SGP’er Flach woedend op DENK’er Ergin: “Walgelijk haatzaaien richting Wilders, Yesilgöz en Van der Plas”

De tweet veroorzaakte enorme verontwaardiging - niet in de laatste plaats bij SGP-Kamerlid André Flach, die woedend reageerde:

Flach noemde het “pure demonisering” en “gevaarlijk voor de politieke veiligheid in Nederland.”

Ergin schreef letterlijk:

Een beschuldiging die elke morele grens overschrijdt. Het betekent in feite dat drie grote Nederlandse partijen - en hun leiders Wilders, Yesilgöz en Van der Plas - worden weggezet als medeplichtigen aan massamoord. Een woordkeuze die niet alleen feitelijk absurd is, maar ook moreel explosief.

Wat deze kwestie extra ernstig maakt, is dat het niet gaat om een anonieme activist - Ergin is zelf Tweede Kamerlid. Een volksvertegenwoordiger die publiekelijk andere fracties beschuldigt van genocide, ondermijnt de fundamenten van het parlementaire debat.

De SGP’er Flach wees daar fijntjes op: dit is niet zomaar een scherpe mening, dit is haat zaaien onder de vlag van mensenrechten. Hij waarschuwde dat dergelijke uitspraken de haat tegen politici verder aanwakkeren, juist in een tijd waarin de veiligheid van volksvertegenwoordigers al onder druk staat.

En hij heeft gelijk: dit is niet zomaar “felle taal”, het is retorisch gif.

De term genocide is sinds het begin van de Gaza-oorlog een favoriet wapen van radicaal-links geworden. Iedereen die zich solidair verklaart met Israël - een land dat zich verdedigt na de gruwelijke Hamas-aanval van 7 oktober - wordt neergezet als “medeplichtig aan genocide”. Het woord wordt misbruikt om tegenstanders moreel uit te schakelen: wie het niet met je eens is, is niet fout, maar misdadig.

Dat zelfs een Kamerlid van DENK die lijn overneemt, laat zien hoe ver de radicalisering aan de politieke flanken is doorgeschoten.

Wat nog schrijnender is: uit de linkse hoek kwam nauwelijks kritiek. Geen enkel Kamerlid van GroenLinks-PvdA, SP of PvdD nam afstand van de uitlatingen van Ergin. Blijkbaar is “genocide” roepen richting politieke tegenstanders inmiddels normaal geworden - zolang het maar tegen rechts is.

Stel je voor dat een PVV’er of FVD’er hetzelfde zou doen richting linkse partijen: Nederland zou te klein zijn. Maar nu blijft het oorverdovend stil. Die hypocrisie is precies wat het vertrouwen in de politiek vernietigt.

DENK heeft zich al jaren geprofileerd als partij die slachtofferschap exploiteert. Altijd wordt gewezen naar “de toon”, “islamofobie” of “discriminatie”. Maar nu toont Ergin wat er werkelijk achter dat masker schuilt: radicaal-activistische propaganda, verpakt in morele taal.

Door Israël te demoniseren en Nederlandse politici aan te vallen, probeert DENK zichzelf te positioneren als “de stem van het geweten”. Maar in werkelijkheid vergiftigt de partij het debat en speelt ze in op gevoelens van haat en verdeeldheid.

Opvallend genoeg werd de tweet van Ergin nauwelijks opgepikt door de mainstream media. Geen NOS-artikel, geen item bij Nieuwsuur, geen verontwaardigde factcheck. Als een rechts Kamerlid zulke taal zou gebruiken, stonden alle talkshows op hun kop.

Maar nu het uit de hoek van DENK komt, kijkt de journalistieke elite de andere kant op. Dat dubbele standaardgedrag is precies waarom platforms als DDS bestaan: om de hypocrisie te ontmaskeren.

SGP’er André Flach heeft groot gelijk: dit is geen debat, dit is haatpropaganda. Wie in Nederland politici beschuldigt van genocide, speelt met vuur. Woorden als die van Ergin dragen bij aan een klimaat waarin tegenstanders niet meer als collega’s, maar als vijanden worden gezien.

En dat is de route naar chaos.

De Tweede Kamer hoort een plek te zijn voor meningsverschil, niet voor demonisering. Als DENK daar geen grens in ziet, is het aan anderen om die wél te trekken.