Gerechtigheid! Vrijspraak voor Richard de Mos en Rachid Guernaoui

De zaak tegen De Mos en Guernaoui begon in oktober 2019 met een grootschalige inval op het Haagse stadhuis en bij de woningen van de verdachten. De beschuldigingen van corruptie, omkoping en deelname aan een criminele organisatie leidden ertoe dat beide wethouders hun functie moesten neerleggen. De zaak sleepte jarenlang voort, waarbij het Openbaar Ministerie (OM) tot tweemaal toe vergeefs probeerde een veroordeling te verkrijgen.

Het Hof in Den Haag benadrukte dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen van omkoping. Voor een veroordeling voor omkoping moet bewezen worden dat de politici smeergeld hebben ontvangen en dat de ondernemers kwade bedoelingen hadden, wat niet het geval bleek te zijn. De donaties aan de partij en de contacten met ondernemers werden gezien als onderdeel van een gezonde democratische proces.

Het hof vond wel dat De Mos en Guernaoui hun ambtsgeheim hadden geschonden door vertrouwelijke informatie te lekken. De Mos had onder andere informatie gedeeld over nachtontheffingen voor horecazaken en de aankoop van een parkeergarage. Guernaoui lekte een vertrouwelijke e-mail aan een buitenstaander. Deze schendingen werden echter gezien als een relatief klein vergrijp, zeker gezien de lange duur van de zaak en de impact op hun persoonlijke en professionele leven.

De vrijspraak werd met luid gejuich ontvangen door de verdachten, hun familie en aanhangers. De Mos, die tijdens de zaak volhield dat hij slachtoffer was van valse aantijgingen en framing door het OM en de media, sprak van gerechtigheid en een grote overwinning.

De Mos kondigde aan geen wethouderschap op te eisen in het huidige college, maar heeft zijn blik gericht op de gemeenteraadsverkiezingen van 2026. Hij is vastbesloten om dan met Hart voor Den Haag opnieuw een grote rol te spelen in het stadsbestuur. Guernaoui deelde de opluchting en blijdschap van De Mos en benadrukte de onnodige lange duur en impact van de zaak op zijn leven.

Het OM overweegt nog om de zaak voor te leggen aan de Hoge Raad, maar de verdachten en hun aanhangers hebben voorlopig een punt gezet achter deze langdurige juridische strijd.