Zuid-Koreaanse president waarschuwt voor nucleaire export door Noord-Korea: "grote kans"

President Lee sprak donderdag op de Korea Investment Summit in de New York Stock Exchange (NYSE), waar hij zijn visie op veiligheid, economische stabiliteit en geopolitiek deelde met prominente figuren uit de financiële wereld. Volgens hem is het niet langer de vraag of Noord-Korea een kernmacht is — die status lijkt het inmiddels te hebben bereikt. “Alleen de technologie voor atmosferische terugkeer bij intercontinentale raketten ontbreekt nog,” aldus Lee.

De president waarschuwde dat, als er geen actie wordt ondernomen, Noord-Korea jaarlijks zo’n 15 tot 20 extra kernbommen zal kunnen produceren. Als Pyongyang zich verzekerd weet van zijn eigen overleving, is er volgens Lee een “grote kans” dat het regime zijn kernwapens zal exporteren — een scenario dat verregaande mondiale veiligheidsrisico’s met zich meebrengt.

Om deze dreiging het hoofd te bieden, presenteerde Lee zijn zogenoemde END-initiative tijdens de 80e sessie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het plan beoogt een driestappenstrategie van “bevriezen, reduceren en uiteindelijk ontmantelen” van het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma.

Op de korte termijn wil Lee een volledige stop op de productie van nucleair materiaal en intercontinentale ballistische raketten (ICBM’s), gevolgd door een geleidelijke afbouw en uiteindelijk volledige denuclearisatie op de lange termijn. Lee riep op tot hernieuwde onderhandelingen tussen de VS en Noord-Korea, en vroeg specifiek voormalig president Donald Trump om opnieuw een rol als bemiddelaar op zich te nemen.

Tegelijkertijd stelde Lee de aanwezige investeerders gerust wat betreft de veiligheidssituatie in zijn land. “Zelfs zonder de Amerikaanse troepen in Zuid-Korea staat ons leger op de vijfde plaats wereldwijd,” zei hij. De Zuid-Koreaanse defensie-uitgaven zijn volgens hem ongeveer 1,5 keer groter dan het volledige bbp van Noord-Korea. Bovendien wil hij die uitgaven nog verder verhogen, onafhankelijk van Amerikaanse druk om bondgenoten meer te laten bijdragen. “Een land hoort verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen verdediging,” aldus Lee.

Naast geopolitiek en defensie sprak Lee ook over binnenlandse economische hervormingen. Zo kondigde hij aan dat hij een derde herziening van de Zuid-Koreaanse Commercial Act wil doorvoeren, met als doel het beschermen van minderheidsaandeelhouders en het rationaliseren van besluitvorming binnen bedrijven. Dit moet bijdragen aan een stabieler en transparanter investeringsklimaat.

Lee promootte daarbij zijn visie van een “Kospi 5000”-tijdperk — een symbolische verwijzing naar een toekomstig niveau van de Zuid-Koreaanse aandelenindex, waarmee hij de groeiambities van het land onderstreepte.

De waarschuwing van president Lee komt op een moment dat veel Westerse landen hun aandacht elders hebben — van Oekraïne tot Taiwan. Maar volgens Lee is het van cruciaal belang dat de internationale gemeenschap alert blijft op de nucleaire dreiging van Noord-Korea. Niet alleen voor de veiligheid van Zuid-Korea, maar voor die van de hele wereld.

Met de mogelijke export van kernwapens als volgende stap van het regime in Pyongyang klinkt Lee’s oproep tot actie harder dan ooit: het is tijd voor een hernieuwde, gezamenlijke inspanning om een nucleaire escalatie op het Koreaanse schiereiland te voorkomen.