Waarom spreekt Van Aartsen een anti-Wilders kerkdienst toe?

Eerder vandaag hebben de gezamenlijke Nederlandse kerken een dienst gehouden voor verdraagzaamheid en tegen racisme in de Haagse Kloosterkerk. Dit - hoe kan het ook anders - naar aanleiding van Geert Wilders' controversiële opmerkingen over 'minder Marokkanen.'

In principe heb ik er geen enkel probleem mee dat kerken een dergelijk iniatief nemen. Sterker nog, het is beter dat zij het doen dan dat de staat zich ermee bemoeit. Het is immers aan kerken, sociale instanties, en aan individuen zelf om racisten en andersoortig discriminerend gespuis aan te pakken als ze de grenzen van het fatsoenlijke overschrijden.

Toch was er vandaag één probleem. De dienst werd namelijk geopend door de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen:

Dit is volkomen onacceptabel. Er is namelijk zoiets als de scheiding tussen kerk en staat. Burgemeesters (maar ook ministers) horen dan ook géén kerkdiensten te leiden, al helemaal niet als de diensten een uitgesproken politieke lading hebben.

Ik heb geen idee wat deze VVD-burgemeester dacht toen hij de uitnodiging van de kerken accepteerde, maar dit kan niet. Juist een zogenaamde liberaal als hij had moeten begrijpen dat hij zich hier verre van moet houden. Het is niet aan hem om een volle kerk toe te spreken, en zeker niet als de dienst half-politiek van aard is. 

Van Aartsen is de burgerij een excuus schuldig. Hij is hierbij - ironisch genoeg, net zoals Wilders - te ver gegaan. Hij ondermijnt het seculiere democratische systeem van ons land. Dat kan niet worden geaccepteerd.