Precies dertig jaar geleden werd Srebrenica het dieptepunt van het Nederlandse buitenlandse beleid. Een zwarte bladzijde, niet alleen vanwege de gruwelijke genocide die daar plaatsvond, maar ook vanwege het verraad van onze eigen politiek aan haar eigen militairen. Dutchbat werd met een VN-vlag en loze beloften een vallei van de dood ingestuurd; ongewapend, onvoorbereid, kansloos. Het resultaat: meer dan 8.000 vermoorde moslimmannen, en tientallen Nederlandse militairen die als zondebok werden weggezet voor een politiek falen van groteske proporties. Nu, drie decennia later, staan we opnieuw op een kruispunt. En de politieke elite is wéér van plan onze militairen op te offeren dit keer niet in Bosnië, maar in
Oekraïne.
Srebrenica was geen militaire mislukking het was een politiek fiasco
Laat het helder zijn: de jongens van Dutchbat zijn niet gefaald. Zij hebben gedaan wat ze konden met de middelen die Den Haag hen gaf en die middelen waren belachelijk onvoldoende. Een VN-mandaat zonder vuurkracht. Blauwe helmen zonder rugdekking. Orders om niet in te grijpen. En bovenal: een Haagse politiek die liever de internationale deugkoers volgde dan haar eigen mensen beschermde.
De generaals in Den Haag wisten precies hoe precair de situatie was. Ze wisten dat Mladic oprukte. Ze wisten dat luchtsteun onmisbaar was. Maar ze zwegen. Ze lieten onze mensen stikken. En toen het fout ging, deden ze wat politici altijd doen: anderen de schuld geven.
Nu dreigt Oekraïne onze nieuwe Srebrenica te worden
Vandaag wordt er met dezelfde achteloosheid gesproken over “trainingsteams in Oekraïne” en “NAVO-aanwezigheid aan het front”. Ministers mompelen over ‘verhoogde paraatheid’, ‘steun aan onze bondgenoten’ en ‘afschrikking’. Mooie woorden voor hetzelfde patroon: militairen als pionnen op een geopolitiek schaakbord.
Oekraïne is een bloedige loopgravenoorlog geworden. De ‘vleesmachine’, zoals het daar wordt genoemd. Aan beide zijden sterven jonge mannen voor centimeters terrein. En terwijl Duitsland en Frankrijk voorzichtig afwegen of ze militairen willen sturen, staat Nederland alweer vooraan in de rij om een ‘bijdrage’ te leveren.
De vraag is: hebben we werkelijk iets geleerd van Srebrenica? Of zijn we opnieuw blind voor wat we onze soldaten aandoen? Want één ding is zeker: als we onze mannen straks in Oekraïne neerzetten zonder duidelijke missie, zonder luchtsteun, zonder politieke rugdekking, dan herhalen we exact dezelfde fouten. Dan krijgen we misschien geen Srebrenica 2.0 maar wel opnieuw jonge Nederlanders die in de steek worden gelaten door hun eigen regering.
De Haagse arrogantie: oude fouten in een nieuwe oorlog
Wat Srebrenica liet zien, is dat politici graag met andermans leven betalen voor hun morele grootheidswaan. En dat doen ze nog steeds. Nederland heeft al honderden miljoenen gepompt in een oorlog zonder einde. We leveren wapens, training en straks dus ook mensen maar niemand weet waar het eindigt.
Intussen worden kritische stemmen weggezet als “pro-Russisch” of “pacifistisch”, precies zoals men destijds twijfels over het VN-mandaat wegwuifde als lafheid of isolationisme. De geschiedenis herhaalt zich niet letterlijk, maar ze rijmt. En die rijm klinkt vandaag akelig bekend.
Als we “nooit meer Srebrenica” echt serieus nemen, dan moeten we breken met de Haagse reflex om telkens weer mee te hollen met de grote jongens, zonder zelf na te denken over onze belangen, onze militairen, onze verantwoordelijkheid. Dan zeggen we: geen Nederlandse laarzen op buitenlandse bodem zonder een ijzeren mandaat, maximale bescherming én de bereidheid om in te grijpen als het misgaat.
Anders is het “nooit meer Srebrenica” niets meer dan een holle frase net als de VN-resoluties die Dutchbat moesten beschermen.