shutterstock 1684294963

Is de lockdown wel ethisch verantwoord? Coronamaatregelen vanuit een filosofisch perspectief

Geen categoriedec 19 2020, 14:00
De mens is een sociaal dier; hij is niet gemaakt om alleen te leven, aldus Aristoteles zo’n 2500 jaar geleden. Een uitspraak die ons een jaar geleden niets zou zeggen, maar die wij vandaag de dag zonder twijfel zouden beamen door de uitbraak van SARS-CoV-2.
Toen het coronavirus toesloeg vanuit de grotten van Wuhan leek mijn vader de enige persoon in Nederland die daar op handelde. Het RIVM was hier immers totaal niet op voorbereid. Hij kocht in januari mondkapjes – de variant die ook echt werkt – handzeepjes en instrueerde mij om afstand te houden van anderen. Hoe men nu kijkt naar Diederik Gommers voor corona-tips, zo keek ik naar mijn vader in februari 2020.
Op mijn zolderkamer, waar ik wetenschappelijke artikelen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) las over het coronavirus, schreef ik op een gegeven moment een brief aan mijn onderwijsinstelling, ervan overtuigt dat ik het goede deed. Doel: het per direct sluiten van het desbetreffende instituut. Wist ik veel wat de effecten van zulke maatregelen waren destijds.
Enigszins geïsoleerd, verlangend naar een sociale interacties en met een ontregeld slaapritme zwierf ik door mijn zolderkamertje, net zoals de rest van Nederland. Toch hechtte ik me aan de opgestelde regels – want, zo zagen we allemaal: mensen stierven op de IC. Zij die versoepeling eisten, zoals Marianne Zwagerman, schreven wij collectief af. Immoreel, irrationeel en zo op zichzelf gericht. Het debat over de maatregelen kon nog niet oplaaien. De voedingsbodem was nog niet vruchtbaar.
Maar zoals het gebied rond de Nijl pas vruchtbaar werd na overstromingen, zo werd de maatschappij tolerant jegens niet-normatieve opvattingen nadat de lockdown werd ingevoerd.
Wereldwijde toenames in huiselijk en seksueel geweld, drank- en drugsgebruik, en depressies zijn de symptomen, rapporteren de New York Times en de Verenigde Naties. Met die gegevens maken mensen zoals Zwagerman (BNR) en Baarsma (UvA) een pleidooi tegen de in hun ogen “disproportionele maatregelen”, die slechts gunstig zijn voor een marginale groep.
De redenering komt neer op een utilistische denkwijze, uiteengezet voor het eerst door Jeremy Bentham. Deze liberale Verlichtingsfilosoof stelde dat het goede datgene is wat het meeste geluk creëert voor de grootste groep. Gezien individuen onder de 65 jaar slechts een 0,05% kans hebben om te overlijden door COVID-19 volgens de American Council on Science and Health en een recente Duitse studie van Hoffmann en Wolf (2020), kan geconcludeerd worden dat de meesten lijden onder de huidige coronamaatregelen. Utilistische filosofie pleit daarom voor het loslaten van maatregelen.
Toch voelt dat voor velen, waaronder ik, niet juist – en heel vreemd is dat niet. Onze samenleving is immers gebaseerd op een grondwet die het individu vooropstelt, zoals bijvoorbeeld op te merken valt uit de vrijheid van godsdienst en onderwijs. Dit individualisme vloeit onder andere voort uit de geschriften van Immanuel Kant. Kant betoogde in zijn Grundlegung zur Metaphysik der Sitten dat mensen nooit gebruikt mogen worden als middel, waardoor je de vrijheid van een 20-jarige niet kan bekostigen met de gezondheid van een 90-jarige. Hij verwierp dus ook het populaire utilistische denken, en stelde daartegenover zijn ‘Categorische Imperatief’: een theorie die de moraliteit van een actie toetst, door de desbetreffende maxime als natuurwet te interpreteren. Omdat een individu niet zou willen dat de economie voorrang krijgt op zijn leven, is het zuivere in dit geval om te pleiten voor het leven van alle individu in plaats van de economie voorrang verlenen.
De filosofie van Kant gaat uit van een plichtsgevoel, terwijl utilisten slaven zouden zijn van immorele rekensommetjes – sommetjes die ook onmogelijk zijn om uit te rekenen, volgens Kant en zijn aanhangers. Want wat is de waarde van een leven en een florerende economie? Geluk is niet inherent aan een hoeveelheid Euro’s; het komt ook tot uitdrukking in relaties, die onder druk zouden komen te staan bij versoepeling door additionele ziekenhuisopnames en sterfgevallen.
Fundamentele kritiek werd ook geuit door H. J. McCloskey. In An Examination of Restricted Utilitarianism schreef McCloskey dat het erin luizen van een onschuldige man voor een misdaad maatschappelijke onrust en pijn zou verminderen, terwijl een zoektocht naar de daadwerkelijke dader dat juist zou doen oplaaien. Vanuit utilistisch perspectief zou beredeneerd worden dat de onschuldige man zou moeten worden beschuldigd, ook al is hij onschuldig, omdat dit het meeste geluk voor de meeste mensen oplevert. Een immorele tirannie van de meerderheid ontstaat dan, die niet schrikt van het opofferen van mensenlevens. Waarom dan überhaupt het utilistische denken meewegen tijdens het coronadebat – een debat dat fundamenteel gaat over ethiek – als het niet voorziet in ethisch handelen?
Om vervolgens te stellen dat we ons louter moeten laten leiden door Kant is echter een overhaaste conclusie. De filosofie van Bentham, Stuart Mill en Hume creëerde namelijk wel groei, economisch en cultureel. Bovendien moet ook niet elk leven gered worden, erkent ook het kabinet door een harde lockdown te vermijden, en is de Categorisch Imperatief er ook niet voor die 17-jarige jongen die een IC-bed nodig heeft, maar die niet kan krijgen omdat een 95-jarige met een overlevingskans van één procent die gebruikt. De gedachtegang van Kant is er ook niet voor zoveel werknemers die veilig aan de slag kunnen, maar toch thuis moeten blijven omdat mensen geen middelen zijn.
In een samenleving zoals die aanwezig is in Nederland, is het van vitaal belang om naar elkaar om te kijken. Anders is ‘samenleving’ slechts een nietszeggend synoniem van ‘maatschappij’. Juist in tijden van polarisatie is het belangrijk om deze invulling te waarborgen. Tegelijkertijd moeten er harde keuzes worden gemaakt, omdat gezondheid niet het einddoel is; het is een middel om het leven te ervaren.
Uiteindelijk is de vraag of de lockdown ethisch verantwoord is een vraag die niet te beantwoorden is, omdat ethiek wordt ingekleurd door verschillende perspectieven. Dat er echter perspectieven zijn die tegen de huidige lockdown pleiten, staat vast – en dat moet men niet vergeten in de besluitvorming.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten