Het wordt met de dag absurder in onze polderdemocratie. Gisteren bleek opnieuw hoe selectief de vrijheid van meningsuiting is in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Je mag scheepsladingen politieke poëzie uitstrooien, je mag klimaatmantra’s opdreunen, je mag boeren de maat nemen — maar zodra je één woord uitspreekt dat de werkelijkheid onaangenaam precies beschrijft, grijpt het kartel in. Het
FVD-commissielid Seppe Bakker ondervond dat aan den lijve. Zijn misdaad?
Hij gebruikte het woord “smeergeld.”
Het 'onuitspreekbare' woord
Het moment was bijna surrealistisch. Een boer sprak in tijdens de vergadering en vertelde openlijk dat hij jaarlijks een flinke vergoeding ontvangt van de provincie als hij windturbines op zijn land toestaat. Een vergoeding die niet bestaat om hem rijker te maken, maar om hem te bewegen iets te doen wat hij zonder die zak geld nooit zou accepteren.
Seppe Bakker noemde dat wat het ís: smeergeld. Geld waarmee een overheid iemand verleidt of dwingt om een ongewenste daad te verrichten. Precies de betekenis zoals Van Dale die omschrijft.
En toen — BOEM. De zaal ontplofte.
Het woord “smeergeld” mocht niet.
Ongepast!
Onrespectvol!
Schandalig! Maar niemand durfde te zeggen waarom.
Want iedereen wist: het woord raakte de kern.
De groene werkelijkheid die niet benoemd mag worden
De waarheid is simpel. Veel boeren willen helemaal geen windturbines op hun land. Ze bederven het uitzicht, verstoren de natuur, veroorzaken geluidsoverlast en zetten buren met elkaar op scherp. Maar de overheid wil turbines, koste wat het kost. Dus strooit men met “vergoedingen”. Sommige boeren accepteren het — uit noodzaak, onder druk, of omdat de financiële prikkel te groot is om te weigeren.
Dat heet geen ‘stimuleringsregeling’.
Dat heet geen ‘energietransitieversneller’.
Dat heet, in normaal Nederlands: smeergeld.
Een deal die niet vrijwillig is, wordt nooit eerlijk. Of zoals Seppe Bakker terecht schreef op
X:
“Opmerkelijk hoe gevoelig dit woord ligt in de commissiezaal. Terwijl boeren in feite onder druk worden gezet om windturbines op hun land te accepteren. In zo’n situatie vind ik het woord ‘smeergeld’ juist bijzonder passend.”
En daar wringt het. Niet omdat het woord onbeschaafd zou zijn, maar omdat iedereen weet dat het klopt. De maskers verschuiven zodra iemand de realiteit benoemt waar de rest al jaren omheen dribbelt.
De censuur van het klimaatkartel
We zien hier een patroon dat inmiddels pijnlijk bekend is.
Je mag landbouwgrond industrialiseren voor windparken.
Je mag miljoenen uitgeven aan subsidies, regelingen en compensaties.
Je mag het landschap verminken in de naam van de “groene revolutie”.
Maar je mag het niet benoemen als omkoping.
De democratie wordt steeds meer een theaterstuk waarin de hoofdrolspelers niet willen dat het publiek begrijpt wat er werkelijk gebeurt. Want zodra de burger doorheeft dat klimaatbeleid bestaat uit dwang, geld en politieke prestigeprojecten, valt de illusie van vrijwillige medewerking weg. Dan stort het hele sprookje in.
Dit is Nederland anno nu
Wat gebeurde in Zuid-Holland is symptomatisch voor de staat van ons land:
- De overheid mag druk zetten op burgers.
- Politici mogen de realiteit verbuigen.
- Journalisten mogen het allemaal verpakken in zachte taal.
Maar een volksvertegenwoordiger die zegt hoe het heet? Die wordt gemaand tot zwijgen. Dat is geen bestuurlijke stijl, dat is
censuur.
Democratie werkt alleen wanneer we dingen bij hun naam mogen noemen. En als je het woord “smeergeld” niet meer mag uitspreken wanneer het precies dat is, dan is er iets fundamenteel mis.
Help ons in de strijd tegen de linkse huilbuien!Vond u dit een goed artikel? De Dagelijkse Standaard heeft geen medelijden met verliezers die anderen de maat nemen. Steun onze journalistiek. Doneer vandaag nog via BackMe of maak uw bijdrage over op NL95RABO0159098327 t.n.v. Liberty Media. Samen lachen we om links!