Het korte lontje van Zihni Özdil

Geen categorieaug 19 2014, 11:29
Waarom opiniemakers - ja, ook ik - er niet leuker op worden naarmate het debat vordert.
Misschien is het de niet aflatende stroom van beledigingen die de columnist over zich heen krijgt, elke keer wanneer hij zijn uitgesproken mening op papier of het internet zet. Misschien zijn het de lasterlijke en leugenachtige reacties, de doodsverwensingen, de bedreigingen. Feit is dat het moeilijk is een normaal en redelijk, laat staan een fatsoenlijk en aardig mens te blijven.
Ik was altijd een beetje een fan van Zihni Özdil. Nu ja, met altijd bedoel ik het eerste jaar dat ik de Rotterdamse historicus en columnist volgde, ruwweg vanaf medio 2012. Zihni was een dwarse denker en daar houd ik van. Hij was links, antireligieus en vrij consequent in zijn kritiek, misschien wel een van de weinige niet selectief verontwaardigde opiniemakers in ons land. Dit leverde hem vijanden op uit veel verschillende hoeken: rechts ergerde zich aan zijn consequente - zij het wat gedateerde - socialistische wereldbeeld, wit/blank Nederland stoorde zich aan zijn strijd tegen institutioneel racisme (wat dat ook precies moge zijn) en Zwarte Piet, moslims aan zijn kritiek op hun geloof en nationalistische Turken zagen Özdil als een landverrader omdat zijn aanvallen op het politieke establishment in Istanbul en Ankara niet mals waren.
Racisten
Zijn ster steeg snel, hij trad regelmatig op als gast in talkshows en als analist bij nieuwsrubrieken, duizenden Twitteraars volgden hem en er kwam zelfs een coverartikel met idem foto in weekblad Vrij Nederland. Maar ergens in 2013 ging het mis met Zihni: de open, onbevangen analist werd steeds zuurder en eenkenniger en kon kritiek steeds minder verdragen. Misschien was het de “intellectuele” omgang met racisten als Quinsy Gario, zeurpieten als Anousha Nzume en clowns als @CHADinAmsterdam (de man is zo gestoord dat ik niet eens de moeite gaan doen zijn echte naam op te zoeken), die Zihni norser, opvliegender en minder vatbaar voor rede maakten.
Wie weet steeg ook zijn succes Özdil naar het hoofd. Feit is dat hij er in rap tempo minder leuk, onbevangen en interessant op werd. Ieder woord van kritiek werd beantwoord met persoonlijke aanvallen, ongefundeerde verwensingen als "racist" en "fascist" en de onvermijdelijke ontvolg- en blockacties op Twitter. Ook ik mocht dit vorige week ondervinden. De aanleiding was behoorlijk onschuldig en ik geef toe dat ik wat kort door de bocht ging toen ik een nogal obscuur artikel van Zihni overdreven fel bekritiseerde, maar het had met een goed gesprek gemakkelijk verholpen kunnen worden (ik neem nu eenmaal niet altijd de tijd een gefundeerde “roast” te schrijven, zoals historicus Piet Emmer wel deed). Maar Özdil lijkt al een tijdje niet meer geïnteresseerd in goede gesprekken.
Nu denkt u misschien: nou en, wat kan mij Zihni Özdil schelen? Dan heeft u niet ongelijk, maar ik gebruik zijn geval omdat het mij is opgevallen hoe gemakkelijk het is alleen nog maar in het eigen gelijk te geloven. Hoe aantrekkelijk het is je te omringen met opiniemakers, tweeps en reaguurders die het met je eens zijn en dan alleen nog maar te schrijven wat zij willen horen. Ik merk het ook bij mijzelf: het is fijn lof toegezwaaid te krijgen en uiterst vervelend de week erop verrot gescholden te worden. De stap dat je gaat schrijven wat je denkt dat je lezers willen horen, is vervolgens gauw en gemakkelijk gezet.
Hand in eigen boezem
Dus is het tijd voor een hand in eigen boezen moment. Ook ik maak mij op Twitter en Facebook schuldig aan de lange tenen die ik Zihni Özdil verwijt, ook mijn lontje wordt steeds korter. Ik block te snel, maak mensen te gauw belachelijk als zij het niet met mij eens zijn, zet goedbedoelende tweeps weg als trollen en heb zelfs mensen voor antisemiet uitgemaakt die dat predicaat wellicht niet (helemaal) verdienden. Mea maxima culpa. Toen ik deze week volkomen onverwachts door de normaal gesproken toch redelijke en beschaafde Volkskrantcolumniste Harriet Duurvoort voor "Breivik-verdediger" werd uitgemaakt, schrok ik wel even. Niet omdat ik dat zou zijn (kijk maar), maar omdat ik hetzelfde ook wel eens over iemand heb gezegd.
Ik ben dus niet de enige en ook niet de ergste. Zoals de meeste Nederlanders die met schrijven hun brood verdienen, heb ik een fors ego (zie foto hierboven), maar ik ken columnisten die de hele dag niets anders doen dan speuren naar kritiek op hun stukken om vervolgens de niets vermoedende lezer op de nek te vallen met hoon, beledigingen, en persoonlijke aanvallen. En vervolgens liefst de week erop nog een artikel eroverheen. Wat ik hier nu doe, zeg maar, is het al zo erg met mij gesteld? Nee, niet helemaal gelukkig, want ik ben deze week wat artikelen gaan lezen die ik de afgelopen jaren bij de Volkskrant, Joop.nl en hier op De Dagelijkse Standaard schreef. En godzijdank, ik kon enkel aan de inhoud niet zien wanneer en voor welk publiek ik ze had geschreven.
Ik wil dat dit ook zo blijft, dus beste DDS-lezer, vergeef mij als ik in mijn artikelen de PVV blijf "bashen", als ik Israël blijf bekritiseren en andere linkse hobby’s blijf promoten. Ik moet wel. Om niet te radicaliseren zoals mijn voorganger hier deed. Om geen onuitstaanbare zak te worden. Maar vooral om mijzelf te blijven. En gezond. Met Zihni ga ik nog wel eens een biertje drinken.
Volg Bart Schut op Twitter en Facebook.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten