Paul Cliteur door Niels Wenstedt ANP

Paul Cliteur: Het belangrijkste deel van de godsdienstvrijheid is de vrijheid om het geloof te verlaten

Geen categorieapr 26 2021, 15:30
Wat is tegenwoordig het belangrijkste onderdeel van de vrijheid van godsdienst als een door het recht beschermde (en gewaarborgde) vrijheid? Dat is de vrijheid om van geloof te veranderen en desgewenst het geloof te verlaten.
De basis voor dat “veranderingsrecht” of “verlatingsrecht” is wat hier, met groen, in de navolgende teksten uit verdragen en verklaringen is aangegeven. Het met groen aangegeven deel is tegenwoordig het belangrijkste uit die artikelen, omdat het veranderings- en verlatingsrecht, mondiaal op grote schaal wordt miskend en geschonden. Het is als het ware “bedreigd cultuurgoed.” Toch is het belangrijk omdat miljoenen mensen daar enorme last van ondervinden. Omdat miljoenen mensen dat recht niet door hun regeringen erkend krijgen. Ook niet van de zijde van hun medeburgers trouwens.
En toch worden de problemen met de gebrekkige erkenning van het “veranderingsrecht” ook in westerse landen miskend, gewoon omdat mensen niet weten dat dít een probleem is. Politici, zelfs deskundigen – ze slaapwandelen door die teksten. Ze zien de groene teksten over het hoofd, omdat ze het zich nauwelijks kunnen voorstellen dat daar problemen mee zijn. En misschien ook wel omdat die problemen moeilijk oplosbaar zijn. Ook dat.
Hier komen eerst enkele formuleringen van de vrijheid van godsdienst uit internationale verdragen en verklaringen.
Art. 10 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie:
Art. 18 Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens:
Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften.
Artikel 9 Europees Verdrag voor de rechten van de Mens:
Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als privé zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften.
Zoals gezegd, de groene passages worden doorgaans in de literatuur als een onproblematische of zelfs “vanzelfsprekende” zaak ervaren. Ten onrechte.
Men denkt zo: “Oh, ja, natuurlijk, als je katholiek bent mag je ook het katholicisme verlaten en protestants worden; vanzelfsprekend eigenlijk.”
Of: “Ja, vanzelfsprekend, als je in een christelijk gezin op de Veluwe bent opgegroeid mag je je geloof verlaten.” Logisch, toch?
Nee, niet logisch. Want wat men zich niet realiseert, is dat dit internationaalrechtelijk geformuleerde recht een kolossaal probleem is in migrantengemeenschappen. Waarom? Omdat het een kolossaal probleem vormt in de landen waar die migranten vandaag komen. Geloofsverandering is verboden. Het kan je ook letterlijk je hoofd kosten. Het veranderings- en verlatingsrecht, het groene deel, uit die teksten wordt gewoon niet erkend in Saoedi-Arabië, Iran, of Afghanistan. En daarom ook niet in de migrantengemeenschappen die uit deze landen afkomstig zijn. Zo leven kinderen binnen die migrantengemeenschappen in het Westen in de gevangenis van de cultuur van hun ouders.
En Nederland? Hoe reageert Nederland? Nederland staat daar allemaal heel “tolerant” tegenover. Tegenover de miskenning van de groene passages dan. Nederland is verwoestend tolerant als het aankomt op de erkenning van onrecht. Tergend traag in het waarborgen van de mensenrechten.
Met die weerstand worden sommige kinderen met een migratieachtergrond geconfronteerd. Zoals Lale Gül, die blijkens de titel van haar boek “wil gaan leven.” Maar dat leven lukt maar heel moeilijk, omdat haar “coming out” als atheïste of geloofsverlater op de meest heftige weerstand stuit van haar ouders en van de migrantengemeenschap waarvan haar ouders deel uitmaken.
Zal dat eens veranderen? Ongetwijfeld. Maar mag het wat sneller? Minister Koolmees van integratie heeft geen haast. De hele toren van ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken heeft geen haast. Die hebben de met groene passages nog helemaal niet op het netvlies staan. Die zijn nog aan het studeren, palaveren, nuanceren, twijfelen, nadenken. Die lezen het boek Lale Gül, Ik ga leven, en denken “Hmm, interessant, moeten we eens over nadenken.” Dat doen ze al decennia. In alle rust. En daar gaan ze nog decennia mee door. Maar wat mogelijk is om die bezinningsperiode van minister Koolmees te verkorten is: jezelf bewust worden van het probleem van de groene passages en dan anderen helpen zich hiervan bewust te worden. Begrijpen dat op dit moment het met groen gekleurde deel een van de belangrijkste passages is in de genoemde artikelen. Pas wanneer dat inzicht doorbreekt, komt de weg vrij voor verandering.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten