image0

Tanya Hoogwerf (Code Oranje): 'Dit is het land van Pim Fortuyn, en dat is het nog altijd zat!'

Geen categoriemrt 08 2021, 17:30
Tanya Hoogwerf, de nummer 3 van Code Oranje doet deze verkiezingen een gooi naar een Kamerzetel. Ze zoekt daarvoor inspiratie bij niemand minder dan wijlen Pim Fortuyn: "Begin deze eeuw stond er een man op die hardop durfde te zeggen: “Genoeg is genoeg.” Letterlijk."
Het is de afgelopen weken in de campagne weer met de regelmaat van de klok gegaan over racisme en het bestrijden van discriminatie. ‘Woke’ is het nieuwe toverwoord. Iedereen die zich daar niet onder schaart en zich een weg buiten de moreel verheven paden baant, of een kritisch geluid laat horen over de multiculturele droom, hoort er niet bij. We moeten immers en masse trots zijn op de succesvolle slager in de Schilderswijk of die leuke allochtone mevrouw op tv. We zijn toch gezegend met döner en couscous? Al die iftars zijn toch hartstikke gezellig en verbindend? De Turkse bakker staat symbool voor de vrolijke smeltkroes die de Nederlandse multiculturele samenleving is.
Althans, als je leeft in de Amsterdamse grachtengordel en in het weekend, met de ramen dicht en deuren gesloten, hopend dat de rauwe realiteit nog even weerstand kan worden geboden. Die rauwe realiteit is niet buiten de deur te houden als je woont in de wijken die compleet verpauperd zijn en waar de vuilniszakken van drie hoog naar beneden worden gepleurd. En ook niet als je toevallig de pech hebt om een andere seksuele geaardheid te hebben of af te stammen van een volk waar de Mohammedanen een pesthekel aan hebben.
De realiteit is ook niet buiten de deur te houden als je als blonde meid in een zomerjurkje door die, door links bejubelde, multiculturele straten moet wandelen. Dan is je leven er in de afgelopen jaren niet leuker op geworden. En waarom? Omdat de vrijheid om te kunnen zijn wie je bent onder druk is komen te staan door de massale immigratie van andere culturen. Voornamelijk de islamitische.
Wellicht had de immigratie niet zo’n probleem hoeven zijn als we een overheid hadden gehad die als eerste het belang van Nederland en de Nederlanders in acht nam. Een overheid met visie die pal staat voor de verworven normen en waarden en die er zorg voordragen dat deze ook nageleefd en hooggehouden worden.
Een overheid die staat voor onze rechtstaat en onze veiligheid. En bovenal: die op basis van die overwegingen had besloten wie we wel en niet binnenlaten. In plaats daarvan hebben we te maken met overheid die geen zin had (en heeft) in lastige discussies en met onuitputtelijke zakken subsidiegeld en een flinke dosis wegkijken, een uitdijend probleem alleen maar groter gemaakt heeft.
Begin deze eeuw stond er een man op die hardop durfde te zeggen: “Genoeg is genoeg.” Letterlijk, “Dit land is het zat. C’est ca. Godverdomme in mijn stad, Marokkaanse jongens, Turkse jongens, die niet die Turken, niet Marokkanen beroven, maar u en mij, oude vrouwtjes.” Die man was natuurlijk Pim Fortuyn. En ruim twintig jaar later moeten we constateren dat zijn boodschap van toen, actueler dan ooit is. Dit land is het nog steeds zat. Zat dat er nog steeds niet is ingegrepen. Zat dat er met prioriteit wordt ingezet op de bestrijding van ‘islamofobie’. Zat dat er na de trieste moord op George Floyd en de daaropvolgende Black Lives Matter-demonstraties, moord en brand wordt geschreeuwd over etnisch profileren in Nederland, en het vermeende institutionele racistische karakter van onze politie. Alsof we ook maar enigszins een vergelijk kunnen maken tussen de Amerikaanse situatie en de werkwijze van de Nederlandse politie.
We zijn het zat dat bij discriminatoire handelingen door uitzendbureaus of huurmakelaars het land te klein is en partijen als de PvdA landelijk en lokaal over elkaar heen buitelen om dit aan te pakken, maar dat er slechts krekels klinken over datzelfde probleem als een Rotterdamse leraar bedreigd wordt omdat er simpelweg een spotprent in een klaslokaal hangt. Een spotprent die daar nota bene hangt om onderwijs te geven over de vrijheid van het woord die aan alle kanten onder druk staat.
Selectieve verontwaardiging omdat we niet zeker weten of een dader geen slachtoffer zou moeten zijn. En dat is de kern van het probleem. Je hoort geen hond als een PvdA-burgemeester een Hamascongres goedkeurt. Een congres waar maanden later materiaal van wordt aangetroffen bij een aanslagpleger op een Joods restaurant. Oeps, zei ik daar aanslagpleger? Ik bedoel natuurlijk ‘vandalist’. Zo, weer een probleem opgelost! Zo leer je nog eens wat van je overheid. Dat het probleem verre van opgelost is, en een Joods restaurant al jaren moet vrezen voor geweld, is zorgelijk.
Want waar beginnen we met het bieden van perspectief op een stukje veiligheid? En begin vooral niet over het feit dat de, door de deugers bestempelde slachtoffers, veel vaker de dader dan het slachtoffer zijn. Statistisch gezien begaan Marokkanen en Antillianen de meeste gewelddadige misdrijven zoals overvallen. Statistisch gezien lopen autochtone ouderen een hoog risico om thuis overvallen te worden.
Of ziet u op Opsporing Verzocht meestal Nederlandse jongens die Marokkaanse omaatjes beroven? We kennen begrippen zoals “skoetcultuur,” waarbij de eer binnen de eigen gemeenschap hoog gehouden moet worden en er dus bewust buiten de eigen groep slachtoffers gekozen worden. De Marokkaans-Belgische journaliste Hind Fraihi legde dit in 2015 feilloos bloot in haar reportage Undercover in Klein-Marokko. “Op mijn vijftiende begon ik met stelen,” zo vertrouwde een Noord-Afrikaanse cultuurverrijker haar toe. “Ik had het alleen gemunt op de tasjes van Vlamingen. Ze zijn immers rijk en hebben altijd geld op zak.” Weerloze oudjes uit de eigen gemeenschap liet hij echter met rust. Stelen van Vlamingen was voor hem namelijk ook een “vorm van liefdadigheid”: “We pikken niets van onze Arabieren, Zij zijn arm en de Arabische jeugd is bereid om mee te strijden voor de jihad.”
Iemand uitkiezen als slachtoffer omdat deze persoon geen onderdeel uitmaakt van je eigen groep. Een schoolvoorbeeld van discriminatie of racisme. Toch? Niet als het aan burgemeester Aboutaleb ligt. De gemeente Rotterdam produceert jaarlijks stapels met rapporten en monitors over discriminatie en racisme. Onderzoek naar racisme tegen autochtone ouderen door allochtone daders is echter een brug te ver voor de burgervader, die zich (uiteraard met instemming van de rest van de Raad) van onze vragen afmaakt met platitudes als: “De motivatie van plegers van deze delicten is gericht op de buit. Het gaat de pleger om geld, mobiele telefoons, sieraden en/of andere waardevolle spullen.”
Zo, weer een probleem weggeredeneerd! Zou men ook volstaan met dit soort dooddoeners als roofovervallen structureel gepleegd werden door blanke mannen en vrijwel uitsluitend gericht waren tegen vrouwen met een hoofddoek? De vraag stellen is ‘m beantwoorden. Ook in toekomstige Rotterdamse rapporten over discriminatie en racisme zult u dus geen letter teruglezen over het structureel overvallen van autochtone bejaarden door allochtone daders. In plaats daarvan gaan we aanvullend onderzoek verrichten naar mogelijke (want niet aantoonbare) discriminatie van vluchtelingen en statushouders. Je moet tenslotte wel blijven deugen.
Mag ik een nieuwe overheid? Deze is stuk. Het is hoog tijd voor oplossingsgerichte Ombudspolitiek!
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten