Wie had dat gedacht? De extreemlinkse Volkskrant, normaal een bastion van woke-gekte en anti-Israël-sentiment, publiceert zowaar een opiniestuk dat de boycot van Israëlische universiteiten afkraakt. Ja, je leest het goed: zelfs in de grachtengordel begint er een straaltje gezond verstand door te schijnen! Domicela Heijmeriks legt in een messcherp stuk uit waarom zo’n academische boycot niet alleen dom is, maar ook onze gezondheid en het klimaat schaadt. Dit is een mokerslag voor de schreeuwende activisten die denken dat ze de wereld redden door Israëlische wetenschappers te cancellen. Sorry, wokies, maar dit keer verliezen jullie. Heijmeriks slaat de spijker op de kop: een boycot van Israëlische universiteiten straft geen regeringen, maar remt innovatie. Terwijl studenten hun tentenkampen opslaan en Extinction Rebellion-types brullen om het verbreken van banden, vergeten ze één kleinigheid: Israëlische instellingen zoals het Weizmann Institute en Technion behoren tot de wereldtop in kankeronderzoek en klimaatoplossingen. Denk aan behandelingen die levens redden, watertechnologie die woestijnen leefbaar maakt, en groene energie die zelfs de meest fanatieke klimaatdromer nodig heeft. Dit zijn geen politieke speeltjes, dit is wetenschap die de wereld vooruithelpt.
Maar nee, op Nederlandse campussen klinkt de roep om boycots, want dat is zogenaamd “principieel”. Principieel? Wat is er principieel aan het saboteren van kankertherapieën waar Nederlandse patiënten van profiteren? Of aan het dwarsbomen van klimaatbestendige landbouw waar Wageningen University mee scoort? Heijmeriks legt bloot hoe Nederland direct profiteert van Israëlische kennis via samenwerkingen in Europese programma’s zoals Horizon Europe. Van klinische studies in Utrecht tot gewassen die Europese boeren redden: dit is de realiteit die activisten liever negeren.
En dan de hypocrisie. Terwijl Israëlische universiteiten onder vuur liggen, werken Nederlandse instellingen vrolijk samen met China, Iran en Saudi-Arabië – landen waar mensenrechten een grap zijn en academische vrijheid niet bestaat. Chinese promovendi stromen onze universiteiten binnen, vaak gefinancierd door de communistische staat. Samenwerkingen met Iraanse instellingen? Geen probleem. Maar o wee, een partnerschap met Tel Aviv? Dan is het huis te klein. Heijmeriks noemt het treffend: selectieve verontwaardiging. Het is geen principes, het is mode. En mode is een slechte raadgever als het om wetenschap gaat.
De ironie is stuitend. Dezelfde activisten die schreeuwen om klimaatrechtvaardigheid, willen de Israëlische kennis boycotten die hun eigen doelen dichterbij brengt. Groene waterstof, ontziltingstechnieken, agrotechnologie –
Israël loopt voorop, maar dat boeit de wokies niet. Ze willen hun morele superioriteit, ook al kost het de wereld medische doorbraken en klimaatvooruitgang. Heijmeriks vraagt terecht: ben je bereid die prijs te betalen? Een patiënt die wacht op therapie, een boer die vecht tegen droogte – die betalen de rekening van jouw symboolpolitiek.
Dit opiniestuk is een wake-upcall. Wetenschap draait om samenwerking, niet om uitsluiting. Wie universiteiten boycot, gijzelt de vooruitgang. En dat terwijl we juist nu, met pandemieën, klimaatverandering en kanker, elke hersencel nodig hebben. Dus laten we ophouden met deze onzin. Geen boycots, maar bruggen. Geen geschreeuw, maar oplossingen. En wie weet, misschien leert zelfs de Volkskrant hiervan. Want als zij dit al durven te publiceren, is er hoop voor ons allemaal.