In een wereld vol herrie, botsende identiteiten en morele
ijverzucht verlang ik vaak maar naar één ding, namelijk stilte. Niet de
passieve stilte van wegkijken (zwakte), maar de mystieke stilte die voorafgaat
aan het bestaan zelf (sterkte). Geen luid activisme, maar het onuitspreekbare.
In een tijd van constante profilering, schreeuwende opinies en ideologische
branding, is het ware protest om onverklaard te blijven. In deze ‘heilige
oorlog’ die vermoedelijk tot 2030 zal woeden, is transcendentie voor mij wat
zuurstof is voor de longen. We leven in een tijd waarin alles systeem, macht en
construct moet zijn. Juist daarom ervaar ik de mystieke kern van de
christelijke werken als een anker. Geen systeem gebouwd op dogma, maar op
verwondering. Geen dictaat, maar devotie. De dertiende-eeuwse denker Berthold
van Moosburg noemde God “de stilte die voorafgaat aan het zijn”. Angela van
Foligno beschreef haar Godservaring als een “weten dat on-wetend maakt”. De
mysticus versmelt rationaliteit en ervaring zonder eraan onderdoor te gaan.
Het Westen is een metafysisch experiment
De vergeten Tsjechische filosoof Ladislav Klíma (ik ben dol
graven en verborgen schatten boven water halen) schreef dat God geen concept
is, maar een realiteit die moed vergt. Niet de moed om te geloven, maar om stil
te durven zijn voor het Absolute. Mystiek is geen vlucht uit de wereld, maar
het toelaten van een visie die zo waarachtig is, dat die niet verzonnen kan
zijn.
Mijn toegang tot deze wereld was een existentiële. Na een
diepe, persoonlijke crisis in 2016, een duisternis die bijna metafysisch was,
begon ik met zoeken. Mindfulness, ayahuasca (de buitengewoon kundige begeleider
Pat Kuiper in Amsterdam), de Kabbala (mijn vader natuurlijk), Stoïcisme,
Jungiaanse dieptepsychologie, A Course In Miracles (vooral het werk van
Marianne Williamson), Boeddhisme en uiteindelijk mijn eigen synthese:
humanocratie. Wordt vervolgd. Maar het was pas in de teksten van de
christelijke mystiek dat ik iets aantrof wat ik nodig had, namelijk waarheid
zonder dwang. Realiteit als een stralende openbaring.
Het
Westen is meer dan een cultuur of politiek erfgoed. Mensen,
het is bovenal een metafysisch experiment! Geen beschaving die waarheid oplegt
met ijzeren vuist, maar die uitnodigt tot innerlijke vlam. Mysterie is geen
bijzaak, maar het fundament van een gezonde beschaving. Zonder het sacrale
wordt beschaving een beheersysteem.
En ja, ik zie heus wel hoe kitsch, ideologie en grimmig
moralisme tegenwoordig spreken namens het christendom. Maar onder deze
oppervlaktelaag gloeit nog steeds iets levends. Ik zie het in kloosters, de
dagboeken van Dag Hammarskjöld, De Wolk van Niet-Weten, in de stem van Simone
Weil en soms verrassend genoeg op het podium bij de moderne predikante Sarah
Jakes Roberts.
Angst vertekent alles
Ayaan Hirsi Ali’s existentiële reis (voor mij is ze een
lumineuze en numineuze peetmoeder; dankbaar dat ze me onder haar vleugels neemt)
van de islam naar het atheïsme en vervolgens naar het christendom is iets waar
ik me in herken. God volledig verliezen, betekent namelijk niet dat de rede
wint, maar dat het fundament van de rede zoek raakt. Secularisme kan soms
noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld voor de inrichting van een samenleving. Maar
het kan het heilige nooit vervangen. Achter de verdediging van de beschaving
schuilt de échte vraag: wat proberen we eigenlijk te beschaven?
Mystici zijn geen opiniemakers. Ik probeer beide zaken samen
te laten komen en neem risico’s. Maar mystici beheersen geen cultuur. Ze bewonen
cultuur. Ze weten dat mens zijn niet alleen ‘de alles-ziener’ betekent, maar ook
‘gezien worden’. Niet mysterie bezitten, maar ervoor knielen. In een tijd
waarin verschillende culturen alles en iedereen willen domineren, is dit anders.
Iets dat klopt, oftewel waarheid, hoeft anderen namelijk niet te onderwerpen. Het
moet alleen soms wel beschermd worden.
Ik ben ervan overtuigd dat de prestatiemaatschappij de
nieuwe armoede is. In een wereld verslaafd aan aanwezig zijn, is verdwijnen een
daad van radicale kracht. De mysticus wil geen publiek, maar een altaar. Ook
ik. Geen relevantie, maar radiatie. Mystici meten het leven niet aan de hand
van impact, maar innerlijke integriteit. Oftewel, mystieke moed.
Het werk Een Cursus in Wonderen (A Course In Miracles) is
geen theologie, maar praktijk. Het wereldbeeld dat het aanreikt, stelt dat de
wereld zoals we die zien, voortkomt uit
angst in plaats van
Liefde. Angst
vertekent alles. Vergeving, niet als moraal maar als perceptiecorrectie, wordt
het medicijn tegen afgescheidenheid. “Perceptie is een spiegel, geen feit,”
stelt de Cursus. Wat ik zie, is mijn eigen toestand, geprojecteerd naar buiten.
Dit inzicht bracht me verder dan wat voor werk dan ook om te
kunnen vergeven. De Cursus leerde me dat vrede het ego vernietigt. Dat is
precies wat het ego te vrezen heeft. Vergeving is geen goedkeuring of
relativisme, maar een geopende waarneming. Niet om het gedrag van mensen goed
te praten, maar om vrij te zijn van haat. Want laten we eerlijk zijn. Mensen
zijn vaak vreselijk. Wat ze zichzelf en vooral dieren aandoen, is walgelijk.
Breng je huis op orde voordat je de wereld bekritiseert
De Cursus herdefinieert Christus als een innerlijke
aanwezigheid, de stem van de geest die God nooit vergat. De Christus is niet
buiten ons, maar datgene in ons wat niet getraumatiseerd en in de 3D menselijke
wereld opgeslokt is. Om werkelijk te zien, moeten we tijd loslaten. “Heb geen
drang om de wereld te veranderen,” zegt de Cursus, “maar verander je denken
over de wereld.” Geen escapisme, maar herijking van perspectief.
Het ‘heilige ogenblik’ waarin verleden verdwijnt en de
toekomst niet meer nodig is, is altijd beschikbaar. “De hemel is geen plek,
maar een bewustzijn van volmaakte eenheid.” Dit is het hart van mystiek: een
ervaring die niet hoeft te worden uitgelegd, alleen geleefd. En in het
dagelijkse bestaan gaat het om balans vinden tussen wanneer te handelen en
wanneer het aan God over te laten om af te handelen.
Wat de Cursus me leerde over innerlijke bevrijding, leerde
Jordan Peterson me over uiterlijke confrontatie. Geen zweverigheid, maar
confrontatie met het lijden. “Pak je kruis op,” zegt hij. Het leven is oneerlijk.
Maar je kunt het dragen, vrijwillig. Daarin ligt betekenis. In een cultuur die
allergisch is voor lijden, weet ik als geen ander hoezeer het niet optioneel is
(niemand weet hoeveel ik in stilte heb geleden, zowel fysiek door de endometriose
als mentaal). Maar betekenis is dat wel.
Peterson’s ethiek is niet alleen conservatisme, maar
existentieel realisme. Logos, de vleesgeworden waarheid, is zowel metafysisch
als moreel. In een wereld waarin slachtofferdenken regeert, zegt hij: begin bij
jezelf. “Breng je
huis op orde voordat je de wereld bekritiseert.” Dit is
misschien wel mijn favoriete uitspraak van de beste man! Het is geen
kleinburgerlijk advies, maar mystiek, monastiek en revolutionair.
Liefde heeft het laatste woord
De mysticus is niet de dromer, maar de strijder zonder
zwaard. Geen slachtofferschap, maar verantwoordelijkheid. Geen ideologie, maar
incarnatie. Geen comfort, maar waarheid. Wat ik vandaag de dag zie, is hoe
gevaarlijk religie wordt. Omdat religie losraakt van de kern. Sterker nog,
religie heeft als enige factor de potentie om deze planeet en alles wat er
leeft neer te halen.
Maar spiritualiteit heeft juist de potentie om deze planeet
te verzachten, zonder dat het sentimenteel wordt. Mystiek is bloedserieus en
krachtig. Het is de brug tussen chaos en orde. Tussen psychologie en metafysica.
Tussen het ego en de ziel. We kunnen op de huidige voet doorgaan en de wereld
ten onder zien gaan, of we kiezen een ander pad… Daar is niks flauws of ‘zweefteefs’
aan.
Leef innerlijk gezien, in een driehoek van wijsheid:
Peterson’s realisme, de Cursus’ vergeving en het stilzwijgen van de mystici. Ga
de chaos aan. Vergeef de illusie. Verblijf in het deel dat beide overstijgt. Verheerlijk
mystiek echter niet. Het is geen esthetiek, maar hard werken. Het is liefhebben
wie jou tot in je kern haat. Het is integriteit verkiezen boven je eigen groep.
Want, zoals de Cursus zegt: “De heiligste plek op aarde is waar oude haat
actuele liefde wordt.” Laat dat de revolutie zijn.
Laten we onszelf niet tot cynisme veroordelen. Schoonheid is
niet naïef en geloof is geen zwakte. Liefde heeft het laatste woord, mensen.
Het is thuiskomen. Er zijn dagen dat ik het vergeet. Dagen dat ik woedend ben.
Dagen dat ik snak naar meer bewijs. Maar zelfs in ballingschap draag ik de
herinnering aan thuis met me mee. In gebed, poëzie en sacrament herinner ik me
soms wat de mystici altijd al hebben geweten. Dat we hier zijn om de wereld te
zien, niet om haar te veroveren. Nooit. En zien is liefhebben.
*Doet zomerse talaar weer af. Geniet van je vrijdag.