Wie de Europese Commissie met enige afstand bekijkt - en vooral met historische bagage - kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de structuur, mentaliteit en besluitvorming op pijnlijke wijze doet denken aan iets wat wij dachten achter ons te hebben gelaten: het Politbureau van de Sovjet-Unie. Niet identiek, natuurlijk, maar opvallend parallel. De EU is geen dictatuur, maar de institutionele reflexen en bestuurscultuur vertonen akelige echo’s uit de 20e eeuw. Hieronder een overzicht van de meest markante overeenkomsten.
1. De illusie van democratische legitimiteit
Politbureau: Formeel een orgaan van de Communistische Partij, maar in werkelijkheid een zelfreproducerende elite die elkaar benoemde en bekrachtigde. De ‘verkiezingen’ waren decorstukken - vooraf bepaald, zonder echte keus.
Europese Commissie: Formeel benoemd door democratisch gekozen regeringsleiders en goedgekeurd door het Europees Parlement. In de praktijk ontstaat de samenstelling achter gesloten deuren na nachtelijke lobbyrondes, partijdeals, ruilhandel en benoemingspolitiek. De burger kiest geen enkele commissaris rechtstreeks; de Spitzenkandidaten-droom is begraven; en von der Leyen werd - net als een Sovjet-secretaris - door fracties en regeringsleiders in een achterkamertje naar voren geschoven.
Parallel: een technocratische top die zichzelf legitimeert zonder dat de bevolking een echte stem heeft.
2. Centralisatie van macht in een ondoorzichtig centrum
Politbureau: Macht gecentreerd in een kleine groep, die de kaders, wetten, richting en planning voor het hele land bepaalde.
Europese Commissie: De Commissie claimt steeds meer exclusieve bevoegdheden: klimaat, landbouw, handel, digitale regelgeving, grensbeleid, defensieplanning, industriepolitiek, begrotingsregels… Allemaal aangestuurd door één centrum, weg bij lidstaten.
Parallel: beleid wordt niet gedeeld, maar gecentraliseerd - soms ondanks tegenstand van de periferie.
3. Een ideologisch raamwerk dat niet ter discussie staat
Politbureau: Het communisme was niet slechts beleid; het was doctrine. Wie de ideologie bekritiseerde, werd buitengesloten.
Europese Commissie: Het dogma van “ever closer union”, de Green Deal, “strategische autonomie”, migratieverordeningen en het anti-populisme-narratief vormen een nieuw soort ideologisch raamwerk. Afwijkende opvattingen worden weggezet als “anti-Europees”, “extremistisch” of “desinformatie”.
Parallel: Ideologische orthodoxie boven pluralisme.
4. Een bureaucratie die zichzelf voedt
Politbureau: De partij en de bureaucratie waren één geheel. De structuur kon alleen voortbestaan door nóg meer structuren te bouwen: vijfjarenplannen, commissies, subcommissies.
Europese Commissie: De Brusselse technocratie creëert eindeloze verordeningen, richtlijnen, impactstudies, comités en agentschappen. Een machine die leeft van uitbreiding: meer taken, meer budget, meer ambtenaren, meer bevoegdheden.
Parallel: De bureaucratie is geen middel, maar het eigenlijke doel.
5. Punitive governance - straf in plaats van dialoog
Politbureau: Lidstaten (in de Sovjet-sfeer) werden via druk, dreiging en uitsluiting in het gareel gehouden.
Europese Commissie: Gebruik van boetes, inbreukprocedures, budgetkortingen, rule-of-law-mechanismen en chantage via EU-subsidies (Polen, Hongarije, boeren, vissers). Democratische uitslagen worden gecorrigeerd met “guidance” vanuit Brussel.
Parallel: Macht wordt afgedwongen via financiële en juridische hefboomwerking.
6. De ‘voorhoedepartij’ en het ‘expertise-argument’
Politbureau: Alleen een selecte groep revolutionaire leiders begreep het grote historische project - de massa moest volgen.
Europese Commissie: Alleen de Commissie zou volgens zichzelf “de expertise” hebben om complexe problemen op te lossen: handel, migratie, defensie, energie, klimaat. Nationale parlementen worden gezien als hinderlijke amateurs of provinciale obstakels.
Parallel: Een verlichte voorhoede versus onwetende burgers.
7. Propaganda, framing en vijandbeelden
Politbureau: De media waren staatsgestuurd; twijfel aan de partijlijn werd gelijkgesteld aan vijandigheid tegenover het volk.
Europese Commissie: Geen staatspropaganda, maar wel ongekende invloed via perssubsidies, factcheckprogramma’s, algoritmeregels, desinformatiewetgeving, EU-journalistenscholen, think tanks en ngo’s die eenrichtingsverkeer stimuleren.
Parallel: Slecht nieuws komt van ‘populisten’, ‘Russische propaganda’, ‘extremisten’. Goed nieuws komt door Brussel zelf.
8. De stap-voor-stap uitbreiding van bevoegdheden
Politbureau: Het communistische systeem breidde zich gestaag uit naar steeds meer onderdelen van het leven.
Europese Commissie: Startte als handelsproject; groeide uit tot een staatsarchitectuur. Van bananenvoorschriften tot digitale censuur, van stikstofnormen tot belastingharmonisatie, defensiestructuren en centrale begrotingscontrole.
Parallel: Een machine die altijd groeit. Nooit krimpt. Nooit teruggeeft.
9. Loyaliteit boven competentie
Politbureau: Loyaliteit aan de Partij was belangrijker dan talent.
Europese Commissie: De hoogste posten gaan naar politieke loyalisten, niet naar de meest competente kandidaten. Zie: Frans Timmermans, Josep Borrell, von der Leyen, Gentiloni, Reynders - bijna allemaal personen die in hun eigen land politiek zijn afgestraft.
Parallel: falen nationaal → promoveren in Brussel.
10. Een elite die zich steeds meer verwijdert van de bevolking
Politbureau: Afgesloten van de gewone burger. Eigen privileges, eigen verzorging, eigen winkels, eigen vervoer.
Europese Commissie: Bestaande privileges: belastingvrije salarissen, luxe kantines, chauffeursdiensten, privileges voor ex-commissarissen. De kloof tussen bestuurders en burgers wordt groter en groter.
Parallel: een bestuurlijke kaste zonder maatschappelijke wortels.
Conclusie: geen Sovjet-Unie, wél dezelfde bestuursreflexen
De EU is geen totalitair regime en Brussel is geen Moskou anno 1970. Maar de institutionele logica - centralisatie, technocratie, ideologische orthodoxie, bureaucratische expansie en het marginaliseren van democratische tegenkrachten - vertoont onmiskenbare gelijkenissen met de bestuurscultuur van het oude Politbureau.
Wie deze parallellen niet ziet, wil ze vooral niet zien.