Paul Cliteur slaat de spijker genadeloos op z’n kop. In een vlijmscherpe tweet reageert hij op de uitlatingen van VVD-minister David van Weel, die deze week verklaarde dat Geert Wilders “niet helpt” door zich te vertonen bij lokale asielprotesten. Volgens Van Weel moet Wilders zich “houden bij waar hij over gaat”. Maar Cliteur
stelt terecht de vraag: waar blijft diezelfde kritiek als politiechefs zich met politieke zaken bemoeien?
“Wat vindt minister Van Weel trouwens van het optreden van politiebazen die aangeven dat zij bezwaren hebben tegen asielwetgeving? Wijst Van Weel dat ook af? Dat zou wel moeten, want Wilders is politicus en wordt geacht politiek te bedrijven. Een politiebaas is dat niet; die wordt geacht de wet uit te voeren.”
En zo is het precies.
👉 Geen linkse intimidatie aan Nederlandse universiteiten. Stop de Hamasprotesten!
Academici ondersteunen terreursympathisanten en joodse studenten worden gejaagd. De maat is vol.
✍️ Teken vandaag nog deze petitie en laat je stem horen Van Weel: twee maten, één meetlat
Van Weel vond het nodig om het optreden van Wilders bij protesten in onder meer Zwolle en Helmond
openlijk te bekritiseren. Alsof een politicus geen contact mag zoeken met burgers die zich verzetten tegen een opgelegd asielbeleid dat hun leefomgeving ingrijpend verandert. “Niet helpend”, noemde hij het.
Maar waar was Van Weel toen politiechefs publiekelijk stelling namen tegen strengere asielmaatregelen? Toen topfunctionarissen van de politie waarschuwden dat “handhaving onmenselijk” zou worden? Dáár zweeg de minister. Dáár geen verwijten over ‘de rol die je hebt in het systeem’. Dáár geen oproep tot neutraliteit.
En dát is waar Cliteur de vinger op legt: de hypocrisie.
Wilders moet zwijgen, politie mag roepen
Geert Wilders is politiek leider. Hij is gekozen volksvertegenwoordiger. Hij is het gezicht van de grootste partij van Nederland. Zijn taak is juist om aanwezig te zijn op plekken waar het schuurt. Juist om te zeggen wat anderen niet durven. Dáár is hij voor gekozen.
Maar volgens Van Weel is dat dus ‘ongepast’.
Ondertussen mogen politiechefs – die neutraal, uitvoerend en buiten het debat horen te blijven – zich wél inlaten met politiek gevoelige kwesties. Ze mogen lobbyen, opinies ventileren, en hun gezag misbruiken om beleid te beïnvloeden. Zonder dat Van Weel daar een woord over rept.
Waarom? Omdat het past in zijn narratief. Omdat het linkse geluid op het ministerie welkom is. En het rechtse geluid van het volk als ‘lastig’ wordt gezien.
Cliteur zegt wat heel Nederland voelt
Paul Cliteur is zelden iemand die zich voor de vuist weg mengt in het debat. Maar als hij het doet, is het raak. Zijn opmerking is juridisch zuiver én politiek explosief. Want als ministers politieke partijen publiekelijk bekritiseren, terwijl ze niets zeggen over activistische ambtenaren, dan klopt er iets niet fundamenteel in de democratische verhoudingen.
Een politiebaas hoort zich te houden aan de wet, niet aan zijn eigen morele interpretatie daarvan. En een politicus als Wilders hoort juist het vrije woord te gebruiken om onvrede zichtbaar te maken. Dáár is de rechtsstaat op gebouwd.
👉 Geen linkse intimidatie aan Nederlandse universiteiten. Stop de Hamasprotesten!
Academici ondersteunen terreursympathisanten en joodse studenten worden gejaagd. De maat is vol.
✍️ Teken vandaag nog deze petitie en laat je stem horen De waarheid: Van Weel wil geen oppositie meer zien
Wat de tweet van Cliteur blootlegt, is de diepere waarheid: ministers als Van Weel willen geen politieke tegenkracht. Geen stem van het volk op straat. Geen onwelgevallige protesten. Ze willen gehoorzaamheid. Stilte. En bovenal: een façade van rust terwijl de samenleving kraakt.
Daarom wordt Wilders aangevallen. Daarom mogen politiechefs doorgaan. En daarom is de tussenkomst van Cliteur belangrijk: omdat het laat zien hoe het politieke spel vuil wordt gespeeld door precies degenen die beweren ‘verantwoordelijk’ te zijn.