact?
Zoals iedereen wel weet, werd de invoering van de euro begeleid door het zogenaamde “Stabiliteits- en Groeipact”, regels die lidstaten verplichten om hun begrotingstekort terug te dringen tot niet meer dan 3 procent en hun schuldgraad tot niet meer dan 60 procent van het BBP. Van alle 17 eurolanden voldoen enkel Finland, Estland en Luxemburg nu nog aan die doelstellingen. Het pact werd bij het oud huisvuil gezet toen Romano Prodi, de toenmalige Italiaanse voorzitter van de Europese Commissie in 2002 opmerkte dat het “stom” was, en zowel Duitsland als Frankrijk het pact openlijk negeerden. Er is wel zoiets als een “procedure bij buitensporige tekorten” die tot boetes kan leiden, en op dit moment trouwens van toepassing is voor maar liefst 23 van de 27 EU – lidstaten, waaronder Nederland, dat dit jaar ook de doelstelling van 3 procent niet haalt. In de praktijk kwam het echter nog nooit tot zo’n boetes, omdat er geen politieke wil voor bestond bij de lidstaten. Door het Begrotingspact wordt het weliswaar moeilijker om sancties te vermijden, want een land moet nu een gekwalificeerde meerderheid van alle lidstaten overtuigen om niet gestraft te worden. Los van de inhoud, is de vraag maar wat het voor zin heeft om maar nieuwe regels – zoals het “six-pack” of het “two-pack” - uit te blijven vaardigen als de oude gewoon worden genegeerd.
* Waarom het begrotingsbeleid aanpakken, terwijl dit niet de uiteindelijke oorzaak van de eurocrisis is?
Toen ze in de problemen kwamen, hadden Ierland en Spanje geen uitzonderlijk hoge publieke schuld, maar integendeel een zeer hoge private schuld. Die private schuld is er niet zomaar gekomen, maar is het directe gevolg van de onaangepast lage interestvoeten van de Europese Centrale Bank. Die laatste diende de rentevoet te bepalen voor zowel de snelgroeiende periferie als voor Duitsland, dat toen met trage groei kampte. Een renteverhoging om de Ierse en Spaanse vastgoedluchtbellen af te remmen was niet mogelijk, omdat dit de Duitse economie te zwaar zou schaden.
Ook in Griekenland was het onverantwoordelijk begrotingsbeleid slechts mogelijk bij de gratie van het euro-lidmaatschap, dat de politici van het land met artificieel lage interestvoeten voorzag. Zowel België als Italië kampten met hoge interestvoeten in de jaren ’90, tot duidelijk werd dat ze de euro zouden kunnen invoeren. Ondanks een zeer beperkte daling van de staatsschuld van beide landen, konden ze hun bevolking sindsdien aan fors goedkopere voorwaarden verder met schulden opzadelen. In Portugal leidde het vooruitzicht om de euro in te kunnen voeren zelfs tot een investeringsluchtbel die uiteenspatte alvorens het land effectief de euro invoerde.
Ook al is begrotingsdiscipline dan natuurlijk een goed idee, pakt het de fundamentele oorzaken van de eurocrisis niet aan. Het maakt van de eurozone geen optimale muntunie.
* Waarom zitten er elementen van versoepeling in het Begrotingspact?
Ook zij die geloven dat het belangrijk is om meer begrotingsdiscipline af te dwingen via een nieuw verdrag, moeten het toch even van naderbij bekijken. In zekere zin is er zelfs sprake van een versoepeling van de begrotingsdiscipline, omdat het Verdrag de nadruk legt op een nieuwe definitie van “begrotingstekort”. Terwijl het oude Stabiliteitspact eenvoudigweg stelde dat een lidstaat geen “algemeen begrotingstekort” van meer dan 3 procent van het BBP mag hebben, spreekt het Begrotingspact over een “structureel begrotingstekort” dat niet meer dan 0,5 procent van het BBP mag bedragen.
Wat is een “structureel begrotingstekort” dan wel? Volgens het Verdrag is dit het “jaarlijks conjunctuur-gezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen”. Dit betekent dat men het reële tekort naar beneden toe gaat bijstellen om het “structureel tekort” te berekenen, vanwege zogenaamd gunstige groeivooruitzichten. Zo her-berekende de Europese Commissie in een rapport het Nederlandse “algemene” begrotingstekort voor 2012 van 3,7 procent naar een “structureel” begrotingstekort van 2,2% omdat er een “bescheiden herstel” op komst zou zijn. Zo’n voorspelling is op zijn minst onzeker. Dit soort futurologie zet ook de deur open naar nog meer manipulatie van begrotingsdata dan we in de eurozone al gewoon zijn. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat toen de Franse regering recent aankondigde de doelstelling van 3 procent algemeen begrotingstekort niet te zullen halen, de Europese Commissie daarop reageerde door te stellen dat het nu naar het “structureel” tekort kijkt, waarbij een “onverwacht” tegenvallende economische groei dus als excuus kan gelden. Frankrijk, Portugal en Spanje krijgen nu alweer wat meer tijd. Dat Rainer Brüderle, de kopman van de Duitse liberale regeringspartij FDP, waarschuwde dat Duitsland zo’n Franse schending van het Begrotingspact niet mag accepteren, krijgt nauwelijks nog aandacht. Iedereen weet ondertussen wel wat Europese afspraken waard zijn. Er zitten nog wel wat meer achterdeurtjes in het nieuwe Verdrag. Lidstaten mogen van de regel afwijken in “uitzonderlijke omstandigheden“, zoals bijvoorbeeld “perioden van ernstige economische neergang”. Ook de oorspronkelijke idee om de “schuldenrem” verplicht in de Grondwet te doen opnemen werd verlaten. Nu volstaat een gewone wet. Er wordt ten slotte ook voorzien in heel wat flexibiliteit om de overgang naar een zogenaamde begroting in evenwicht te bereiken. Gezien de hoge Europese schuldenbergen zal met die flexibiliteit wellicht ruimhartig worden omgesprongen.
Het Begrotingspact verandert met al deze achterpoortjes weinig aan de uiteindelijke stimulansen om ook effectief begrotingsdiscipline aan de dag te leggen. Sinds de eurocrisis uitbrak in 2010, zijn de eurolanden via de ECB alsmaar verder gegaan in het indirect financieren van staten in nood via allerlei duistere mechanismes (SMP, ELA, OMT, noem maar op), met alle gevolgen van dien voor de druk op regeringen om niet te talmen. Het ziet er niet naar uit dat dit zal veranderen.
* Is het wel democratisch om de parlementaire controle over belastinggeld verder aan te tasten?
"Wie kent Olli Rehn? Wie heeft ooit het gezicht van Olli Rehn gezien? Niemand. Terwijl hij wel zegt hoe wij onze economische politiek moeten voeren." De Belgische Minister Paul Magnette verwoordde ongetwijfeld de gevoelens van velen toen hij verleden jaar nogal scherp uitviel naar de Finse Eurocommissaris die verantwoordelijk is voor begrotingsbeleid. Oorlogen werden gevoerd om de macht van de volksvertegenwoordiging over het uitvoerend gezag vestigen, en nu zou een aanzienlijk deel van die begrotingsmacht doodleuk in handen komen van een niet-verkozen supranationaal beleidsniveau, nadat op nationaal vlak de executieve zichzelf steeds maar versterkt?
Ook al is deze machtsoverdracht in lijn met nationale Grondwetten en wordt ze beslist door democratisch verkozen nationale parlementen, noch de Commissie of zelfs het Europees Parlement genieten de legitimiteit bij de Nederlandse bevolking om zomaar even cruciale beleidsbeslissingen over onderwijs, pensioenen of ziekenzorg te nemen. Als de Europese instellingen daar desondanks aan twijfelen, zullen ze dat snel genoeg mogen ondervinden. En ook al halen ze hun slag thuis, leggen ze de basis voor een gevaarlijk en diep ongenoegen, zoals dat nu reeds bestaat in Zuid-Europa ten aanzien van de “Men in Black” van de “Trojka”.
* Is er geen gevaar dat dit Verdrag de Europese Unie ondermijnt?
Het Begrotingspact maakt strikt genomen geen deel uit van de rechtsorde van de Europese Unie, al beoogt het Verdrag dit wel. Het werd gesloten zonder instemming van het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië, die geen zin hadden om dit Verdrag dat grotendeels een uitvloeisel is van de euro in te voeren. Op Denemarken en Roemenië na, hebben alle andere niet-eurolidstaten zich ook niet verbonden tot de effectieve toepassing van het Verdrag, toch zolang ze de euro niet hebben ingevoerd. In Polen is daarover trouwens een referendum op komst, en het ziet er niet goed uit voor het ja-kamp. Met andere woorden: dit is een verdrag dat in de praktijk voornamelijk voor de eurozone geldt. Sommige Europarlementsleden hebben hun bezorgdheid geuit dat zo’n parallelle Europese rechtsorde de verworvenheden van de Europese Unie wel eens kan ondergraven “omdat we geen twee Europa’s kunnen hebben”, aldus de Duitse Christendemocraat Elmar Brok. Ook de Nederlandse Raad van State stelde dit. De Zweedse Minister van Financiën waarschuwde onlangs dat als men deze weg verder op gaat, en een volwaardige “fiscale unie” creëert voor de eurozone, dit “heel weinig zal oplossen en de fundamentele structuur van de Europese Unie ondermijnt”. Of hoe de eenheidsmunt en de gevolgen ervan wel eens de mooie Europese verwezenlijkingen van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal kunnen ondermijnen.
Pieter Cleppe vertegenwoordigt de onafhankelijke denktank Open Europe in Brussel.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten