Dat sommige Kamerleden moeite hebben met hun rol als volksvertegenwoordiger, is al langer duidelijk. Maar GroenLinks-PvdA-Kamerlid Joris Thijssen levert nu een hilarisch én veelzeggend voorbeeld af van hoe dun het lijntje is tussen activist en parlementariër. Tijdens
een debat over de zogeheten expatregeling verspreekt Thijssen zich op gênante wijze:
“Dat snapt Greenpea… uhm dat snapt GL/PvdA ook…”
Pardon? Greenpea? Was dat de slip of the tongue van een Kamerlid of het interne script van een milieuorganisatie? De correctie kwam snel, maar de schade was al aangericht: een Freudiaanse verspreking van de zuiverste soort.
Kamerleden of campagnevoerders?
Niemand is verbaasd. Thijssen heeft zijn hele werkzame leven bij
Greenpeace gewerkt. En ook zijn partijgenoot Suzanne Kröger is een oud-Greenpeacer. Het Kamerwerk is voor deze figuren niets anders dan een verlengstuk van hun activistische strijd. Het is de NGO-infiltratie van het parlement: ze dragen een pak, maar handelen als klimaatsoldaten met een mandaat van zichzelf.
De vraag is niet meer of GroenLinks-PvdA Kamerleden het landsbelang dienen. De vraag is: in welke vergaderkamer zit Greenpeace vandaag?
👉 Geen linkse intimidatie aan Nederlandse universiteiten. Stop de Hamasprotesten! Academici ondersteunen terreursympathisanten en Joodse studenten worden gejaagd. De maat is vol. ✍️ Teken vandaag nog deze petitie Geen verspreking, maar ontmaskering
Deze verspreking is geen grapje. Het is een moment van waarheid. Een onbedoelde onthulling. Terwijl de gewone Nederlander worstelt met torenhoge lasten en klimaatdrammen, laat Thijssen zien dat hij niet namens burgers spreekt — maar namens een ideologische beweging die maling heeft aan democratische besluitvorming.
Een parlementslid moet loyaal zijn aan de grondwet, niet aan de actietraining van de Rainbow Warrior.