In een wereld die steeds verder ontvlamt, spelen
overtuigingen opnieuw de hoofdrol in het theatrale spel. Iran plus bondgenoten
in de strijd tegen Israël illustreren niet alleen de politieke strategie van
het moment, maar ook de diepe verwevenheid van religie, toneel en propaganda. Wat als de sluier niet alleen een doek is? Niet alleen een
symbool van bescheidenheid of onderdrukking, maar een performatief construct?
Wat als het heilige en seculiere niet langer tegenpolen zijn, maar samensmelten
in een gedeelde verslaving aan spektakel?
Het Iraanse regime heeft religie getransformeerd tot visueel
theater met een lokaal en mondiaal podium. De ‘Opperste Leider’ spreekt
letterlijk vanaf een verheven positie. Vrouwen worden op straat mishandeld. Niet
alleen omdat ze ongesluierd zijn, maar omdat ze de esthetiek van vroomheid
verstoren.
Misschien begrijpen we deze agressie verkeerd. Het gaat niet
slechts om vrouwenhaat, maar om dramaturgie. De ongelovige is niet slechts
heiligschennend, maar doorbreekt haar rol. Ze verstoort de toneelvoorstelling.
Dat maakt haar gevaarlijk. Hetzelfde geldt voor een homoseksuele man, of ieder
ander die weigert mee te spelen.
In deze tijden van geopolitieke instabiliteit is Iran’s toneel
niet beperkt tot religieuze retoriek. Het regime regisseert angst via
symbolisch geweld. Rouwrituelen zijn staatsproducties. Executies worden
gepresenteerd als voorstellingen van gerechtigheid. Martelaarschap wordt
geënsceneerd als een propagandistische opera. Vooral het laatste…
De religieuze leider is regisseur geworden van heilige
scènes, symbolen en sentimenten. De staat is toneelschrijver, profeet en beul
in één. Wie uit de rol stapt, verdwijnt. Politiek, ideologisch, economisch,
familiair en zelfs lichamelijk. Want wie niet zwijgt, verdwijnt uit het script.
Iedereen is betrokken bij uitsluiting
Toch gebeurt er iets buitengewoons. Te midden van de chaos
en het geweld zijn in Iran in de afgelopen week politieke gevangenen letterlijk
en figuurlijk vrijgekomen. Sommigen ontsnapten uit gevangenissen. Anderen
kwamen vrij onder enorme druk. Soms is het echte leven beter dan fictie. The
Shawshank Redemption verbleekt erbij.
Velen van hen verlaten na jaren de isoleercel. Ze komen
terug van schaduwwetten en valse vonnissen. Hun ontsnapping is meer dan fysiek.
Het is een narratieve breuk. Ze grijpen het auteurschap over hun leven terug.
In een staat waar elke adem geregisseerd wordt, is vrijheid niet slechts
lichamelijk, maar epistemologisch. Uit een Iraanse gevangenis stappen, is de
tekst verscheuren die door de sadistische marionettenspeler geschreven is.
Deze dramaturgische logica beperkt zich niet tot Iran. Ook
in het Westen nemen ideologische bewegingen liturgische vormen aan. Of het nou
religie, feminisme, dekolonisatie of atheïsme betreft. Identiteit moet
publiekelijk worden uitgesproken, gecontroleerd en getoond. Symbolen worden
valuta’s van transacties. Ook hier wordt afwijking niet besproken, maar bewerkt.
Wie het script uitdaagt, riskeert excommunicatie.
Op het voorblad van mijn roman-in-wording schrijf ik (vrij
vertaald uit het Engels): “Iedereen is betrokken bij
uitsluiting. Of we laten
onze menselijkheid en beschaving vallen, of we gaan de uitdaging aan. Het Uur U
is nu aangebroken…”
Improvisatie verstoort illusie
De ironie is schrijnend. De Islamitische Republiek
presenteert zichzelf als verdediger van de onderdrukten, terwijl het eigen
bevolking wurgt uit naam van God. De Palestijnse zaak wordt door Teheran als
decor gebruikt; een propagandistisch toneel om moreel leiderschap te claimen.
Iran bepaalt de bezetting van de heilige oorlog tot in de details.
Ze verdedigen een monopolie op pijn verbonden aan ‘gerechtigheid’. Leed wordt
geënsceneerd als exclusieve heilige beleving. Israël is in dit theatrale
construct niet slechts de vijand, maar een noodzakelijke antagonist.
De sluier is geen kledingstuk meer, maar een semiotisch
signaal. Niet slechts een teken van kuisheid, maar van trouw aan het script.
Wie de sluier afdoet, verstoort het verhaal. Een vrouw zonder sluier is niet
alleen onbedekt, maar vormt geen onderdeel meer van de cast. Ze bedreigt de
morele cohesie van de straat. Dames en heren, ze improviseert. Ze leeft. Vanuit
de kern van haar ziel.
Dat is de grootste bedreiging voor het regime. Improvisatie
verstoort illusie. Het dwingt het publiek om opnieuw te kijken. Daarom moest
Mahsa Amini sterven. Haar lichaam was een productiefout in het draaiboek. De
poging om haar onzichtbaar te maken, werkte averechts. Ze werd zichtbaar als
geen ander. De sluier had ze in anonimiteit moeten kunnen afdoen. Het had een irrelevante
daad moeten zijn. Maar de heersende dwang maakte de vrouw met die actie tot
icoon.
Drang naar morele helderheid
In het Westen zien we ondertussen hoe solidariteit vaak beperkt
wordt tot esthetische gebaren zoals gefilterde foto's, hashtags en uitspraken
op festivals. Acteren zonder inhoud. Gebaren zonder prijs. Soms zelfs in lijn
met de Iraanse propagandashow.
Want ook in het Westen is de drang naar morele helderheid
groot. Voor of tegen. Gesluierd of ongesluierd. Gelovige of afvallige. Bezetter
of verzetsheld. De religieuze absolutistische wijze van zwart-witdenken. Ook de
pers laat zich graag verleiden tot zo’n binaire kijk. Daarmee ruilen ze complexiteit
in voor één camerastandpunt en morele pose.
De schaduwzijde van religie is niet alleen de onderdrukking
of het patriarchaat, maar de ritualisering van macht. Een autoriteit die
zichzelf rechtvaardigt via script en scène. Wie zijn tekst kent en zijn rol met
overtuiging speelt, wordt beloond. De rest wordt uitgewist. De uitdaging is
niet alleen om het extremisme af te bouwen, maar om het toneel open te breken.
Echt leven zonder script is beangstigend. Het vereist
twijfel. Het vraagt dat je niet weet wat je moet aantrekken, zeggen, of waar je
mag staan. Zoals ik leerde toen ik als jongvolwassene uit het ultraorthodoxe
jodendom stapte. Maar juist daar, in die onbeschermde ruimte, ontstaat morele
verbeelding. Daar ontstaat ware waardigheid. Daar begint het heilige.
De vrouwen in Iran vragen niet alleen om minder religie. Ze
vragen om levens zonder script. Dat is wat regimes niet kunnen tolereren.
Misschien moeten we in het Westen nadenken over hoe vaak we onze vrijheid
inruilen voor de veiligheid van in een rol kruipen. Het goddelijke bestaat juíst
buiten het script. Zelfbeschikking is het begin van elke echte revolutie.
Schoonheid van collectieve vrouwelijke ongehoorzaamheid
Laat me afsluiten met iets ogenschijnlijk triviaals. In de
film
Mamma Mia, in Westerse en voor Teheran volkomen profane context
natuurlijk, heb je een scène waarin vrouwen hun werk laten vallen: bezems,
hout, mannen op ladders, enzovoorts. Ze dansen vervolgens op
ABBA’s
Dancing Queen, waarmee ze zichzelf weer op de eerste plaats zetten. Ze
heroveren hun tijd en lichaam. Iedere keer als ik die scène zie, huil ik. Dwaas?
Vast. Ver verwijderd van de realiteit in Iran? Absoluut. Maar het raakt iets
wezenlijks. De schoonheid van collectieve vrouwelijke ongehoorzaamheid. De
vreugde in rebellie. Die scène toont, op kinderlijk simpele wijze, wat vrijheid
kán zijn. Hoe het voelt om te dansen. Voor jezelf, niet voor het Westen, God,
of het script.
Ik tel de dagen totdat vrouwen in Iran in hun straten kunnen
dansen. Wie in het Westen de realiteit van Iran’s nucleaire macht ontkent,
feiten verdraait of onderdrukking relativeert, moet zich schamen. Niet alleen
om hun onwetendheid, maar om hun medeplichtigheid aan Iran’s propagandatheater.
Want de bevrijding van Iran zal een mondiale overwinning zijn. Waar kunst,
politiek en geweten eindelijk samenkomen waar ze thuishoren: in de ongeoefende,
ontembare hartslag van vrijheid.