Wilders snauwt Nicolien van Vroonhoven (NSC) toe: ‘U heeft ons tergend gek gemaakt!’

Het debat barstte los met een scherpe interruptie van Joost Eerdmans (JA21), die Wilders uitdaagde: “Is het niet ook lef om tegen je kiezer te zeggen: het kan sneller, maar dan sta ik langs de zijlijn?” Eerdmans wees erop dat besturen pijn doet, ook voor VVD, NSC en BBB, die allemaal concessies hebben moeten doen. Maar Wilders was niet onder de indruk. “Ik had veel eerder kunnen opstappen,” kaatste hij terug. Hij noemde het “te gek voor woorden” dat hij, als leider van de grootste partij, geen premier mocht worden.

De crux? De noodwet, het kroonjuweel van de PVV, dat op aandringen van NSC werd omgevormd tot een spoedwet. Van Vroonhoven probeerde zich te verdedigen: “We hebben die noodwet opgenomen om te voorkomen dat die zou stranden in de Eerste Kamer.” Maar Wilders was niet te vermurwen. “Na alle concessies die wij hebben gedaan, is het een keer klaar,” sneerde hij. En de kiezer? Die snapt volgens Wilders dondersgoed dat de PVV tot het uiterste is gegaan.

Van Vroonhoven noemde Wilders’ aanval een “persoonlijk feit” en klaagde dat dit soort uithalen de samenwerking zo moeilijk maakte. Maar laten we eerlijk zijn: als NSC de boel saboteert, zoals Wilders stelt, dan is dit precies de confrontatie die Nederland nodig heeft. De PVV heeft water bij de wijn gedaan, maar ergens houdt het op. Wilders legt de vinger op de zere plek: het is tijd dat de kiezer ziet wie er écht voor hun belangen opkomt.

Dit debat toont aan dat de politieke arena een mijnenveld blijft. Wilders staat pal, maar de vraag is: wie durft er nu nog met hem in zee? Eén ding is zeker: de PVV laat zich niet meer piepelen.