Felle clash in Kamer: Wilders wijst Jetten terecht en zet koers naar premierschap

Jetten viel Wilders aan met de beschuldiging dat de PVV als coalitiepartner “niets voor elkaar had gekregen” en hem weg te zetten als een “wegloper” die vooral nu – met de verkiezingen van 29 oktober in aantocht – beloftes doet die hij toch niet kan waarmaken.

Wilders liet dit niet op zich zitten en sloeg terug. Hij maakte duidelijk dat het niet aan Jetten of D66 is om zijn politieke lot te bepalen, maar aan de kiezer. Hij benadrukte dat hij op 29 oktober zo groot mogelijk wil worden en dat hij er dan van overtuigd is dat hij niet alleen opnieuw kan regeren, maar dit keer zelf de rol van premier zal opeisen.

De aanval van Jetten is typerend voor de paniek binnen D66 en de bredere kartelpartijen. Zij zien dat de PVV sterker staat dan ooit in de peilingen en dat Wilders erin slaagt zich te positioneren als het alternatief voor de macht.

Jetten probeerde Wilders weg te zetten als een man zonder resultaten. Maar dat is precies de hypocrisie: wie zat er voor het kabinet Schoof in kabinetten die Nederland opzadelden met klimaatdwang, stikstofwaanzin, open grenzen en hogere lasten? Juist: D66.

Wat Wilders in dit debat duidelijk maakte, is dat hij niet langer genoegen neemt met een bijrol of een gedoogpositie of het leveren van een paar ministers. Hij wil premier worden. Hij koppelde zijn strategie rechtstreeks aan de kiezer: hoe groter de PVV op 29 oktober, hoe sterker zijn kans om de leiding te nemen in de formatie.

D66 probeert al jaren Wilders te demoniseren. Eerst was hij “gevaarlijk voor de democratie.” Toen was hij “onrealistisch.” Nu is hij volgens Jetten een “wegloper” die niets klaarspeelt.

Wilders’ tegenzet – teruggaan naar de kiezer en het oordeel volledig in hun handen leggen – werkt juist krachtig. Hij zet zichzelf neer als de man van de democratische waarheid: de kiezer beslist, niet de achterkamertjes.

Dit Kamerdebat laat zien waar de campagne van 29 oktober over gaat. Niet over technocratische details of Haagse spelletjes, maar over een fundamentele keuze: wil Nederland doorgaan met het kartel van D66 en consorten, of kiest het voor een nieuwe koers met Wilders als premier?

De felle clash tussen Jetten en Wilders maakte dat in één middag glashelder.

Jetten probeerde Wilders klein te maken. Maar Wilders draaide het om: hij maakte van de aanval een kans om zichzelf te profileren als de man die klaar is voor het premierschap.

De boodschap was helder: de kiezer beslist. En als de PVV op 29 oktober de grootste wordt, dan is Geert Wilders niet langer de oppositieleider, maar de nieuwe premier van Nederland.

Tenminste, dat is wat Wilders denkt en zegt. Of dat echt zo is? Dat kan alleen zo zijn als ándere rechtse partijen ook groot worden. Want het partijkartel gaat niet nog een keer met hem regeren. Nee, als hij premier wil worden moet Wilders hopen dat partijen als FVD en SGP zo groot mogelijk worden. Anders blijft het premierschap voor hem een droom... die nooit werkelijkheid wordt.