FVD-leider De Vos: “Nederland moet Nederland blijven” - immigratie en identiteit centraal in slotfase campagne

“Nederlanders dreigen een minderheid te worden in hun eigen land,” zei De Vos tegen Nieuwsuur. “Ik vind dat we dat tegen mogen houden. Wij willen dat Nederland Nederland blijft.”

Het is een boodschap die precies samenvat wat FVD in deze verkiezingen wil overbrengen: Nederland moet weer de baas worden over zijn eigen grenzen, zijn eigen cultuur en zijn eigen toekomst.

De uitspraak van De Vos komt op een moment dat de verkiezingsstrijd op volle toeren draait. Waar partijen als VVD, GroenLinks-PvdA en D66 vooral praten over klimaat en zorg, kiest FVD bewust voor een thema dat veel Nederlanders diep raakt: de vraag wie we als land willen zijn.

Volgens De Vos is er de afgelopen decennia een stille verschuiving geweest, waarin immigratie en globalisering de Nederlandse samenleving onherkenbaar hebben veranderd. Veel kiezers voelen dat dagelijks, zegt ze - in scholen, buurten en op de arbeidsmarkt.

FVD is niet tegen mensen, maar is wel vóór het recht van Nederlanders om ons eigen land te behouden. Zo positioneert FVD zich opnieuw als de partij die zegt wat anderen niet durven uit te spreken.

De woorden van De Vos passen in een bredere trend waarin de tegenstelling tussen het politieke kartel en de buitenstaanders steeds scherper wordt. Waar gevestigde partijen spreken over “inclusie” en “diversiteit”, wijst FVD erop dat die termen in de praktijk vaak betekenen dat Nederlanders hun eigen cultuur moeten inleveren.

Het verschil in toon is opvallend. D66, GroenLinks-PvdA en Volt bestempelen de focus op remigratie als “uitsluiting” of “stigmatisering”. Maar FVD benadrukt juist dat een beleid zonder grenzen onhoudbaar is - niet alleen economisch, maar ook sociaal.

Het electorale effect van deze aanpak is zichtbaar. In recente peilingen wint FVD langzaam terrein, vooral onder kiezers die zich niet meer herkennen in de vlakke middenkoers van VVD en CDA.

De boodschap van De Vos komt niet uit het niets. De afgelopen jaren groeide het onbehagen over migratie, woningnood en druk op publieke voorzieningen. Terwijl veel partijen die zorgen liever verpakken in technocratische taal, spreekt FVD er ronduit over.

Die openheid werkt polariserend, maar ook mobiliserend. Voor veel Nederlanders klinkt in “Nederland moet Nederland blijven” geen uitsluiting, maar juist een oproep tot behoud van wat hen verbindt: taal, waarden, veiligheid en cultuur.

De Vos weet dat die boodschap politiek riskant is, maar ook dat ze precies daar het verschil maakt met het Haagse midden.

Zoals te verwachten was, reageerden de andere partijen fel op eerdere uitspraken van De Vos over remigratie. GroenLinks-PvdA noemde FVD’s focus “gevaarlijk" en "extreem." D66 sprak over “haatdragende politiek.” Maar juist die voorspelbare verontwaardiging lijkt FVD in de kaart te spelen.

Veel kiezers zijn dat morele vingertje inmiddels zat. Ze zien dat de partijen die de mond vol hebben van “verbinding” zelf verantwoordelijk zijn voor de groeiende verdeeldheid - door problemen te ontkennen en kritiek te demoniseren.

Het effect: FVD krijgt opnieuw de kans om zich te profileren als de enige partij die zegt wat anderen fluisteren. En daardoor staat de partij op grote winst in de laatste peilingen.

Lidewij de Vos heeft met haar optreden in Rotterdam één ding bereikt: ze heeft het debat weer teruggebracht naar de kernvraag van deze verkiezingen:

De Vos weet dat die vraag niet door iedereen gewaardeerd wordt. Maar ze weet ook dat ze resoneert bij een groot deel van de bevolking dat zich al jaren niet gehoord voelt.

De verkiezingen van 29 oktober gaan dus niet alleen over economie of klimaat, maar over iets fundamentelers: de ziel van Nederland.