Het antwoord van Bart Jan Spruyt is duidelijk: niks.
Voor Jalta heeft Bart Jan Spruyt, één van de leidende christen-conservatieve columnisten in ons land, een stuk geschreven over een bijzonder interessant onderwerp: de erfenis van Pim Fortuyn.
Zoals Bart Jan duidelijk maakt heeft Nederland al jaren een probleem met de radicale, fundamentalistische en zelfs met de conservatieve islam. Deze problemen worden niet alleen veroorzaakt door de denkbeelden van die vormen van de islam, maar eerst en vooral met onze eigen, Nederlandse denkbeelden.
Bart Jan citeert daarbij Hillel Fradkin van het Hudson Institute in Washington. Deze Amerikaan zei in 2003 dat de politieke systemen in Europa bijzonder kwetsbare plekken kennen.
Ze hebben in het bijzonder geen antwoord op de islamitische inbreuk op die systemen. Fradkin zei zelfs te verwachten dat Europa nog deze eeuw een onderdeel zal vormen van de islamitische invloedssfeer, vooral als gevolg van de aanhoudende immigratie, het lage geboortecijfer van de autochtone bevolking, en Europa’s zwakke, weinig weerbare cultuur.
Volgens Fradkin was er slechts één man opgestaan tegen dat onvermogen van het politieke liberalisme om zichzelf te verdedigen, en dat was Pim Fortuyn. Fortuyn benoemde het probleem waar het werkelijk om ging en probeerde ‘een nieuw en sterker liberalisme’ te formuleren dat was toegesneden op de Europese omstandigheden.
Zoals we allemaal weten moest Fortuyn dat met zijn leven bekopen.
Na zijn overlijden was er desalniettemin ruimte voor anderen om iets met zijn denkbeelden te doen. Maar is dat gebeurt? Bart Jan:
Fortuyn raakt langzaam maar zeker vergeten, en zijn erfenis is net zo verweesd als de samenleving die Fortuyn in een van zijn boeken beschreef. Terwijl de uitdagingen sindsdien alleen maar groter zijn geworden. Reageren we nu beter dan toen?
Het antwoord daarop is, natuurlijk: neen. Kijk maar naar wat er in Zweden gebeurde. Bij een festival pleegden 200 Afghaanse immigranten 'seksuele overvallen,' maar de politie veegde dat onder het tapijt om 'stigmatisering' te voorkomen. Aan de andere kant heb je Frankrijk waar ze nu de boerkini willen verbieden. Zoals Bart Jan terecht stelt is dat niets meer dan "symboolpolitiek" waar we eigenlijk niets aan hebben.
Bart Jans conclusie is dan ook dat we de afgelopen jaren werkelijk niets gedaan hebben met de erfenis van Fortuyn. De problemen in ons land -- en in de rest van Europa -- zijn alleen maar erger geworden. Ondertussen zijn er twee groepen vertegenwoordigd in het publieke debat: de ene groep ontkent dat er een probleem is en noemt critici 'racisten,' de andere groep slaat helemaal door en neigt ronduit naar het fascisme. Voor normale reacties en plannen, gestoeld op echte liberale waarden, is geen ruimte.