Volgens ING ervaart inmiddels meer dan de helft van de
Nederlanders ‘woonstress’, of ziet die in hun directe omgeving ontstaan. De
oorzaak is overduidelijk: een woningmarkt die zó krap is geworden dat zelfs
mensen met een stabiel inkomen, een afgeronde studie of een gezin moeite hebben
om een dak boven hun hoofd te vinden. Dit probleem speelt vooral bij scheidingen, financiële
tegenslagen of na het afronden van een studie. Starters zijn daarbij de groep
die het zwaarst wordt getroffen. Uit het onderzoek van ING blijkt dat bijna een
kwart van hen al eens noodgedwongen elders heeft moeten
wonen of zelf iemand
heeft opgevangen. Wie zijn woning verliest, komt meestal terecht bij ouders,
familie of vrienden — gemiddeld voor een periode van zes maanden.
Die tijdelijke opvang lijkt een oplossing, maar zorgt juist
vaak voor nieuwe problemen.
Volgens ING-manager Wonen Wim Flikweert “leidt zo’n
gedwongen logeerpartij ook tot
stress, want je deelt woonruimte. Zeker als het
meer dan één persoon is die intrekt.” Het onderzoek toont aan dat bij ruim vier
op de tien mensen spanningen ontstaan door gebrek aan privacy, botsende
leefritmes of ruzies over energieverbruik en huishoudelijke taken.
Woonstress krijgt een gezicht
Meer dan de helft van de ondervraagden (52 procent) ervaart
woonstress of ziet het om zich heen gebeuren. Twee op de vijf Nederlanders
kennen iemand die zijn woning heeft moeten verlaten; veertien procent heeft
zelf tijdelijk bij een ander ingewoond. “Het geeft de huidige woningnood een
gezicht, want de impact is enorm,” aldus Flikweert. “Denk aan een echtscheiding
waarbij je in je eigen buurt een huis probeert te vinden voor jou en je
kinderen – dat is in deze markt vrijwel onmogelijk.”
De persoonlijke gevolgen zijn groot. Maar liefst 72 procent
van de mensen die tijdelijk elders wonen of iemand opvangen, stelt belangrijke
levensbeslissingen uit, zoals het krijgen van kinderen. Ook sociale relaties
komen onder druk te staan. Een derde van de ondervraagden geeft aan dat het
samenleven met anderen hun dagelijkse rust en gezinsleven aantast.
Van tijdelijk ongemak naar structurele ramp
Waar woonstress ooit gold als een tijdelijk ongemak, is het
inmiddels uitgegroeid tot een structureel maatschappelijk probleem. Vooral
jonge generaties ervaren dat de stap van studie naar zelfstandige woonruimte
bijna onhaalbaar is. Daarbij komt dat steeds meer gezinnen, ouderen en
gescheiden mensen in dezelfde veel te kleine vijver vissen.
ING constateert dat de woningnood in Nederland zo nijpend is
dat zelfs goedbedoelde beleidsmaatregelen aan de vraagkant — zoals
startersregelingen — het probleem niet oplossen. Flikweert stelt: “Maatregelen
aan de vraagkant zijn goed bedoeld, maar verhelpen de schaarste niet.” De echte
oplossing ligt volgens hem in het vergroten én beter benutten van de bestaande
woningvoorraad.
Politiek beleid als brandstof voor de crisis
Maar juist daar laat de
politiek het structureel afweten. Al
jaren wordt er meer gepraat dan gebouwd, meer vergaderd dan gehandeld.
Gemeenten verzanden in regels, stikstofdebatten en eindeloze
vergunningentrajecten. Terwijl de bevolking groeit, stokt de bouwproductie — en
wie daar het hardst de dupe van is, zijn starters en gezinnen met een normaal
inkomen.
Daar komt nog iets bij wat Den Haag liever wegwuift: de
aanhoudend hoge instroom van asielzoekers en
statushouders legt extra druk op
de toch al overspannen woningmarkt. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een
fors deel van hun beschikbare huurwoningen aan deze groep toe te wijzen,
waardoor Nederlanders die al jaren op de wachtlijst staan, nóg verder naar
achteren schuiven.
Het gevolg? Meer mensen bivakkeren bij familie, logeren
noodgedwongen op zolderkamers of blijven in giftige relaties hangen omdat
verhuizen onmogelijk is.
🟦 DDS geeft jou het nieuws zoals het écht is – zonder meel in de mond, zonder de Brusselse praatjes. Als jij waarde haalt uit deze artikelen, help ons dan in de lucht te blijven.
👉 Doneer via https://dds.backme.org of maak een bedrag over naar NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media. Bouwen én hospitaverhuur
De respondenten van het ING-onderzoek zien het bouwen van
extra huizen als de belangrijkste maatregel. Toch is er ook draagvlak voor
creatieve oplossingen. Zo noemt ING hospitaverhuur — waarbij een deel van de
woning wordt verhuurd — als een kansrijke manier om snel extra woonruimte te
creëren. Een kwart van de Nederlanders ziet dit als een reële optie, en één op
de drie woningeigenaren die de mogelijkheid heeft, zegt bereid te zijn om
ruimte te verhuren.
Vooral voor studenten en starters zou hospitaverhuur
verlichting kunnen bieden. Het vergroot niet alleen het woningaanbod, maar
maakt het ook mogelijk om beter gebruik te maken van bestaande woonruimte.
Een groeiend sociaal vraagstuk
De cijfers laten zien dat woonstress niet langer alleen een
kwestie is van “geen huis kunnen vinden”, maar van sociale ontwrichting,
uitgestelde levensplannen en oplopende spanningen binnen families. Waar de
woningnood ooit vooral als een economisch probleem werd gezien, laat dit
onderzoek zien dat de psychologische en maatschappelijke gevolgen minstens zo
groot zijn.
De conclusie van ING is helder: woonstress is geen
modewoord, maar een symptoom van een samenleving waarin huisvesting niet langer
vanzelfsprekend is. Zolang de politiek blijft dralen, asielinstroom blijft
toenemen en vergunningprocedures langer duren dan een universitaire opleiding,
zullen steeds meer Nederlanders dit aan den lijve ondervinden.
🟥 Vind jij dat DDS van waarde is – omdat wij de harde feiten brengen die het kartel verzwijgt? Help ons dan nú.
👉 Ga naar https://dds.backme.org of doneer direct via: NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media.