Burgemeesters, het Openbaar Ministerie, rechters en de minister
van justitie zien we worstelen bij het bepalen van hun standpunt over de rapper
Bob Vylan. Na de politieke moord op de conservatieve activist Charlie Kirk op
de campus van de Universiteit van Utah rapte Vylan in Paradiso in Amsterdam:
“Fuck de fascisten. Ga ze vinden op straat”. Tijdens zijn “concert” in
Amsterdam riep Vylan verder vanaf te toneel: “Ik wil dit nummer opdragen aan
een enorme klootzak. De voornaamwoorden zijn was/geweest. Als je onzin praat,
ga je eraan. Rust in vrede Charlie Kirk, klootzak die je bent”.
Vylan werd toegejuicht door de menigte.
Zouden deze teksten moeten worden beschermd door de vrijheid van
meningsuiting, zoals neergelegd in art. 7 van de Nederlandse grondwet of art.
10 van het Europese mensenrechtenverdrag?
Het antwoord op die vraag is een ondubbelzinnig: nee. Dat “nee”
dient niet te volgen omdat het smakeloos is wat Vylan deed of omdat hij oproept
tot haat of mensen beledigt of omdat zijn teksten polariserend zouden zijn,
maar omdat hij
oproept tot geweld. Hij roept op tot geweld jegens
“fascisten” en onder die “fascisten” valt in zijn ruime opvatting van
“fascisme” ook de vreedzame campus-activist Charlie Kirk.
Wanneer het Openbaar Ministerie geen gevolgen zou verbinden aan
deze oproep tot geweld (“Ga ze vinden op straat” en “Als je onzin praat, ga je
eraan”) zou geen mens meer veilig zijn tijdens een discussie op de campus van
een universiteit. Ook niet binnen de universiteit trouwens. Wat nu wanneer
Charlie Kirk in een collegezaal had gestaan en daar zijn discussies met
studenten had gevoerd? Kan dan op de achterste rij ook niet iemand een geweer
tevoorschijn halen om de “fascist” of de “klootzak” die “onzin praat” eraan te
laten gaan?
Het tegenargument is natuurlijk de vrijheid van expressie. En
dit zijn nu eenmaal de gevoelens van Vylan. Waarom zou hij daaraan geen uiting
mogen geven? De vrijheid van expressie bestaat toch ook voor opvattingen
“that
offend, shock or disturb”?Dat is juist, maar we mogen nooit vergeten dat het ventileren
van opvattingen “that offend, shock or disturb”
vooronderstelt dat de
uitwisseling van die opvattingen op vreedzame wijze moet kunnen verlopen.
Charlie Kirk heeft erop vertrouwd dat de staat de fysieke vrede handhaaft
tussen discussiepartners. Daarin heeft die staat gefaald. Wat nu in de
Verenigde Staten gebeurt, is dat men zich rekenschap geeft van dat falen en
allerlei maatregelen neemt tegenover diegenen die geweld gedogen of geweld
stimuleren. Dit alles om de grote oorlog van allen tegen allen te voorkomen
(anarchie).
Europa zou daarin moeten volgen. Ook in Europa moeten
grenzen
worden gesteld aan het oproepen tot geweld.