Op de zonnige zondagochtend loop ik naar het Museumplein, op
loopafstand van mijn huis, voor een drone-opname voor This is Holland. Het
resultaat wordt dit jaar beschikbaar gesteld als ‘ervaring’ voor een museum in
Amsterdam-Noord. Lang geleden heb ik meer van dit soort klussen gedaan en een
jaar een acteeropleiding gevolgd. Al gauw heb ik dat gelaten voor wat het is.
Nu, zomaar uit het niets, trekt deze klus me. Het lijkt me namelijk mooi om met
mijn Museumplein vereeuwigd te worden op beeld.
Bij de verzamelplaats voor de figuranten kom ik een echtpaar
tegen dat alles belichaamt wat dit land zo Nederlands maakt. Een interessante,
onverwachte ontmoeting zo rond zes uur ’s ochtends. Ze vertellen me dat hun
zoon en dochter afstammen van Nederlanders die al vierhonderd jaar van
generatie op generatie hier op eigen bodem lopen te ploeteren. Ook voor ons. Voor
ons voedsel bijvoorbeeld. Of voor natuurbehoud.
Na een kop koffie hoor ik dat hun zoon de drone bestuurt. Geen
doorsnee variant, maar een hoogtechnologisch exemplaar. Daarvoor zijn ze
helemaal naar Engeland gegaan. Ze hebben een andere batterij voor in de drone opgehaald.
Al met al mag de drone boven het Museumplein namelijk niet meer dan 25 kilo wegen.
Regels.
Regels. En oh ja, regels. Want het ding zou zomaar instorten. Of dzo.
Het leven zit nogal ingenieus in elkaar. Als tiener wil de zoon
een spel hebben. Hij doet er vervolgens alles aan om het geld bij elkaar te
sprokkelen. De vaardigheden die hij zichzelf daarmee heeft aangeleerd, zet hij tegenwoordig
in voor nauwkeurige dronebesturing. Hij is bovendien de enige in Europa die met
deze drone werkt. Zijn zus is verantwoordelijk voor de bewerking van de beelden.
Het echtpaar is aanwezig als figuranten en ondersteunende
krachten. Maar doorgaans werken ze dus op het land. Sommigen zouden hen kortaf
boeren noemen, waar niets mis mee is. Alleen vergeten mensen weleens dat er
achter die overkoepelende term een wereld met allemaal sub domeinen schuil gaat.
De vader spreekt lang over hoe zijn zoon zijn eigen
dronekoers voert. Daar is vader trots op. Alles aan hun samenwerking is een
toonbeeld van toegewijde inzet, familiaire rijkdom en stille vanzelfsprekendheid.
Het raakt me omdat ik al veertig jaar in mijn eentje doorploeter. Ik ken dit niet.
Deze ploeteraars worden vervolgens belemmerd met regels die kant noch wal
raken. Let wel, mensen waar dit land altijd op heeft kunnen bouwen.
Lammetjes worden ineens boekhoudkundige eenheden
Een andere A-locatie in het land, bedoeld om op te nemen in
de serie This is Holland, zal sneuvelen. De lokale ambtenarij heeft
slechts twee dronevluchten toegestaan: één heen en één terug. Het terrein
verkennen voor het filmen, is onmogelijk. Normaal gesproken, vormen twee
dronevluchten de basis voor een opname.
De weersomstandigheden worden door de ambtenaars als niet
relevant beschouwd. Je raadt het al: het weer is tijdens de opname heen en
terug niet optimaal voor het doel. Met als resultaat, onbruikbare beelden en
gemiste kansen. Het type geleuter waarmee de betreffende locatie in Nederland
zichzelf buiten spel heeft gezet.
Vrijheid, flexibiliteit en vooruitgang? Ach. Alleen nog vanuit
de perceptie van onwetende en idealistische buitenlanders bezien. Als die dit
verhaal te weten zouden komen, zou ik me helemaal kapot schamen voor dit land.
Het echtpaar vertelt verder. De stikstofregels zijn tegenwoordig
zo door gerationaliseerd dat zelfs lammetjes, amper maanden op hun levensteller,
meetellen als vervuilers zoals schapen dat doen. Niet omdat het logisch is en
lammetjes doorgaans zo beoordeeld worden. Maar omdat het lucratief is voor de
gemeentekas. Zo opportuun als we zijn, worden lammetjes ineens boekhoudkundige
eenheden. Terwijl het boerenleven zélf, dus de grond, arbeid en band met de
natuur, voortdurend onder druk staat.
Het echtpaar vertelt me hoe hun energiekosten voor hun
kassen zijn gestegen sinds de oorlog in het oude gebied van de Sovjet-Unie. Van
€325 naar meer dan €800. Die pittige Fransen (ik mag dat zeggen met mijn Franse
achtergrond), ook wel überexperts in staken, zouden er de straat voor opgaan.
Maar dat doen wij alleen met Palestijnse vlaggen. Flexibele contracten,
creativiteit en discipline: het echtpaar zet het allemaal in.
En ze klagen niet, he? Ik hoor aan hoe ze gewoon schakelen en
meegaan met de zoveelste beleidswijziging. Met een glimlach en opgestroopte
mauwen… Maar de rek raakt eruit. Niet omdat ze opgeven. Omdat het systeem hen
in de maling neemt. Omdat zovelen steeds stukjes bij hen eraf proberen te
bijten.
#FreeBram! Geen grap
Eerder in de week heb ik een andere onverwachtse ontmoeting
in het deftige Laren, namelijk met
Bram Moszkowicz. Ook getroffene van geleuter.
Goed, hij heeft fouten gemaakt. Ik zie daarin sporen van transgene rationele patronen.
Wie dat begrijpt, bevat ook hoe sommige onjuistheden ontstaan binnen lange
ketens van pijn. Dat ontslaat niemand van verantwoordelijkheid natuurlijk.
Zijn straf is zwaarder dan die van menig moordenaar. Terwijl
notoire schenders van onze rechtsstaat en menselijkheid lachend de cel inlopen
voor schrikbarend korte duur en voldoende luxe. Het lijkt alsof de symbolische
moraal regeert. Hard zijn voor wie zichtbaar is. Zwijgen over het structurele
wanbeleid voor de gemiddelde low key crimineel.
Geef die man zijn toga terug. Eén kans en zie dan wat
posttraumatische groei vermag. #FreeBram! Geen grap. Wedden dat het goed gaat?
Hoe ik dat 'zomaar' durf te beweren als leek en niet eens een kennis van de
beste man? Ik weet het nodige van posttraumatische groei af. Noem me maar een
überexpert op dat vlak.
Het is waarom ik bijvoorbeeld achter Perdiep Ramesar heb
kunnen blijven staan nadat hij als journalist bij Trouw de mist is ingegaan
vanwege fictieve quotes. En kijk, posttraumatische groei is mogelijk en
zichtbaar. In de Verenigde Staten zou dat de grandeur aan het respect krijgen
die het verdient. Hier hebben we geleuter.
Het is waarom ik sommige briljante koppen met werkelijk waar
publieke fiasco's aan verkeerde afslagen nog kan doorzien. En door elkaar zou willen
schudden. Dat dan weer wel. Ik weet dat mensen niet voor zichzelf te behoeden
zijn, dus dat door elkaar schudden, is vrij kansloos. En ik heb meer
voorbeelden.
Voorgesorteerde jongeren
De derde onverwachtse ontmoeting van de week is in de trein.
Ik zit naast een zeventienjarige onderweg naar Weesp en raak aan de praat. Een
jongen met olijfgroene ogen, goude lokken (dan zijn er bij mij al punten gescoord)
en een prachtig hart. Pom, mijn hond, is blij met de aaitjes over zijn
ontplofte oranje vacht. Hoe dan ook, de jongen vertelt dat hij niet weet wat
hij wil worden. Nog een jaar VWO te gaan, een scheikundepakket, maar geen idee
waar het toe moet leiden.
We spreken over (mijn pijn met) AI, de toekomst en de blinde
vlek van Nederland. Boven alles spreken we over hoe lastig het in dit land is om
van koers te veranderen. Zijn moeder moest zich volledig opnieuw uitvinden. Hier
is dat niet voor veel mensen weggelegd. Dus voelt hij de druk om een goede
keuze te maken.
Want het voorsorteren van onze
jongeren begint al op school.
Veel te vroeg inderdaad. Daar wordt de rest van het werkende leven vervolgens
aan gekoppeld. Al sinds de invoering van de vier profielpakketten — ik zat in
het eerste jaar van dit model — wordt de vrijheid om breed te leren stukje bij
beetje ingeperkt. Verschillende dingen naast elkaar doen, is niet echt gewenst.
Het systeem is in zichzelf gekeerd.
Ik realiseer me dat dit model het begin is geweest van een
onderwijssysteem dat stap voor stap achteruit is gegaan. Lang voordat
verschillende waardesystemen in het onderwijs zichtbaar werden en met elkaar zijn
gaan botsen. Ga maar eens terug in de tijd en reken maar uit. Wedden dat ik het
bij het juiste eind heb?
Doodgewone buitengewone burgers een blik werpen
Wat deze onverwachtse ontmoetingen verbindt, is hoezeer het
doodgewone buitengewone
burgers zijn. Doodgewoon Nederland, zonder poespas of
complexe en hoogdravende morele en politieke discussies. Dit zijn onze mensen
die toch wel behoorlijk in de steek gelaten worden af en toe.
Nogmaals, het gaat hier niet om debatten over botsende
waardesystemen.. Gewoon mensen die ploeteren. Die dit land dragen. Die ons
voeden. Die ons herinneren aan waar we vandaan komen. Maar ze worden genegeerd.
Hun inzet wordt niet gezien. Hun taal wordt niet gesproken. Mensen die al
honderden jaren hier zijn en trouw blijven aan Nederland. Die hier horen.
Ik vertel het echtpaar op Museumplein dat ik gewend ben om
bij mezelf te horen en verder nergens. De verankering die ik in de buurt heb en
waarvan ik steeds meer en meer voel dat ik die mag loslaten, mocht ik dat
willen, is eigenlijk de enige die er is. Voor hen is dat anders.
Toch willen we het in Nederland maar niet zien. We
verspillen liever onze tijd aan rechts versus links en andersom geleuter in
plaats een blik te werpen op doodgewone buitengewone burgers.. In de afgelopen
maanden zijn er daarom, als ik het goed begrepen heb, honderdduizenden
Nederlanders definitief vertrokken. Geef hen eens ongelijk.
Het echtpaar verbouwt zelf nog gezonde producten op het
land. Maar zovelen van ons moeten het doen met onbetaalbare groenten en fruit.
Of met niks minder dan het gif van de supermarkten. Dát alleen al is reden
genoeg om hier weg te gaan.
In de ratrace van hun leven
Al veertig jaar woon ik hier. In al die jaren heb ik zelden
meer dan vijftien huizen tegelijk in mijn postcode te koop zien staan. Nu zijn
het er 121, waarvan 5 in mijn straat… Niet omdat de huizen slecht zijn, van het
fundament niet tot aan de puntjes op de i in het interieur niet. Niet omdat de
buurt is veranderd in een speeltuin voor expats. Simpelweg omdat mensen zich in
de maling genomen voelen.
Deze buurt wordt in tegenstelling tot wat iedereen denkt
niet enkel gekaapt door hippe lui en door Jort Kelder's Bij ons in de PC-meute.
Overal om me heen zie ik doodgewone buitengewone burgers, meestal met kinderen
in de fietsbakken, iedere dag in de ratrace van hun leven hun best doen. Maar doodgewone
mensen zijn moe van het geleuter. Hun bedankje? Gif in de supermarkt. Willen ze
normale producten? Dan zijn die onbetaalbaar. Een overheid die hen niet meer
begrijpt.
Als ik hier zou uitwijden over de plek waar ik graag naartoe
zou willen verhuizen, dan zou het contrast met Nederland op dit moment pijnlijk
duidelijk worden. Ik word momenteel niet alleen met die sluimerende onvrede
geconfronteerd via mijn gewicht – het ultieme signaal dat er iets moet
veranderen. Neem van me aan dat de voorbeelden van deze hardwerkende burgers
geen typisch geval van confirmation bias zijn. Het verschil tussen hen
en mij zit hem echter in wat voor mensen goed genoeg is qua standaarden en
levenskwaliteit en wat hen hier houdt.
Zeg me welke richting het blijft uitgaan
Of zoals een Belgische vrouw die vaker in Amsterdam is
geweest me van de week zei: wat de f*ck is er met jullie prijzen aan de hand?
Humus voor vier euro? Bij ons is dat negentig cent. Zijn jullie gek geworden?
En dan nog een Belgische, epische (ik kwam het woord laatst zowat in ieder
schrijven van een auteur tegen en nu wil ik het ook eens gebruiken) variant op mijn
antwoord. Dit is Nederland anno nu. Nederland zonder filters. In alle eenvoud
en bescheidenheid. Zoveel weet ik wel.
Waar dit heengaat? Ik kon haar niets antwoorden. Het lijkt
me dus dat we doodgewone buitengewone burgers zo snel mogelijk serieus moeten
nemen. Laten we beginnen met betaalbare en gezonde opties in de supermarkten
voor iedereen. Vandaaruit verder.
Als we niet uitkijken, is This is Holland straks
alleen nog een museumervaring. Een decor en herinnering. Terwijl de ploeteraars
vertrokken zijn. Terwijl de erosie doorvreet. Terwijl de waardesystemen waar
dit land op gebouwd is, zichzelf dreigen te verliezen. Alleen nog zichtbaar op
oude prenten en opnames.
Zeg me dus welke richting het blijft uitgaan. Dat doet me
denken aan een lied.
Zeg
me wat je ziet. Valt het tij te keren?