Zelden raakt beleid de menselijke maat op een plek waar het
meestal ophoudt, namelijk de stilte. De rouw die geen taal heeft, omdat de
samenleving daar liever niet over praat. Taboe. Toch is dat precies wat de Gemeente
Amsterdam nu heeft gedaan door als eerste gemeente in Nederland rouwverlof in
te voeren voor vrouwen (en hun partners) die vóór de 24 weken zwangerschap een
miskraam meemaken. In een tijd waarin beleid vaak louter reactief is, is dit
preventief menswaardig. Amsterdam erkent iets dat al veel te lang genegeerd wordt,
namelijk het feit dat verdriet, verandering en een existentiële crisis zich
niet laat vangen in wetten of termijnen. Een miskraam voor de 24-wekengrens is een
aanslag op het fysieke, mentale en spirituele lichaam. Het is verlies,
verdriet, boosheid en zelfs verandering dat kan leiden tot een crisis.
Een leegte die in het lichaam blijft hangen, maandenlang,
soms jarenlang. Dat Amsterdam via een raadsvoorstel besluit om deze stilte
formeel te erkennen, is ronduit historisch. Dit is geen symbolisch gebaar. Er
zit beleid aan vast dat direct van kracht gaat. Leidinggevenden binnen de
gemeente worden geacht standaard rouwverlof toe te kennen. Met behoud van loon.
Er is geen ruimte voor discussie of voorbehoud.
Rouw is economisch onhandig
Dit besluit is bovendien geen geïsoleerde Amsterdamse
sympathie, maar onderdeel van een trage, wereldwijde verschuiving in
bewustzijn. Althans, dat mag ik hopen. Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk
gingen ons al voor met wettelijk rouwverlof bij vroeg zwangerschapsverlies.
België werkt aan soortgelijke wetgeving. Ook in Nederland ligt er een voorstel
in de Tweede Kamer, na druk van duizenden ondertekenaars. We zijn bezig met het
codificeren van iets wat veel vrouwen (en
mannen) al decennialang weten. Verlies
is niet minder waar omdat het onzichtbaar is.
Omdat rouw na een miskraam niet past in het industriële
paradigma waarin we arbeid nog altijd vormgeven. Constante beschikbaarheid en
productielijn zonder onderbreking. Rouw is economisch onhandig. Zeker het soort
verdriet dat niet aan de buitenkant te zien is. Dat zich niet vertaalt in gips
of infuus, maar in een gebrouilleerde binnenwereld waar velen door eenzaam
raken. In het niet-zijn van wat had kunnen zijn. Zoiets laat zich moeilijk
vangen in HR-protocollen.
Zorgsystemen met het mannenlichaam als maatstaf
Tegelijk legt dit dossier de vinger op een veel
fundamenteler probleem, namelijk de medische en maatschappelijke onwetendheid
over het vrouwenlichaam. Het feit dat er überhaupt zo weinig structurele
erkenning is voor aandoeningen zoals endometriose of adenomyose. Beide
aandoeningen die menstruatie en vruchtbaarheid intens beïnvloeden.
Dit toont aan dat onze zorgsystemen nog steeds ontworpen
zijn met het mannenlichaam als maatstaf. Symptomen die typisch vrouwelijk zijn,
worden nog altijd afgedaan als ‘overdreven’, ‘emotioneel’, of simpelweg ‘pech’.
De medicatie, oplossingen, zorgvergoedingen en meer worden bepaald door een
leidende lijst met vooral mannelijke ziektes.
Endometriose treft wereldwijd naar schatting minstens 176
miljoen vrouwen. Eén op de vijf vrouwen heeft zware menstruatieproblemen die
haar functioneren ernstig beperken. Toch duurt het nog altijd gemiddeld 7 tot
10 jaar voordat vrouwen een juiste diagnose krijgen. In mijn geval duurde het zeventien-en-eenhalf jaar (!) voordat ik wist
wat er met mijn lichaam aan de hand was.
Jaren van onbegrepen pijn, vermoeidheid, immens lijden en vragen
zonder antwoorden. Pas na een operatie in 2013 werd duidelijk hoe ernstig de
schade was. Mijn eileiders moesten worden verwijderd en vierdegraads
endometriose werd overal opgeschoond. Kinderen krijgen kon sindsdien alleen nog
via IVF.
Joost Zwagerman schreef slechts twee woorden
Zelfs dat bleek geen universele garantie op geluk. IVF is eigenlijk
een loterij met lichamelijke bijwerkingen en psychische pieken en dalen. In
mijn geval fouten tijdens het proces (er bestaan enorme kwaliteitsverschillen
tussen ziekenhuizen en klinieken) en uiteindelijk lege handen. Want daar zit
nog een andere laag in dit verhaal. De stilte in het werkleven…
80% van de tijd zei ik er niets over en werkte ik door. Ik
leverde en presteerde gewoon. Want dat is wat onze keiharde maatschappij van ons
verwacht. Pas in de laatste 20% van het traject kon ik niet meer zwijgen. Niet
omdat ik dat wilde, maar omdat mensen begonnen te vragen waar ik was. En omdat
de waarden in mijn lijf mijn functioneren begonnen aan te tasten.
Ik herinner me de eerste post die ik erover schreef. Voorzichtig,
openhartig en breekbaar. Joost Zwagerman reageerde erop. Hij schreef slechts
twee woorden: “Brave posting.” Een halve dag later was hij dood. Zijn reactie
was er één van erkenning en eindigheid. Eigenlijk markeerde die voor mij het
begin van mijn rouwproces, nog voordat ik definitief een uitslag had en moest
stoppen met proberen.
Joost Zwagerman was mijn buurman en moedigde me aan als
twaalfjarige in toen nog lange rokken en in de klauwen van religie om te gaan
schrijven. Ik bewaar nooit iets. Letterlijk alle data gaat altijd weg. Dat
geldt ook voor WhatsApp en dergelijke, waar ik zo min mogelijk op zit. Maar
zijn e-mails zal ik altijd bewaren.
Het besluit van Amsterdam is fundamenteel juist
Rouw is geen muur waar je tegenaan loopt. Het is een deur
die ongevraagd, ongewenst en onomkeerbaar opengaat. Mijn levensloop deel ik in twee
tijdperken in. Er is een Dina-Perla voor 2016 en na 2016. Die grens is niet
alleen een litteken. Het is een breuklijn die mij als mens openbrak. Ik ben
niet meer dezelfde persoon die ik was. Oftewel, het is ontwaken en groeien. Dat
is precies waarom existentiële rouw tijd en ruimte nodig heeft. Zó lang als
nodig is.
Er is geen standaardtempo voor verwerking. Geen uniforme
duur, afvinklijst van emoties, of volgorde in fases. Rouw is een vorm van
wedergeboorte. Soms letterlijk: ik schrijf dit stuk een week voor mijn operatie.
Een hysterectomie die het einde betekent van hevige pijn uit het afgelopen jaar
en het begin van nog meer vrijheid.
Na het helen zal ik herboren zijn. De adenomyose die overal
in de baarmoederwand zit, zal voorgoed opgelost zijn. De kans dat endometriose
nog meer klachten gaat veroorzaken, zal afnemen. De ingreep is niet alleen
reactief, maar ook preventief. Daarom raakt het besluit van Amsterdam mij diep.
Niet omdat het ‘lief’ is. Niet omdat het ‘progressief’ klinkt. Maar omdat het
fundamenteel juist is.
Omdat het recht doet aan het leven zoals het werkelijk is:
kwetsbaar, grillig en niet te vangen in regeltjes. Omdat het uitgaat van
vertrouwen in plaats van wantrouwen. Omdat het erkent wat al die tijd al waar
was en altijd waar zal blijven. Dat een mensenleven, ook als het nog maar pril
is, betekenis draagt die gedurende ons hele levensloop bij ons blijft.
Definitief uit mijn vocabulaire
We hebben beleid nodig dat zich niet alleen richt op efficiëntie,
maar op empathie. Dan maak ik even een sprong: dat betekent
zorg op maat… Niet
alleen medische zorg, maar ook sociale, emotionele en professionele ruimte.
Want het is onacceptabel dat onze (zorg)standaarden nog steeds zijn gebaseerd
op mannen. Onacceptabel dat vrouwenlichamen jarenlang worden genegeerd, ontkend
of gedisciplineerd omdat hun pijn te complex is voor bureaucratische (let op:
winstgevende) systemen.
Laten we deze beslissing van Amsterdam niet wegwuiven als
een lokaal experiment, maar erkennen als een pioniersdaad van beschaving. Een
baken van menselijkheid in een keiharde wereld. Laten we erkennen wat het
betekent om je kind te verliezen, nog voor het geboren wordt. Laten we proberen
te bevatten wat het betekent om ongewenst kinderloos te blijven. Elke vorm van
verlies heeft recht op ruimte.
Ik ben altijd kritisch op het beleid van de Gemeente
Amsterdam. Het is geen geheim dat ik in de afgelopen tien jaar met wanhoop naar
diverse beleidsbeslissingen (fiasco’s) gekeken heb. Vandaar dat ik graag benoem
wanneer het wel goed gaat. Amsterdam, chapeau. Meer hiervan.
Als ik na volgende week een tijd afwezig ben, weten jullie
waarom. Met deze column neem ik afscheid van de woorden adenomyose en
endometriose. Die gaan definitief uit mijn vocabulaire. Adieu.