Over Veiligheid, Vrijheid en Democratie (VVD)

Geen categoriedec 04 2013, 17:44
Er is de laatste tijd veel te doen over de de rol en de bevoegdheden die veiligheids- en spionagediensten zouden moeten hebben om de samenleving te beschermen tegen terroristen en andere bedreigers.
De één zegt dat de bevoegdheden (sterk) moeten worden uitgebreid, de ander vindt dat we daar buitengewoon terughoudend in moeten zijn. Wie heeft er gelijk? In mijn column van vandaag wil ik hier wat nader op ingaan. Om te beginnen: mijn eigen positie in dit dossier komt nagenoeg naadloos overeen met het standpunt dat professor. mr. dr. Gerrit Jan Zwenne inneemt. Hij is niet tegen afluisterpraktijken an sich, maar maakt zich wel zorgen over het feit dat we niet precies weten wat de veiligheidsdiensten allemaal doen:

"Ook in Nederland tappen de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD de eigen burgers af. En ook hier is daar in beginsel niets illegaals aan. In beginsel, want er is een wettelijke basis, maar de bevoegdheden zijn vergaand en er is beperkte controle. Wat ze precies doen, is vaak onduidelijk. De enige die dat misschien weet is de Commissie Stiekem, de Tweede Kamercommissie die Inlichtingen- en veiligheidsdiensten moet controleren."

Zwenne reageerde hiermee op het rapport dat de Commissie Dessens recent heeft uitgebracht over deze kwestie. Het ging daarbij met name over het 'aftappen' van grote hoeveelheden informatie van internetgebruikers en bloggers, waarbij het risico bestaat dat ook gegevens van totaal onschuldige burgers door de diensten bekeken worden. Hetgeen natuurlijk een abjecte schending van hun privacy betekent.
Nu is veiligheid natuurlijk een belangrijke zaak. Voor veel burgers is zorgdragen voor hun veiligheid zelfs één van de belangrijkste kerntaken van de overheid. Je zou dus verwachten dat niemand hierover van mening verschilt. Maar zo simpel liggen de zaken natuurlijk niet. De vraag is namelijk, wat heeft voorrang? De tamelijk vage notie van 'nationale veiligheid' of de individuele privacy? Het gaat hier natuurlijk om een zeer principiële vraag en dat maakt dit onderwerp ook zo interessant. In de woorden van Zwenne:

"In een rechtsstaat geldt als uitgangspunt, of zou als uitgangspunt moeten gelden, dat de burger alles mag, tenzij dat is verboden; en dat de overheid niets mag, tenzij dat door de burger is toegestaan. Maar wat de inlichtingendiensten en de staat dan precies doen, weten we niet. En dat is toch verontrustend. Een oplossing kan zijn dat de inlichtingendiensten transparanter worden. Zij hoeven de geheime operaties niet prijs te geven, maar moeten openbaren hoeveel zij aftappen en wat de resultaten daarvan zijn. Zo kunnen we tenminste enig inzicht krijgen in de proportionaliteit van hun acties. Wat de AIVD precies doet, weten we niet. Daar zijn ze de geheime inlichtingendienst voor. Wat we wel weten is dat de Nederlandse overheid veel minder belang lijkt te hechten aan de privacy van burgers."

Het gaat hierbij dus om de principiële kwestie tussen de verantwoordelijkheid van de staat om te zorgen voor de veiligheid van haar burgers versus het individuele recht van de burger op privacy. In mijn ogen telt dat laatste altijd zwaarder, omdat ik nu eenmaal van mening ben dat het zelfbeschikkingsrecht op eigen lijf en goed heilig is. Naast het recht op vrije meningsuiting is dat misschien wel het meest fundamentele recht dat je als mens bezit. Maar de huidige politieke ontwikkelingen lijken de tegenovergestelde kant op te gaan. In antwoord op Kamervragen over de toenemende 'flexibele omgang van het grondrecht bescherming persoonsgegevens' antwoordde staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie dat 'het recht op bescherming van de persoonsgegevens niet absoluut is'. Teeven vindt dat de overheid een bijzondere positie heeft in het maatschappelijk bestel en dat de overheid daarom flexibel moet kunnen omgaan met privacygevoelige gegevens. Minister Plasterk van Binnenlandse zaken voegde daar nog aan toe dat het verzamelen van elektronische informatie ook 'proportioneel' dient te zijn en dat dit niet langer dan drie maanden mag gebeuren.
Maar wie dan op grond waarvan precies bepaalt wat 'flexibel' en 'proportioneel' is blijft vaag.
Die Commissie Dessens bepleitte in haar rapport, dat de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD internet- en telefoonverkeer ongericht zouden moeten kunnen 'verkennen en analyseren'. Dit impliceert dat de de commissie om een verruiming vraagt van de elektronische spionagebevoegdheden van de diensten. Het gaat dan bijvoorbeeld om e-mails via kabel, 3G en 4G. Wel moet iedere activiteit van de diensten 'expliciet persoonlijke goedkeuring krijgen van de minister'; en mag de toezichthouder CTIVD de activiteiten laten staken 'als hij bezwaar ziet'. Volgens Dessens gaat het om 'de borging van de balans tussen effectiviteit en rechtsstatelijkheid'. Mooie woorden, maar het gevolg is in mijn ogen ongeoorloofde overheidsspeurneuzerij in privé gegevens van burgers. Een heel slecht plan en een bedenkelijke ontwikkeling, die haaks lijkt te staan op onze democratische rechtsstaat.
Als de Kamer deze plannen van de commissie overneemt dan zal de bestaande Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) uit 2002 ingrijpend gewijzigd moeten worden. De huidige wet biedt onvoldoende juridische mogelijkheden om met name internetverkeer via de kabel te (mogen) onderscheppen. Volgens Dessens bemoeilijkt dat het werk van de diensten. Dat zal wel, maar de commissie is er onvoldoende goed in geslaagd om aannemelijk te maken waarom de burgers van Nederland zúlke enorme risico's lopen, dat hun privé gegevens ongevraagd kunnen worden verzameld. Er is bovendien, zoals we hierboven hebben vastgesteld, onvoldoende transparantie. Daarom is het ook niet meer dan terecht dat enkele partijen aan de bel hebben getrokken en zich kritisch hebben opgesteld.
Vorige maand werd duidelijk dat de Britse geheime dienst de AIVD adviezen gaf om het internetverkeer af te tappen op zoek naar mogelijke groepen die de staatsveiligheid in gevaar zouden kunnen brengen. Volgens diezelfde minister Plasterk zou dat allemaal 'binnen de wet' gedaan zijn. Volgens hem biedt artikel 24 van de WIV de mogelijkheid om legaal websites te hacken op zoek naar informatie. Hoe dan ook, het blijft erg schimmig op grond waarvan de staat haar oor te luister mag leggen bij (onschuldige) burgers. Zolang hierover niet méér transparantie komt dient hieraan onverwijld een einde gemaakt te worden. We leven in Nederland niet in een politiestaat en dat moeten we ook zeker niet willen.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten