Iedereen gaat over me heen vallen. Dat weet
ik nu al. Of ik zal berichten krijgen zoals: jij? Ik zal wellicht uitgescholden
worden met: PVV-er! Fascist! Daarom de disclaimer: haak niet af. Doe rustig
aan. Kijk voorbij de wolk van – begrijpelijke en overdreven – emoties. Ik ben
nog steeds mezelf. Echt waar. Ik sta nog steeds tot in het oneindige achter
menselijke waardigheid voor alles. Bij iedereen. Zoals iedereen me kent. Als
verbinder. Rechts, links, ondersteboven, whatever. Dat zal nooit veranderen. Dan
zou ik mezelf namelijk in de hand snijden. Lees maar eens mee. Oh shoot, daar
gaan we… In het immer gepolariseerde debat over
migratie, waarin menselijke waardigheid en nationale veiligheid vaak tegenover
elkaar lijken te staan, is het verfrissend – je leest het goed: verfrissend –
wanneer een voorstel zich juíst tussen deze waarden in nestelt. Het recente
pleidooi van
Diederik Boomsma (NSC) voor de inzet van enkelbanden bij
uitgeprocedeerde asielzoekers vormt zo’n zeldzaam voorstel. Scherp waar nodig
en mild waar mogelijk.
Vooral vraag ik jullie om één moment alle
onderbuikgevoelens rondom het asielbeleid los te laten en dan na te denken over
de vraag: is het echt zo not done of juist rechtvaardig om een technisch middel
zoals een
enkelband in te zetten? Als jullie die onder zulke omstandigheden
zouden moeten dragen, zouden jullie dat acceptabel vinden?
Laten we meteen de angel eruit halen. Ik
denk dat een enkelband in deze context dragen, géén volwaardige detentie,
vernedering of straf is. Dat het slechts een vorm, een technisch middel is. Met
als doel om zowel de samenleving te beschermen als de individuele
bewegingsvrijheid van de betrokkene volledig te waarborgen.
In een wereld waarin we vluchtelingen
inderdaad zo goed mogelijk moeten opvangen en tegelijkertijd de roep om
veiligheid luider klinkt dan ooit, moeten we zoeken naar een nieuwe balans
tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. De enkelband is in die zoektocht geen
onmenselijk instrument, maar juíst een rationeel tussenmiddel. Mits we alle
emoties, connotaties met bijvoorbeeld criminaliteit enzovoorts kunnen loslaten.
Mits we bloedeerlijk kunnen afwegen wat de heer Boomsma aandraagt. Hoe moeilijk
die objectiviteit momenteel ook is door het politieke klimaat. Ongeacht waar we
ons op het spectrum bevinden.
Wat juíst niet menswaardig is
De kern van Boomsma’s voorstel is
eenvoudig. Wanneer iemand juridisch is uitgeprocedeerd en geen recht meer heeft
om in Nederland te verblijven en wanneer die persoon overlast veroorzaakt of
als gevaarlijk wordt beschouwd, dan zou het niet onredelijk zijn om de persoon
in kwestie onder toezicht te stellen via een enkelband. Vanzelfsprekend met
hele duidelijke richtlijnen over hoe er met de data en de persoon in kwestie
wordt omgegaan.
Het alternatief is vaak óf totale
vrijlating met alle risico’s van dien, óf detentie in gesloten centra, wat
zowel kostbaar als psychologisch ingrijpend is. Met andere woorden, wat juíst
niet menswaardig is. De enkelband biedt een rationele middenweg, namelijk
effectief toezicht zonder opsluiting. Het biedt bovendien veiligheid voor het
individu in kwestie in een klimaat waarin extremisten tegen asielzoekers
optreden.
In tegenstelling tot wat sommige critici
beweren, is toezicht niet per definitie een inbreuk op de menselijke
waardigheid. Immanuel Kant die in zijn morele filosofie juist de menselijke
waardigheid centraal stelde, zou stellen dat vrijheid niet betekent dat men
zomaar alles mag doen. Maar dat vrijheid samenhangt met verantwoordelijkheid.
Wanneer iemand niet langer het recht heeft om in een bepaald land te verblijven
en een gevaar vormt voor zichzelf en het collectief, dan is het moreel en
juridisch legitiem dat dit consequenties heeft. Toezicht is in dat geval geen
onderdrukking, maar de rechtsstaat eerbiedigen en het collectieve belang
behartigen.
Veiligheidsgevoelens in de publieke ruimte
zijn een wezenlijk onderdeel
We moeten ons bovendien durven afvragen:
voor wiens vrijheid spreken we wanneer we elke vorm van toezicht bij
uitgeprocedeerde asielzoekers afwijzen? Zijn het niet juist de kwetsbare,
(Westerse) vrouwen op straat? De jonge meisjes in wijken waar de sociale
controle is verdwenen? Of de oudere buurtbewoners die onveilig zijn, wiens
vrijheden óók bescherming verdienen?
Ik herhaal: wie beschermt onze vrouwen
wanneer we te maken krijgen met een gevaarlijke enkeling tussen de
vluchtelingen? Een enkeling die lak heeft aan menselijke waardigheid en een
gevaar vormt voor zichzelf en anderen?
Het is een ongemakkelijke waarheid dat de
enkelingen die uitgeprocedeerd zijn, weigeren te vertrekken en overlast
veroorzaken. Toch is het zo dat sommigen in de criminaliteit belanden. Of ze
worden herhaaldelijk verdacht van intimidatie of zelfs geweld. Kanttekening: ik
begrijp dat we momenteel een pijnlijk klimaat in Nederland (en andere landen)
kennen rond dit dossier, hoe we er ook naar kijken.
Dus kom ik weer met mijn disclaimers:
vluchteling zijn, is een hel die menig Nederlands ‘privilegejong’ niet kan
bevatten. Ook moeten we blijven benadrukken dat vluchteling zijn niet synoniem
is voor crimineel. Voor alle prachtverhalen over migratie kunnen mensen
tegenwoordig naar een nieuw museum in Rotterdam, namelijk Fenix. Maar we moeten
óók de incidenten met waardigheid kunnen benoemen. Dat het vaak niet met
waardigheid gaat, snap ik. Ik heb niet onder een steen gelegen…
Veiligheidsgevoelens in de publieke ruimte
zijn een wezenlijk onderdeel van het sociale contract dat wij als burgers met
de regering sluiten. De overheid moet ervoor zorgen dat niemand, autochtoon of
migrant, zich onveilig hoeft te voelen. Let op: dit gaat juíst twee kanten op.
In die context is een enkelband echt geen
gek middel om ernstig gedrag serieus te nemen, zonder te vervallen in
collectieve stigmatisering. En met een knipoog: zo’n enkelband is wel aan
imagoverbetering toe. Er zijn bijvoorbeeld een hoop varianten die onzichtbaar
zijn voor de buitenwereld.
Respectvolle uitvoering
Hoe dan ook, de kracht van Boomsma’s
voorstel ligt niet alleen in de effectiviteit, maar vooral in de wijze waarop
het wordt uitgevoerd. Toezicht moet transparant, tijdelijk en proportioneel
geregeld worden. Het moet gepaard gaan met rechtsbescherming, toegang tot
(juridische, medische en andere) hulp en met duidelijke criteria. Niemand mag
het gevoel krijgen dat die ‘tweederangs mens’ is, of vast zit in big brother is
watching you.
Maar laten we ook eerlijk zijn met elkaar.
Dat gevoel ontstaat niet door een enkelband an sich. Dat gevoel ontstaat door
onze attitude en gedragingen enerzijds en door een overheid die niet in staat
is om goed over te brengen waarom maatregelen nodig zijn anderzijds. Of die
mensen langdurig in onzekerheid laat. Een heldere, consequente lijn is niet
onmenselijk, maar juíst humaan.
Zachte willekeur is vaak wreder dan
duidelijke rechtvaardigheid. En op dit moment is alles zo troebel dat zelfs een
technische oplossing zoals deze ineens door confirmation bias als schandalig
wordt gezien. Als vreemdelingenhaat. Terwijl dat echt maar de vraag is bij een
nette aanpak. Ongeacht het sentiment en dat er inderdaad daadwerkelijk
ongelooflijk veel (vreemdelingen)haat is momenteel.
Ordentelijkheid en rechtvaardigheid gaan
hand in hand
Op filosofisch niveau raakt dit voorstel
aan een dieper begrip van wat het betekent om een grens te stellen. Niet alleen
letterlijk in de zin van een land met een buitengrens, maar vooral moreel. Want
landsgrenzen: ach. Mensen zijn ook gewoon wereldburgers… Het zit hem dus echt
in moreel bewaken.
Wanneer we zeggen dat iedereen welkom is,
ongeacht wie ze zijn en dat dan ook echt menen in plaats van tolereren of
transactioneel uitvoeren, dan betekent het dat we juist soms grenzen moeten
trekken om voor elkaar te kunnen zorgen. Liefde zonder grens is chaos. Vrijheid
zonder contouren wordt leegte. Dat is geen wreedheid, maar een vorm van
structurele solidariteit naar álle mensen toe. Naar wat we onder humaniteit
verstaan.
Kortom, wie werkelijk geeft om de
menselijkheid van ons asielbeleid, moet erkennen dat ordentelijkheid en
rechtvaardigheid hand in hand gaan. De grap is dat de druk van de ketel er dan
pas van af kan en we hoogstwaarschijnlijk veel meer vluchtelingen adequaat
kunnen gaan opvangen.
Niet als symboolpolitiek, maar als humaan
en technologisch geavanceerd beleid
Ten slotte raakt Boomsma’s voorstel aan
iets waar de Nederlandse politiek al jaren tekortschiet, namelijk het herwinnen
van ons vertrouwen. Burgers hebben het gevoel dat wetten niet worden
gehandhaafd of niet toereikend zijn voor de huidige vraagstukken die we hebben.
Dat wie zich misdraagt, wegkomt met halve of ronduit baggere sancties. Dat
fatsoen geen norm meer lijkt, maar een naïef ideaal is geworden. Ikzelf loop
met een uiterst duister gevoel na aanleiding van diverse zaken, waarbij ik moet
concluderen dat rechtvaardigheid ver te zoeken is. Goed, mogelijk schieten we –
of ik – daar soms nogal in door vanuit emoties. Maar ik constateer wel degelijk
dat het op verschillende fronten klopt.
Door een instrument zoals de enkelband – of
van mijn part armband of ketting met meter en knop – serieus te overwegen, niet
als symboolpolitiek (duizend uitroeptekens), maar als humaan en technologisch
geavanceerd beleid, toont de overheid dat zij luistert naar zowel de inwoners
als naar het collectieve, morele kompas. Laat duidelijk zijn dat dat kompas
niet de voorloper moet zijn van Chinese, dictatoriale praktijken van controle
en macht… Van pesterijen.
Als deze aanpak dus verstandig wordt
vormgegeven, kan het migratiebeleid juíst menselijker maken. Niet door strenger
te zijn om het strenger zijn. Never nooit door pesterijen en andere
wanpraktijken. Maar door mensen bescherming te bieden die ze nodig hebben. Als
onze politici en professionals hier misbruik van gaan maken, moeten ze
vanzelfsprekend hier gelijk de gevolgen van dragen.
Compassie met ruggengraat
We leven in een tijd waarin zowel compassie
als ruggengraat schaars lijken. De één roept om meer menselijkheid, de ander om
meer handhaving. Waarom zouden die twee elkaar uitsluiten? De enkelband is echt
géén verloochening van de humane waarden. Juist een manier om die waarden in
stand te houden voor iedereen.
Het respecteert de betrokkenen in hun
bewegingsvrijheid en waardigheid en beschermt de (vrouwen in onze) samenleving.
Het doet dat zonder mensen hun fundamentele waardigheid te ontnemen. Mits op de
juiste wijze…
Dus lieve lezers en mensen die me kennen:
als de emoties en connotaties bedaard zijn, is dit dan een schreeuwend of
sprekend beleid? Vinden jullie dit straffend of sturend? Toegegeven, denken
jullie niet dat Boomsma’s voorstel in andere tijden rustig zou worden
onderzocht in plaats van gelijk afgeschoten en veroordeeld?
Reageer gerust hieronder. Als ik het
verkeerd heb of zaken over het hoofd zie, ben ik de eerste die mijn fouten of
tekortkomingen toegeef. Beloofd.