In een wereld die steeds vaker versmalt tot
identiteitsloopgraven, is het moeilijk om nog daden te vinden die werkelijk
schuren tegen elke verwachting in. Als het dan toch gebeurt, ben ik net een
cheerleader die met pompons in de lucht loopt te zwaaien. OK, dat beeld kan
nooit kloppen. Maar je begrijpt de beeldspraak.
In Dagestan, een Russische republiek in de Kaukasus, waar
eerder nog een helse pogrom op Joden plaatsvond op de luchthaven van
Machatsjkala, heeft een
moslim zakenman besloten een synagoge te financieren.
Wat?! Yep. Hier en daar zal er nu behoorlijk cognitieve dissonantie optreden.
Terwijl een groep Noord-Afrikaanse moslims hier weer niet van zal opkijken.
Geen
protest, pamflet, of poëtische verontwaardiging op
sociale media. De beste man zette zijn handtekening onder iets kostbaars en tastbaars.
Boven alles, iets dat moreel krachtiger is dan honderd opiniestukken zoals dit
schrijven bij elkaar. Hij bouwde iets op waar anderen wilden vernietigen. Aangezien
onze omroepen zulk soort feel good news niet zullen berichten, doe ik het bij
deze.
Niet in mijn naam
Dit moet je niet slechts als nieuwsfeitje vluchtig de revue laten
passeren. Dit is ook geen menslievend weetje dat je met een glimlach in een WhatsApp-groep
doorstuurt. Het is een ideologische opstand. Een bommetje. Pats! Want als je
werkelijk beseft wat deze daad inhoudt, begrijp je dat dit niet simpelweg
filantropie is. Geen gebaar. Dit is stil, waardig en dwingend verzet tegen de
logica van de bloedgroep. Vooral tegen de tirannie van tribalisme. Als
vrijdenker vind ik dit smullen. Over de rol van religie in dit soort gebouwen
spreek ik hier even niet. Voor nu focus ik me graag op het bommetje.
Want vergeet niet wat daar gebeurde he? De beelden van de
pogrom in Dagestan waren gruwelijk. Opgejut door antisemitische geruchten,
buitenlandse haatpropaganda en ideologische kortsluiting stormde een menigte de
luchthaven op, op zoek naar vermeende Israëliërs. Kinderen moesten zich
verstoppen. Anno nu… Families vluchtten naar toiletten of werden in aparte
ruimtes ondergebracht. Ondertussen zwaaiden de gekken met keppels alsof het trofeeën waren.
Dit was geen incident, maar een collectieve inzinking van
moreel bewustzijn. Ik wist niet wat ik zag. Dit soort taferelen behoorden tot
de geschiedenis. Dacht ik… Toen kwam deze man. Hij zei impliciet: niet in mijn
naam. Pun intended. Niet in de naam van mijn geloof. Ook niet in de naam van
mijn regio. Blijf. Wees jezelf. Vind een sense of belonging. Ik rijk uit.
Waarom zijn het altijd de goede mensen die rectificeren wat de kwaadaardige
mensen doen? Dat terzijde.
Jij hoort daar en ik hoor hier
Kun je nagaan wat zo'n daad doet met onze morele rekenkunde?
Want dit soort verhalen passen niet netjes in de schema’s van links of rechts.
Niet in de verhaallijnen die we gewend zijn te herhalen als drijfveren voor
onze keuzes. Dit is een moslim die een synagoge bouwt in een omgeving waar
antisemitisme net diens tanden heeft laten zien. Een soort open hand in een
vuistgevecht. Boven alles is het de ontkenning van de logica die de wereld
momenteel regeert: jij hoort daar en ik hoor hier. Laten we vooral niet
vergeten wie onze vijanden zijn.
We leven in een tijd waarin solidariteit is verschrompeld
tot hashtags. Waarin weinig mensen nog de energie lijken te hebben om voorbij de
schutting van het eigen gemak te kijken. In die context is deze daad
revolutionair. Deze actie draait de moraal weer recht omdat het een signaal is
dat menselijke waardigheid geen transactie is. En dat gemak weinig
vooruitstrevends voortbrengt.
Je hoeft het bijvoorbeeld niet eens te zijn met de politiek in
Israël om de veiligheid van de inwoners te verdedigen wanneer ze bedreigd
worden. Dát is beschaving. Soms is beschaving hard werken, ja. Als ik het
omdraai naar mezelf toe, lukte het me een tijd geleden vrijwel vlekkeloos. De
laatste jaren is het slechts moeiteloos in het geval van een kleinere groep,
waaronder – niet lachen, maar het is immers waar – een aantal medewerkers in de
categorie de Ander, met een hoofdletter, bij mijn vaste Albert Heijn op
Museumplein.
Dit is wat Emmanuel Levinas ooit bedoelde met de verantwoordelijkheid
dragen voor de Ander. Niet de Ander die je leuk vindt. Niet de Ander die op je
lijkt. De Ander die jouw
identiteit niet bevestigt. Deze moslim zakenman heeft
precies dat gedaan. Hij heeft niet gekozen voor het slachtofferschap van zijn
eigen groep. Niet gewezen op ‘maar zij hebben...’ Of: ‘wij lijden...’ Hij heeft
gebouwd. Daarmee heeft hij iets fundamenteels teruggebracht in het publieke
domein, namelijk moreel initiatief zonder voorbehoud.
Context is nooit een excuus
Hoe mooi ik dit bericht ook vind, ik wil tegelijkertijd niet
in gratuite bewondering vervallen. Want dat zou deze daad reduceren tot een
uitzondering. Ik wil graag dat het (weer) de norm wordt. Dat mensen over
landgrenzen en leiders heen loyaal blijven aan elkaar, wat er ook gebeurt. Dit
soort morele moed zie ik zelden vanuit zuivere motieven. Meestal is het
allemaal een grote poppenkast met niets minder dan de volgende PR-stunt of afleidingsmanoeuvre.
Wat jij?
Hoe vaak zie je religieuze leiders, politici of invloedrijke
figuren opstaan voor ‘de vijand’, wanneer het hen zelf niets oplevert? In
plaats daarvan worden we gevoed met laf taalgebruik. Met ‘beide kanten’-retoriek
en eindeloze analyses van ‘context’ totdat elke vorm van geweld verklaarbaar
wordt. Maar context is nooit een excuus, al helemaal niet voor dominantie en
ondermijning.
De keuze die deze man heeft gemaakt, dwingt je tot nadenken.
Wat creëer je zelf eigenlijk? Bouw je bruggen of graaf je dieper in de
loopgraven waarin je je veilig voelt? Durf je nog een daad te verrichten die
niet meteen door je achterban wordt toegejuicht? Of zit je gevangen in de algoritmen,
echo's en zorgvuldig samengestelde personaliteiten?
Moreel monument
Een lezer schreef recentelijk onder een stuk van mij dat een
bepaald idee als transcendentie klonk. Nou, laat ik dat woord dan maar weer
gebruiken. Dit keer in de zin van overstijgen. Dat je als mens het vermogen
hebt om je te verheffen boven je conditioneringen, reflexen en wat voor
groepsdynamiek dan ook. Pas dan kan je van enige vorm van ontwaking spreken. Dan
mag je roepen dat je meer bent dan hoe je bent opgevoed. In een wereld waarin
identiteit allesbepalend is geworden (denk aan identiteitspolitiek), klinkt dit
als bijna heilig.
Misschien houdt deze synagoge binnenkort dienst voor een
kleine gemeenschap. Misschien blijft de synagoge wel leeg. Misschien wordt de
synagoge weer vernietigd. Misschien is de synagoge wel een symbool. Misschien wordt
de synagoge wel het nieuwe Paradiso van Dagestan. Misschien komt er ooit een
dag dat synagogen en diens concurrenten gezien worden voor wat ze werkelijk
zijn. Gebrekkig. Wie zal het zeggen.
Hoe dan ook is deze synagoge als moreel monument tot stand
gekomen. Als bewijs dat zelfs op plekken van intense haat iets gebouwd kan
worden vanuit liefde. Een antwoord. Niet op de vraag wat je bent, maar op de
vraag wie je weigert te worden.