Kosten en baten klimaatbeleid: een trieste balans

Geen categorieapr 28 2013, 16:30
Een gastbijdrage van Hugo Matthijssen.
Op dit moment gaat de kamer het klimaatbeleid evalueren. Idealiter maak je beleid vanuit een doel en stel je vast langs welke weg je het doel wilt bereiken en de middelen die je er voor over hebt. Belangrijke vragen daarbij zijn hoe realistisch het doel is. Is het haalbaar? En ben je voldoende in staat zaken te beïnvloeden? Beschik je over voldoende kennis?
Wonen op de maan is een realistisch doel. Alleen wat is het nut en wat zijn de kosten? Maar met de huidige kennis en vaardigheden is dat zonder meer te doen, mits je voldoende middelen inzet. Wonen op de zon is niet realistisch, welke middelen je er ook aan besteedt.
In de praktijk gaat beleidsvorming echter vaak anders. Beleidsambtenaren kijken wie de bewindsman/vrouw is voor wie het beleid dient te worden gemaakt en hoe hij of zij zich in het verleden heeft uitgelaten in rapporten, pers en andere media over het desbetreffende onderwerp. Zij kijken naar zijn/haar achtergrond, partij en de verkiezingsbeloften van die partij en gaan dit alles op een rij zetten. Daar halen ze de grootste gemene deler uit hetgeen als beleid wordt bestempeld. Als dat betekent dat er gekozen moet worden voor een niet haalbaar, idealistisch doel, dan gaan ze gewoon selectief informatie verzamelen en maken een beleidsplan wat uit niet meer dan een doelstelling bestaat. Daar komt dan een discussie over. De kosten en baten komen pas later in beeld of worden geheel genegeerd.
De basis van het klimaatbeleid tot nu toe
Uitgangspunt is dat de aarde opwarmt en dat komt vooral door de menselijke uitstoot van CO2 door het verstoken van fossiele brandstoffen. De ontwikkeling gaat in een snel tempo er is dringend actie nodig. Vervolgens wordt gesteld dat het de komende eeuw niet meer dan 2 graden warmer mag worden. En volgens de gehanteerde hypothese is dat beïnvloedbaar door de mens. De oplossing is een oneliner, namelijk door de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer te beperken (dus uitstoot–reductie)
De gekozen middelen
We moeten dus aan de CO2–kraan draaien. Dat doen we via biobrandstof, wind– en zonne–energie en besparing op het verbruik van fossiele brandstoffen. Er is haast bij. Kosten mogen geen belemmering zijn want we moeten de planeet redden! Het doel heiligt de middelen. En alle neuzen staan dezelfde richting uit. Niemand kijkt meer of we op het goede spoor zitten. Zelfs de Rekenkamer kijkt de andere kant op. We gaan daadkrachtig te werk. De urgentie is hoog. We doen het voor onze kinderen en meer van dat soort kreten.
Biobrandstoffen
Met biobrandstof verbranden we het voedsel van de armen, slopen we regenwouden en stelen we land van kleinere boeren om groen bezig te zijn. Energie uit biomassa is in wezen zonne–energie die uiteindelijk met een zeer laag rendement omgezet wordt in suikers en eetbare olie. Deze wordt gebruikt in brandstof, waardoor in veel gevallen CO2–winst in de praktijk niet eens meer gehaald wordt. Dat werd al snel duidelijk maar het beleid is heilig en evaluatie is nog ver weg. En dat er intussen 1 miljard mensen op onze aarde onvoldoende voedsel kunnen bemachtigen, wordt vergeten. Immers, wij moeten de toekomst van onze kinderen veilig stellen!
We weten nu dat het niet helpt. Maar we gaan de komende tijd gewoon door. Ongeveer 700 miljoen euro voor houtsnippers uit de VS (daar hebben ze schaliegas). En bijmenging in motorbrandstoffen is nog steeds een dwingende Europese eis.
Windenergie
Grotere verspilling dan windmolens is nauwelijks denkbaar. Windmolens leveren niet meer dan 20% van het opgesteld vermogen. Dit is vermogen dat alleen beschikbaar is als het waait. En omdat de levering afhankelijk is van de windsnelheid tot de 3e macht, piekt windstroom tussen windkracht 5 en 8. Dat betekent dat de helft van de tijd nauwelijks sprake is van enige levering.
Een groot nadeel is ook dat er grote pieken windstroom op een vraaggestuurd net worden gebracht, waarbij er in de praktijk geen centrales overbodig worden. Wel gaat het rendement van het fossiele deel van het net hard onderuit: van 50% voor basislastcentrales die worden weggedrukt naar 35% voor snelstartende gasturbines die de wegvallende pieken snel moeten kunnen opvangen. Dat betekent ook nog eens een uitbreiding van het gasnet om de pieken te kunnen leveren en daarnaast een forse verzwaring van ons stroomdistributienet met minimaal een factor 4 om de stroompieken van windmolens snel heen en weer te kunnen transporteren. De winst van windenergie is daardoor bij meer dan 6% wind op ons net een klein beetje en daarboven negatief. Iedere molen meer op het net levert dan extra CO2–uitstoot op van het fossiele deel van ons energiesysteem.
Dan hebben we het nog niet over de vervuiling van grote gebieden in China waar het materiaal van de magneten vandaan moet komen, de olie die is gebruikt voor de productie van kunststof wieken en de aluminium mast. Ook moet er een zeer zware fundering van beton en staaldraad gemaakt worden die nauwelijks nog gesloopt kan worden. Kijk maar eens naar de oude Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog – en die waren veel kleiner.
Zonne–energie
Zonnepanelen bestaan uit silicium dat eerst gesmolten moet worden bij een temperatuur van 3000 graden Celsius. Dat kost veel brandstof. Daarna wordt het gesmolten silicium in staven gegoten die met diamantzagen in plakken worden gezaagd. De helft van de plakken is bruikbaar. Door verontreiniging, gietgallen etc. blijft een aanzienlijk deel van de productie over als vrijwel onverwerkbaar afval. Je kunt het alleen nog een keer smelten.
De goedgekeurde silicium schijfjes kunnen worden verwerkt tot zonnepanelen. Transport uit bijvoorbeeld China, plaatsen en het leggen van leidingen en het aansluiten van elektronica kost ook nog eens energie. Bij zonnepieken ontstaat er een soortgelijk rendementsverlies als bij windenergie op de rest van het net. Na een jaar of 20 gebruikstijd blijven bergen siliciumafval over, waar je verder niets mee kunt doen.
Voor de baten van zonnepanelen kijken we even naar Duitsland dat 10 jaar stimuleringsbeleid en 60 miljard subsidie verder is dan wij en nu ongeveer 3% zonnestroom op het net heeft. Een waar succes! Dat betekent 0,6% van het totale energieverbruik.
In Nederland zitten we nu rond 0,1% tot 0,2 % van ons stroomverbruik. We hebben een subsidie in het leven geroepen. Wat we doen is simpel. We maken de stroom af centrales, die ongeveer ongeveer 5 cent per kWu kost, erg duur door belastingen. We betalen nu ongeveer 24 cent en subsidiëren onrendabele, niet werkzame oplossingen zoals zonne–energie
Is er gekozen voor een haalbaar doel? Nee! Zou er werkelijk sprake zijn van catastrofale opwarming met CO2 als hoofdoorzaak, dan zou alle inspanning van Nederland niet veel meer opleveren dan een vermindering van 0,0015 graden. Zijn de gekozen middelen effectief? Absoluut niet. Buiten besparing en rendementsverbetering heeft geen van de gekozen alternatieven ook maar enig effect gehad.
En nu blijkt uit veel wetenschappelijk onderzoek dat het nog maar zeer de vraag is of er zelfs een CO2–beleid nodig is.
Feiten
– De aarde warmt al 16 jaar niet meer op en gezien de afname van de zonne–activiteit is er een grote kans dat dat zo blijft.
– De zeespiegel in onze omgeving (Nederland, Denemarken en Noord–Duitsland) is niet gestegen. Dat blijkt uit de metingen met onze aloude peilschalen. Er is zelfs sprake van een lichte daling.
– Het lijkt er op dat de klimaatgevoeligheid voor CO2 een stuk geringer is als door het VN- Klimaatpanel (IPCC) wordt aangenomen.
Conclusie
Het klimaatbeleid is erg kostbaar. Volgens sommige schattingen zou het wereldwijd de laatste jaren wel zo'n 1000 miljard hebben gekost. Zelfs indien het beleid effectief zou zijn geweest, zou de daaruit voortvloeiende temperatuurdaling zó gering zijn geweest – praktisch 0,0 graden Celsius – dat deze niet kan worden waargenomen op een thermometer. Het beleid heeft dus geen meetbaar effect gehad. En zonder dit beleid zouden we er financieel veel beter hebben voorgestaan.
Aldus Hugo Matthijssen.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen, zie hier
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten