Wat er zich momenteel in Spanje afspeelt, wordt door de NOS snel geduid als “anti-migrantengeweld”, gepleegd door “rechts-extremistische jongeren”. Maar wie verder kijkt dan de krantenkoppen, ziet iets fundamentelers: een samenleving waarin de spanningen over migratie en integratie escaleren — niet alleen in Spanje, maar in heel Europa. Het is een patroon
In mijn eerdere column over COA en Nidos (“
Stille tochten, luide waarschuwing”) gaf ik al aan dat dit geen incidenten zijn. Eerder zagen we al hoe jonge, fysiek sterke mannen – veelal uit Sub-Sahara Afrika – via Melilla de grens bestormden, hekken overklommen, en grenswachten belaagden. Veel van hen vonden hun weg naar het Spaanse vasteland. En daar zijn sommigen inmiddels betrokken bij straatgeweld, groepsdruk en intimidatie – patronen die ze van huis uit kennen.
In Torre Pacheco, regio Murcia, sloeg enkele dagen geleden de vlam in de pan. De frustratie van de lokale bevolking richt zich op de groeiende straatterreur, overlast en de afwezigheid van grip vanuit de overheid. Het in elkaar slaan van een 68-jarige man is dan weliswaar de directe aanleiding.
Het is de terreur van bendes, sommigen van hen minderjarigen, die deels in Spanje zijn geboren maar geen zich geen Spaans voelen of willen voelen. Ze integreren of willen niet integreren, hebben alleen betrekking op elkaar en vormen zeer gesloten getto’s.
Maar het is geen Spaans probleem alleen. Parijs, Brussel, Malmö – ook daar broeit het. Nederland is geen uitzondering: of het nu Scheveningen, Hoogland of Amsterdam-West betreft.
Een groeiende kloof
70% van de Spanjaarden steunt inmiddels het
deporteren van illegale migranten. Zelfs onder de kiezers van de sociaal-democratische PSOE, de regeringspartij, is 57% vóór deze maatregel van Vox – de radicaal-rechtse oppositiepartij. Toch besloot de Spaanse regering onlangs om bijna één miljoen illegale migranten alsnog een verblijfsvergunning te geven.
Dat is mogelijk doordat de PSOE in 2023 – ondanks verlies – samen met de linkse lijst SUMAR en zeven kleinere partijen een minderheidscoalitie wist te vormen. De rechtse Partido Popular (136 zetels) en Vox (33 zetels) kwamen samen net tekort voor een meerderheid. Wéér won rechts de verkiezingen, maar niet overtuigend genoeg om te regeren.
Toch zal de druk op de minderheidsregering-Sánchez II toenemen. Want als zelfs de eigen achterban zich afkeert van het beleid, dan is het politieke draagvlak broos.
Politiek vs. werkelijkheid
Wat Spanje nu ervaart, is exemplarisch voor wat er in veel Europese landen speelt. In Engeland, Frankrijk, Duitsland en Nederland loopt de politieke realiteit steeds verder uit de pas met wat er leeft onder de bevolking. De samenleving verandert sneller dan partijpolitici kunnen bijbenen. Niet omdat de mensen zijn geradicaliseerd, maar omdat ze zich in de steek gelaten voelen.
Wie dat negeert, vergroot het risico op een sociale explosie. En dan is niemand gebaat bij simpele etiketten als “extreemrechts”. Wat we nodig hebben is
politiek die luistert, in plaats van labelt.
Conclusie
De les uit Spanje is (ook) helder: wie geen gehoor geeft aan de zorgen van zijn eigen bevolking, verliest vroeg of laat het gezag. In heel Europa groeit de roep om orde, grensbewaking en een eerlijk migratiebeleid. Dat is geen extremisme, dat is gezond verstand.
Ook in Nederland dringt die keuze zich op. Blijven we partijen steunen die liever Brussel of de mondiale consensus dienen dan hun eigen mensen? Of kiezen we eindelijk voor wat écht telt: het Belang van Nederland.
Erwin Versteeg is een Nederlandse politicus en ondernemer uit Enschede. Hij gaat met BVNL Enschede meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2026.