Trump drukt China op de knieën: fast fashion stort in

Wat geen enkele linkse of globalistische leider durfde, doet Trump gewoon: hij pakt China economisch terug. Niet met loze woorden of achterkamertjesdiplomatie, maar met beleid dat wérkelijk pijn doet.

Guangzhou is geen onbekende naam voor wie de oorsprong van goedkope kleding volgt. Hier, in de vervallen buitenwijken, naaien miljoenen arbeiders onder erbarmelijke omstandigheden T-shirts, jurkjes en broeken voor platforms als Shein en Amazon. Producten die dankzij belastingtrucjes jarenlang vrijwel gratis Amerika en Europa binnenkwamen. Tot nu.

Sinds Trump in april een reeks zware importheffingen invoerde – oplopend tot maar liefst 145% – ligt de sector op z’n gat. Fabrieken sluiten, orders blijven uit en de ooit bruisende dagarbeidmarkten zijn stilgevallen. Zelfs de grootste Chinese kledingfabrikanten zeggen het niet meer te trekken. Kleine ondernemers draaien verlies. Grote ketens als Shein moeten hun prijzen verhogen met gemiddeld 23%. De markt wankelt.

Dit is precies waarom Trump nodig is. Terwijl het Westen afhankelijk is geworden van goedkope Chinese arbeid, heeft Trump altijd gewaarschuwd: dat model is niet houdbaar. En hij had gelijk. China heeft jarenlang geprofiteerd van ons open handelsbeleid, ons tolerante douanesysteem, en onze zwakte. Maar die tijd is voorbij.

In plaats van meehuilen met de elite over "vrijhandel", grijpt Trump in. Hij dwingt eerlijke concurrentie af, sluit de zogeheten “de minimis”-vrijstelling af waardoor Shein jarenlang belastingvrij duizenden pakketjes per dag kon exporteren, en pakt ook de tussenhandel aan die via derde landen de tarieven probeerde te omzeilen.

In de straten van Guangzhou, waar men twaalf uur per dag werkt voor een paar euro, breekt de wanhoop uit. Fabriekseigenaren kunnen de lonen niet nóg verder verlagen, arbeiders krijgen geen opdrachten meer en de toekomst is onzeker. Maar laten we duidelijk zijn: dit is niet de schuld van Trump. Dit is het directe gevolg van het Chinese model dat jarenlang gebouwd is op uitbuiting, overproductie en belastingontduiking.

De Chinese overheid laat deze sector bewust vallen. Peking richt zich liever op kunstmatige intelligentie, surveillance en chiptechnologie. Miljoenen Chinezen worden aan hun lot overgelaten – en dat maakt het Chinese regime gevaarlijker dan ooit.

Trump ziet dat, en handelt. Hij laat zien dat het Westen wél grenzen kan stellen.

Europa kijkt ondertussen weg. Brussel blijft loyaal aan zijn globalistische agenda en durft China nauwelijks aan te spreken. Nederlandse bedrijven importeren nog steeds kleding van Shein alsof er niets aan de hand is. En de consument? Die wordt misleid met “goedkope” aanbiedingen die alleen goedkoop zijn omdat elders mensen uitgebuit worden.

Het is tijd dat ook Europa wakker wordt. Dat we China durven te confronteren met zijn dubieuze handelspraktijken. Dat we weer investeren in onze eigen maakindustrie, in eerlijke productie, en in échte soevereiniteit.

Dankzij Trump is de mythe van de onaantastbare Chinese exportmachine doorgeprikt. Hij laat zien dat daadkracht en economisch patriottisme wérken. Laten we hopen dat meer leiders zijn voorbeeld volgen.