D66 is bij de verkiezingen als grootste partij uit de bus
gekomen, en dat betekent: grote plannen. Een van de meest ambitieuze ideeën uit
het partijprogramma is de bouw van tien compleet nieuwe steden, bedoeld om de
vastgelopen woningmarkt weer in beweging te krijgen. Een visionair plan,
volgens D66. Maar de vraag is: gelooft de Nederlander er nog in? Uit onderzoek
van Hart van Nederland blijkt van niet. Van de bijna 13.000 ondervraagden zegt 57 procent geen
vertrouwen te hebben dat de woningproblemen met deze verkiezingsuitslag zullen
verbeteren. Slechts 40 procent denkt van wel. Over het specifieke plan van D66
om tien nieuwe steden uit de grond te stampen, is Nederland eveneens verdeeld:
45 procent is voor, maar 49 procent is tegen. Wat vooral opvalt, is dat maar
liefst 75 procent het plan onhaalbaar noemt.
Toch is er onder jongeren nog enig optimisme. Masterstudent
Daan uit Leiden moet binnenkort zijn studentenhuis verlaten en ziet in D66 een
partij die tenminste probeert iets te doen. “Voor studenten wordt het steeds
moeilijker om in de stad te
wonen. Maar ik heb het idee dat D66 zich echt inzet
voor het woonprobleem. Als de coalitie snel beslissingen neemt, hoop ik dat
wonen hoog op de agenda blijft staan,”
zegt hij tegen Hart van Nederland.Zijn woorden raken aan een belangrijk punt: de urgentie. De
woningmarkt is al jaren op slot. Starters kunnen nauwelijks kopen, studenten
vinden geen kamers en ouderen blijven noodgedwongen in huizen wonen die te
groot voor hen zijn. In dat licht klinkt het plan voor tien nieuwe steden
misschien als een logische, grootse ingreep. Maar groot denken is niet
hetzelfde als uitvoerbaar beleid.
“Zonder hulp van de overheid lukt er niets”
Ondernemer Wim Bijsterbosch uit het Overijsselse Welsum laat
zien dat oplossingen ook kleinschaliger kunnen. Zonder overheidssteun bouwde
hij zelf een seniorencomplex, een BSO en twintig woningen in zijn geboortedorp.
“Ik heb er mijn eigen geld in gestoken. Anders was het nooit gelukt,” zegt hij.
“We hebben problemen opgelost door samen te werken met de omgeving. Meewerken
is belangrijk, zonder naar de Raad van State te gaan.”
Toch is ook hij kritisch op het landelijke beleid. “Het
stikstofbeleid is niet realistisch. Eerst dat oplossen, dan pas praten over
tien nieuwe steden. Elk dorp zou een beetje moeten kunnen uitbreiden, maar er
is overal bezwaar.” Zijn woorden leggen de kern van het probleem bloot:
Nederland wil wel bouwen, maar mag het niet.
🟥 DDS zal blijven benadrukken wat de mainstream niet wil horen: Nederland wil verandering, geen voortzetting van D66- en GroenLinks-beleid. ❤️ Steun ons werk vandaag nog via dds.backme.org of direct op NL95 RABO 0159 0983 27 t.n.v. Liberty Media. Want de waarheid mag nooit verdwijnen achter de Haagse façade. Een land van plannen, bezwaren en vertraging
Het plan van D66 lijkt daarmee vooral te botsen op de
realiteit van vergunningen, milieuregels en bezwaarprocedures. Tien nieuwe
steden klinken groots, maar de uitvoering zou tientallen jaren kunnen duren.
Ondertussen groeit de
woningnood elk jaar verder. De meeste Nederlanders zien
daarom liever praktische stappen: uitbreidingen van dorpen, snellere
vergunningstrajecten en minder overheidsbemoeienis.
De verkiezingswinst van D66 geeft de partij het politieke
gewicht om richting te geven aan het woonbeleid. Maar vertrouwen winnen zal
moeilijker zijn dan stemmen tellen. Want een meerderheid van Nederland lijkt te
denken: eerst de regels, dan de huizen. En zolang dat niet verandert, blijft
het plan voor tien nieuwe steden vooral wat het nu is — een idee op papier.