Het is een pijnlijk beeld: een op de drie gehandicapte kinderen komt nooit bij een speelplek in de eigen buurt.
En van de kinderen die wél gaan, speelt een kwart daar vaak alleen.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Stichting Het Gehandicapte Kind - en het is ronduit beschamend voor een land dat zich graag presenteert als “sociaal en inclusief”. Terwijl het bouwen van toegankelijke speeltuinen geen miljarden kost, blijven 155 Nederlandse gemeenten achter.
Zij hebben nog altijd geen enkele samenspeelplek: een plek waar kinderen met én zonder beperking samen kunnen spelen.
Waarom? Niemand lijkt het te weten. Er is geld voor prestigeprojecten, klimaatplannen, en subsidieclubs - maar niet voor iets eenvoudigs als een rolstoelvriendelijke schommel of een verhard pad naar een zandbak.
De cijfers zijn al jaren bekend - maar er verandert niets
Het onderzoek, uitgevoerd door bureau Kien onder ruim 700 kinderen tussen 6 en 18 jaar, bevestigt wat eerdere rapporten ook al aantoonden: gehandicapte kinderen blijven geïsoleerd.
Van de 283 kinderen met een beperking zegt een groot deel zich regelmatig buitengesloten of gepest te voelen.
Stichting Het Gehandicapte Kind probeert daar al jaren verandering in te brengen met hun Samenspeelprogramma.
Inmiddels hebben 187 gemeenten ten minste één inclusieve speeltuin, maar meer dan de helft van Nederland heeft er nog geen enkele.
Directeur Rebecca Gerritse legt uit waarom dit zo belangrijk is:
“Door samen te spelen, leren kinderen zonder handicap dat verschillen erbij horen en dat iedereen iets kan bijdragen. Dat is goed voor ieders ontwikkeling en voor de verbondenheid in onze samenleving.”
Een helder, menselijk argument - maar het lijkt in gemeenteland tegen dovemansoren gezegd.
🟦 DDS vertelt het zoals het is - zonder politieke praatjes.
Het gaat niet om klimaatfondsen of stikstofvergunningen, maar om kinderen die samen willen spelen.
👉 Vind jij dat de overheid eindelijk moet investeren in echte menselijkheid? Steun DDS via https://dds.backme.org of doneer direct via NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media. Kleine investering, groot verschil
Een samenspeelplek is geen megaproject.
Een paar aanpassingen - verharde ondergrond, aangepaste glijbaan, rolstoeltoegankelijke wip - zijn vaak genoeg om het verschil te maken.
De kosten: enkele tienduizenden euro’s per locatie.
Vergelijk dat eens met de miljoenen die jaarlijks verdwijnen in “duurzame transities” en bestuurlijke vergaderingen over “inclusiviteit”.
Daar wordt eindeloos over gepraat, maar inclusie in de praktijk - waar kinderen elkaar leren kennen en waarderen - krijgt nauwelijks prioriteit.
Het is een klassiek voorbeeld van bestuurlijke hypocrisie: er is beleid, er zijn rapporten, er zijn logo’s met regenboogkleuren, maar geen actie om gewone, maar toevallig gehandicapte Nederlandse kinderen een zo normaal mogelijk leven te geven. Terwijl het vrijwel niets kost.
Een twaalfjarige zegt het beter dan de politiek
De twaalfjarige Kick, die zelf in een rolstoel zit, zei het treffend:
“Ik vind het leuk om met andere kinderen te gamen, omdat ik daar het gevoel heb dat ik erbij hoor. Maar het liefst wil ik ook buiten kunnen spelen, net als mijn broer. Hij rent naar buiten en speelt met zijn vrienden in de speelplek bij ons om de hoek. Maar die is in het gras, en daar kan ik met mijn rolstoel niet op. Dat voelt best oneerlijk.”
Daarmee vat hij in één zin samen wat talloze beleidsnota’s niet kunnen: dit gaat over kansen om kind te zijn.
Kinderen zoals Kick worden niet buitengesloten omdat dat technisch moeilijk is om op te lossen, maar omdat volwassenen het gewoon laten gebeuren.
Tijd voor echte keuzes
De Stichting Het Gehandicapte Kind hoopt dat volgend jaar 70 procent van de gemeenten een samenspeelplek heeft.
Dat betekent dat er nog vijftig gemeenten in actie moeten komen - een bescheiden doel, dat met een beetje politieke wil binnen een jaar haalbaar is.
Maar dan moeten bestuurders wel ophouden met mooie woorden en eindelijk investeren in echte verbondenheid.
Niet in praatprogramma’s of ambtelijke werkgroepen, maar in tastbare plekken waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten - op hun eigen niveau, zonder onderscheid.
Nederland kan zich een land noemen van “gelijke kansen”, maar dat begint niet in Den Haag of Brussel.
Dat begint bij iets eenvoudigs: een speelplek waar elk kind welkom is.
🟥 Vind jij dat DDS van waarde is - omdat wij aandacht geven aan wat er écht toe doet: gewone mensen, echte problemen en haalbare oplossingen?
👉 Steun onze journalistiek via https://dds.backme.org of doneer direct via NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media.
Samen blijven we schrijven over oplossingen die het verschil maken - niet over de praatjes die niets veranderen.