Zelfs het biertje na de wedstrijd staat tegenwoordig ter discussie.
In een column in De Telegraaf vraagt oud-hockeyer Jacques Brinkman zich af
of het “nog wel van deze tijd” is dat sporters in de kantine na afloop een drankje nemen. Onder de titel “Moeten we dat biertje na de wedstrijd wel willen?”
wordt het eeuwenoude sportgebruik neergezet als een gevaarlijk maatschappelijk probleem.
Volgens Brinkman geven sporters “geen goed voorbeeld”
als kinderen zien dat hun helden na afloop een biertje drinken.
Het is een toon die je zou verwachten van de GroenLinks-PvdA-betuttelaars,
niet van een sportman - laat staan van een zogenaamd rechtse krant als De Telegraaf.
“Geen goed voorbeeld voor kinderen”
Brinkman schrijft in zijn stuk:
“Sport gaat over vitaliteit, scherpte en discipline. Alcohol doet precies het tegenovergestelde. Daar wringt het, zeker op een plek waar kinderen rondlopen; onze jeugdspelers, ballenkinderen, jonge fans met grote ogen die zien hoe hun helden op het veld zich na afloop met een pilsje belonen.”
Zijn punt:
sport en drank zouden niet samen kunnen.
Volgens hem leren kinderen het verkeerde voorbeeld als ze volwassenen zien drinken.
Maar dat is natuurlijk onzin.
Een biertje drinken is niet hetzelfde als overmatig drinken,
en het idee dat een kind meteen “verkeerde waarden” meekrijgt
omdat een hockeyer of voetballer een glas pils vasthoudt,
is typisch de
betutteling van deze tijd.
Van gezelligheid naar gezondheidsdictatuur
De Telegraaf-column laat zien hoe diep de gezondheidsmoraal inmiddels is doorgedrongen.
Wat ooit gezelligheid heette,
wordt nu behandeld als een maatschappelijk risico.
Brinkman beschrijft hoe “het derde of vierde biertje” grenzen doet vervagen
en mensen luidruchtig maakt.
Maar dat is geen reden om een hele cultuur van saamhorigheid te veroordelen.
Alsof de oplossing voor een paar overenthousiaste ouders is
om iedereen een glaasje spa rood op te dringen.
Deze manier van denken is precies wat Nederland kapotmaakt:
de drang om elk menselijk gedrag te reguleren.
We mogen niet meer roken, niet meer barbecueën, niet meer autorijden,
en nu mag zelfs het biertje in de sportkantine niet meer.
🟦 DDS zal zich altijd verzetten tegen het knettergekke idee dat 'abortus' een 'mensenrecht' moet zijn, wat D66 wil.
Steun jij onze visie op abortus?
👉 Teken dan de petitie “Abortus is geen mensenrecht.”
Wie onschuldig leven niet verdedigt, verliest zijn ziel. De Nederlandse sportcultuur onder druk
Het biertje na afloop is geen kwestie van drankmisbruik,
maar van sociale binding.
De derde helft is hét moment waarop vrijwilligers, trainers en spelers
elkaar ontmoeten buiten de competitie om.
Daar worden vriendschappen gesmeed,
sponsoren gevonden en verenigingen in leven gehouden.
Zelfs Brinkman erkent dat:
“De kantine blijft dankzij die baromzet overeind. ‘Even napraten’ zonder glas in de hand voelt voor een deel van de mensen wat steriel.”
Precies.
Zonder de baromzet en de gezelligheid van de derde helft
zouden honderden clubs in Nederland failliet gaan.
Toch pleit hij er indirect voor om die cultuur in te perken -
omdat het zogenaamd “geen goed voorbeeld” zou zijn voor kinderen.
Maar kinderen zien op televisie ook voetbalhelden die schreeuwen,
schelden of door het lint gaan.
Daar hoor je niemand over.
Hypocrisie ten top
Brinkman schrijft ook:
“Ik wil niet roomser dan de paus zijn. Ik drink heus weleens een biertje, ik heb nota bene zelfs een brouwerij gehad.”
En precies dáár zit de hypocrisie.
Wie zelf geniet van een biertje,
maar anderen wil vertellen dat ze beter moeten weten,
is geen voorvechter van gezondheid -
maar een moralist.
Het is typerend voor de moderne tijd:
mensen die zelf alles hebben meegemaakt,
maar daarna vinden dat anderen “beter moeten doen.”
Een columnist die bij de hockeyclub Den Bosch ooit zelf een brouwerij runde,
gaat nu vertellen dat
alcohol “niet past bij sport.”
Het is wereldvreemd en hypocriet.
Wat is er mis met ontspanning?
Sport draait niet alleen om prestatie,
maar ook om ontspanning, gemeenschap en plezier.
Het biertje na de wedstrijd is daar onderdeel van.
Het is een moment om te praten over het spel,
de scheidsrechter of gewoon over het leven.
Dat heeft niets te maken met overmatig drinken of slechte voorbeelden.
Het is gewoon gezonde, menselijke gezelligheid.
De echte bedreiging voor de sport komt niet van een pilsje,
maar van een samenleving waarin alles wat plezier oplevert
onder een vergrootglas wordt gelegd.
🟦 DDS zal zich altijd verzetten tegen het knettergekke idee dat 'abortus' een 'mensenrecht' moet zijn, wat D66 wil.
Steun jij onze visie op abortus?
👉 Teken dan de petitie “Abortus is geen mensenrecht.”
Wie onschuldig leven niet verdedigt, verliest zijn ziel. Zelfs De Telegraaf schuift op richting betutteling
Het meest verontrustende aan dit verhaal
is misschien nog wel dat het in De Telegraaf verschijnt -
een krant die zichzelf jarenlang profileerde
als bastion van nuchter verstand en anti-betutteling.
Waar is die Telegraaf gebleven die de lezer vertrouwt
om zelf beslissingen te nemen?
Die opkwam voor vrijheid,
tegen bemoeizucht en moralistische kruistochten?
Dat zelfs een voormalige topsporter
en een traditionele rechtse krant
nu pleiten voor “gedragsverandering” en “bewustwording,”
laat zien hoe ver Nederland is afgegleden
in een cultuur van voorschriften en schuldgevoel.
Laat mensen gewoon volwassen zijn
Een volwassen samenleving laat haar burgers vrij
om eigen keuzes te maken -
ook als dat betekent dat ze na de wedstrijd
een biertje drinken met hun team.
Er is niets mis met verantwoordelijkheid,
maar wel met betutteling die ontspanning criminaliseert.
Het is tijd dat we ophouden
elke vorm van menselijk plezier te zien als een maatschappelijk probleem.
Sport is gezond.
Een biertje na de wedstrijd hoort daar gewoon bij.
Wie dat niet begrijpt,
moet niet schrijven over sport -
maar over wat er mis is met dit land.