Frits Bosch stelt terecht dat ons politieke stelsel is vastgelopen. Dat kunnen we allemaal zien. De polder is een moeras geworden waar daadkracht zinkt en visie verdrinkt. Maar zijn oplossing – een tweepartijenstelsel naar Amerikaans model – is niet de uitweg, maar juist de sluitsteen op het graf van vernieuwing. Een tweepartijenstelsel betekent: het politieke debat reduceren tot een karikaturaal toneelstuk tussen
links en
rechts, tussen deugkartel en tegenmacht. Zo’n systeem sluit radicaal nieuwe geluiden bij voorbaat uit. Wat dan rest is een verstikte democratie, waarin het volk mag kiezen tussen twee varianten van hetzelfde beleid. Kijk naar de VS: als daar geen Trump was opgestaan, had het establishment alles in zijn greep gehouden.
En daar zit het probleem: wij hébben geen Nederlandse Trump. Geen volksfiguur die het zompige Haagse moeras durft droog te leggen, die de Haagse kliek uitdaagt en het land weer in eigen handen wil geven. Als zo iemand opstaat, moeten we hem of haar ruimte geven – maar in een tweepartijenstelsel gebeurt precies het omgekeerde. Dan worden rebellen monddood gemaakt, ingekapseld, uitgesloten.
Laïcité nu: godsdienst uit ons onderwijs
Op één punt geef ik Bosch echter volkomen gelijk: godsdienst hoort niet thuis in ons
onderwijs. Punt. Geen gebedjes in de klas, geen hoofddoeken achter het schoolbord, geen religieuze indoctrinatie onder het mom van “diversiteit”.
Nederland moet het Franse voorbeeld volgen: laïcité. In Frankrijk geldt de seculiere republiek: de staat is neutraal, religie is privé. Dat model moeten wij ook invoeren. Alleen zo kunnen we het gevaarlijke verbond tussen islamitische belangen en linkse instituties – ook wel bekend als islamo-gauchisme – breken. Dat verbond sluipt via moskeeën, scholen, stichtingen en subsidielijnen ons systeem binnen. Daar moeten we radicaal mee afrekenen. Laïcité is geen luxe, het is zelfverdediging.
De redding: referendum en gekozen bestuurders
Willen we de democratie echt herstellen? Dan is het niet een tweepartijenstelsel dat we nodig hebben, maar juist meer directe democratie.
- Voer het bindend correctief referendum in. Laat burgers zich uitspreken over besluiten die de overheid neemt of wil nemen. Geen raadgevend gepruts meer zoals bij het Oekraïne-referendum, maar bindend, met tanden. Geen achterkamertjes meer. Als het volk ‘nee’ zegt, dan blijft het ‘nee’.
- Gekozen burgemeesters en commissarissen van de Koning. Geen partijvriendjes meer die via politieke vriendendiensten op pluche worden gehesen. Geef de burger weer invloed op wie er bestuurt. Democratie betekent dat de macht van onderop komt – niet via een sollicitatiecommissie bij het ministerie van BZK.
Frits Bosch ziet het probleem haarscherp. Maar de oplossing ligt niet in minder keus, maar in meer inspraak, meer correctie, meer zeggenschap voor burgers.
We moeten niet kiezen tussen links of rechts – we moeten kiezen voor terug naar de burger. Geen stelsel dat op slot gaat, maar een systeem dat openbreekt. De toekomst van Nederland ligt niet in twee partijen, maar in één volk dat weer gehoord wordt.
En daar begint de echte revolutie.