Vandaag is het precies 21 jaar geleden dat Theo van Gogh
werd vermoord in Amsterdam. De filmmaker, columnist en televisiemaker werd op 2
november 2004 op klaarlichte dag neergeschoten en neergestoken door Mohammed
Bouyeri, een 26-jarige moslimextremist. De aanslag, gepleegd in de
Linnaeusstraat, markeerde een keerpunt in de Nederlandse geschiedenis — een
moment waarop de vrijheid van meningsuiting frontaal werd aangevallen. Op die bewuste dinsdagochtend fietste Van Gogh van huis naar
zijn kantoor. Rond kwart voor negen werd hij door Bouyeri beschoten met een
HS2000-pistool. Van Gogh werd geraakt door meerdere kogels, net als twee
toevallige voorbijgangers. Toen hij zwaargewond op de grond lag, liep Bouyeri
op hem af, schoot opnieuw, en sneed hem vervolgens met een groot mes de keel
door. Daarna stak hij een brief met een doodsbedreiging aan Ayaan Hirsi Ali op
Van Goghs borst.
De gruwelijke details van de
moord schokten het land.
Bouyeri verklaarde later dat hij handelde “uit geloofsovertuiging” en toonde
geen enkel berouw. De moord werd direct in verband gebracht met
Submission,
de korte film die Van Gogh samen met Hirsi Ali had gemaakt over
vrouwenonderdrukking binnen de islam. Volgens NRC (2015) “leidde de film
Submission
tot de moord op Theo van Gogh.”
Een stem die niet zweeg
Theo van Gogh was berucht én geliefd om zijn scherpe tong.
Hij spaarde niemand — politici, religieuze leiders, kunstenaars — allemaal
kregen ze ervan langs. Zijn uitgesproken mening maakte hem controversieel, maar
ook een symbool van vrije meningsuiting. Voor velen belichaamde hij de
Nederlandse recht-voor-z’n-raap-cultuur.
Na zijn dood probeerden schrijvers, kunstenaars en
filmmakers zijn nalatenschap levend te houden. Theodor Holman publiceerde
meerdere boeken over hem, en makers als Eddy Terstall, Tomas Ross en Leon de
Winter verwerkten de moord in theaterstukken en romans. Zelfs jaren later duikt
zijn naam nog op in literaire werken, zoals in Leviathan of het hart in de
steen (2017) van Max Pam.
Politieke reacties 21 jaar later
Ook vandaag, 21 jaar na dato, roepen politici op tot
herdenking — en tot waakzaamheid.
Geert Wilders schreef op X: “Vandaag precies
21 jaar geleden werd Theo van Gogh vermoord door een moslimterrorist. Onze
vrijheid verdient dagelijkse verdediging, nu meer dan ooit. Daarom zal ik de
strijd tegen de terreur van de islam nu harder opvoeren dan ooit. De islam
hoort niet bij NL!”
Caroline van der Plas plaatste op X: “Allerzielen… Denkend
aan mijn eigen geliefden die er niet meer zijn, maar ook aan Theo van Gogh, die
21 jaar geleden werd afgeslacht door Mohammed Bouyeri. Afgeslacht vanwege zijn
mening. #RIPTheo”
Ook oud-LPF’er Hans Smolders, destijds een goede vriend van
Van Gogh,
schreef op Facebook: “Mijn maatje Theo, vandaag alweer 21 jaar
geleden op beestachtige wijze vermoord! Blijft een enorm groot verlies!”
De moord op Theo van Gogh was niet alleen een persoonlijke
tragedie, maar ook een aanval op een fundamenteel principe van de Nederlandse
samenleving: de vrijheid om te zeggen wat je denkt. Die vrijheid staat
sindsdien onder voortdurende druk. De angst, zelfcensuur en polarisatie die
volgden, zijn nog steeds voelbaar.
Eenentwintig jaar later is de littekenlijn nog zichtbaar.
Theo van Gogh is niet meer, maar zijn stem — scherp, provocerend en onbuigzaam
— echoot nog altijd in het debat over vrijheid, religie en identiteit in
Nederland.
🟥 DDS zal blijven benadrukken wat de mainstream niet wil horen: Nederland wil verandering, geen voortzetting van D66- en GroenLinks-beleid. ❤️ Steun ons werk vandaag nog via dds.backme.org of direct op NL95 RABO 0159 0983 27 t.n.v. Liberty Media. Want de waarheid mag nooit verdwijnen achter de Haagse façade.